Tag: canada

  • Chinese staatstelevisie zendt opnieuw gedwongen bekentenissen uit, in campagne tegen Taiwan

    De spanning tussen China en Taiwan loopt al een tijdje op. Deze week is Peking een nieuwe campagne begonnen om de psychologische druk op te voeren, genaamd ‘Donderslag 2020’ (迅雷2020, xùnléi 2020). Er zijn al drie gedwongen ‘bekentenissen’ uitgezonden op de staatstelevisie CCTV. In deze video’s zeggen eerder vastgenomen Taiwanezen dat ze spionnen waren voor Taipei en dat ze heel veel spijt hebben van hun verraad aan het ‘vaderland’. Dit is niet de eerste keer dat China op deze manier de mensenrechten schendt van burgers uit landen waar Peking ruzie mee heeft.

    Gedwongen bekentenissen uitgezonden op televisie zijn niet nieuw in China. Het komt bijvoorbeeld ook voor bij partijkaders die zijn aangehouden voor corruptie. Problemen komen er wanneer Chinese media dit ook in het westen doet, waar men dit soort vernedering van verdachten als schending van de mensenrechten ziet. De internationale propaganda-arm van CCTV, CGTN, heeft zijn hoofdkantoor in Londen. Nadat ze een gedwongen bekentenis van de privéonderzoeker Peter Humphrey hadden uitgezonden, kregen ze een boete van Britse mediawaakhond Ofcom. Er loopt ook nog een klacht over een gedwongen bekentenis van Zweedse mensenrechtenactivist Peter Dahlin. CGTN overweegt inmiddels om naar Brussel te verhuizen. De Hongkongse krant SCMP, eigendom van Jack Ma’s Alibaba, kwam ook in opspraak nadat ze meehielpen bij het uitzenden van een gedwongen bekentenis van de boekenverkoper Gui Minhai, ook een Zweedse staatsburger.

    Maar China gaat soms nog veel verder. Zo probeerde Peking een voortvluchtig partijlid te pakken te krijgen door zijn Amerikaanse kinderen het uitreizen te verhinderen. In een ander geval werden twee ouders die nog een 16-jarig kind hadden in de VS vastgezet in een hotel om de van corruptie beschuldigde vader van één van hen te overtuigen zich over te geven. Inmiddels is het al vergeten, maar begin deze eeuw waren er een paar geruchtmakende zaken in China waarbij buitenlandse zakenmensen van Chinese komaf tot lange gevangenisstraffen werden veroordeeld in wat waarschijnlijk hoofdzakelijk zakelijke conflicten waren.

    Gijzelneming en arbitraire detentie is voor China niet alleen een manier om binnenlandse problemen op te lossen, maar ook een hulpmiddel om diplomatieke druk uit te oefenen. Nadat de Canadese justitie, in reactie op een Amerikaans uitleveringsverzoek, de CFO van Huawei Mèng Wǎnzhōu (孟晚舟) arresteerde, verdwenen twee Canadezen in het Chinese systeem. Voormalig diplomaat en Crisis Group-medewerker Michael Kovrig en organisator van dialogen met Noord-Korea Michael Spavor werden later formeel gearresteerd op verdenking van het schaden van de Chinese staatsveiligheid. Ze zitten nog steeds vast. Hoewel Peking elke aantijging boos afwijst, is het wel duidelijk aan de manier waarop staatsmedia en woordvoerders beide zaken tegelijk noemen dat hun situatie afhankelijk is van de uitkomst van de uitleveringszaak tegen Meng. Het is ook nog altijd niet duidelijk waarom de Chinees-Australische nieuwslezeres Cheng Lei vast zit, hoewel de verslechterende relatie tussen China en Australië misschien wel een rol speelt.

    De Taiwanese gevallen deze week moet je ook zo zien. Het eerste slachtoffer, Morrison Lee Meng-chu (李孟居 Lǐ Mèngjū) verdween in Shenzhen tijdens de demonstraties in Hong Kong. Zijn ‘spionage’ bestond uit deelname aan en steun voor de protesten, en het nemen van foto’s van de opbouw van troepen van de Gewapende Volkspolitie (PAP) net over de grens. Het tweede slachtoffer, Cheng Yu-chin (鄭宇欽 Zhèng Yǔqīn), was een gesjeesde promovendus die in Praag het Belt and Road Initiative (BRI) van Xi Jinping aanprees. Volgens CCTV was hij echter een academicus, een voormalig parlementair assistant van iemand van de Taiwanese regeringspartij, en had hij contact met de Taiwanese vertegenwoordiger in Tsjechië Lee Yun-peng (李雲鵬 Lǐ Yúnpéng). Op zich is dat niet vreemd voor een Taiwanees, maar volgens Taipei bestaat Lee Yun-peng helemaal niet, was hij geen academicus, en ook geen parlementaire assistent. De meeste recente gedwongen bekentenis betrof verrassend genoeg twee pro-Peking academici, namelijk Tony Shih Cheng-ping (施正屏 Shī Zhèngpíng), and Tsai Chin-shu (蔡金樹 Cài Jīnshù). Deze twee zijn voor ‘hereniging’ met China, maar dat heeft ze niet gered. De nationalistische tabloid Global Times gebruikte de gelegenheid juist als waarschuwing dat Taipei zulke overtuiging als dekmantel gebruikt.

    Natuurlijk vindt er spionage plaats tussen Taiwan en China. Alleen is het nogal ongebruikelijk om zo openbaar zulke daders aan te wijzen. De foto’s die Lee Meng-chu in Shenzhen zou hebben gemaakt kunnen nooit veel meer hebben getoond dan wat er in die periode al in de westerse pers verscheen. De andere drie – Cheng Yu-chin, Shih Cheng-ping, en Tsai Chin-shu – hielden zich tot hun arrestatie ogenschijnlijk met pro-China activiteiten bezig. Je kunt natuurlijk nooit zeker weten of er niet nog meer achter zit dat Peking liever niet openbaar maakt. Echter, in mijn optiek is deze exercitie vooral weer een poging om politieke signalen af te geven. In de eerste plaats helpt het Peking om de Taiwanese regering als gevaar en tegenstander af te schilderen tegenover de eigen bevolking. Daarnaast is het een methode om Taiwan bang te maken en Pekings boosheid over de recente ontwikkelingen te signaleren. Als Taipei zich weer ‘goed’ gedraagt, dan stopt dit. De manier waarop China dat signaleert, is echter contraproductief. De meeste Taiwanezen, die al kritisch waren op China, zien hun negatieve gevoelens slechts bevestigd. De groep die nog op en neer ging over de Straat van Taiwan zal daarentegen een stuk banger zijn geworden voor het gevaar van willekeurige detentie.

    Het is belangrijk dat buitenlanders in China zich bewust zijn van het risico dat ze altijd lopen. Mocht er een ruzie uitbreken tussen jouw land en China, dan ziet Peking je al snel als vertegenwoordiger van je land en loop je het risico om gegijzeld te worden als onderdeel van de diplomatieke strijd.

  • Laatste Australische correspondenten vluchten halsoverkop uit China

    Afgelopen nacht kwam het nieuws naar buiten dat de laatste twee Australische correspondenten in China — Bill Birtles van publieke omroep ABC en Michael Smith van de Australian Financial Review — na een paar dagen schuilen in ambassade en consulaat-generaal, het land uit zijn gevlucht nadat Peking hun uitreisverbod ophief in ruil voor een ondervraging. Er spelen momenteel twee zaken relevant voor wat hier is gebeurd: spanning over aanwezigheid van buitenlandse journalisten in China en spanning in de relatie tussen China en Australië.

    Spanning over journalisten

    Onder de regering van president Donald Trump voeren de Verenigde Staten de druk op China steeds verder op. Tegelijkertijd groeit het zelfvertrouwen in Peking dat China’s opmars onstuitbaar is en dat het dus niet alleen noodzakelijk maar ook steeds haalbaarder is om iets te doen aan zogenaamde Westerse (Amerikaanse) pogingen het land te stoppen. Westerse en Chinese journalisten en Chinese propagandisten zijn hiervan het slachtoffer.

    In februari 2020 stelde de Amerikaanse overheid dat vijf Chinese staatsmedia — staatspersbureau Xinhua, propagandanetwerken CGTN (tv) en CRI (radio), en de distributeurs van de op buitenlanders gerichte propagandakrant China Daily en de partijkrant People’s Daily (Volksdagblad, 人民日报 rénmín rìbào) — zich moesten registreren als ‘foreign mission’, net als ambassades. In maart deporteerde China drie journalisten van het Amerikaanse Wall Street Journal als reactie hierop en op een kritisch opinieartikel in WSJ met een kop die Peking als racistisch interpreteerde. Daarop kondigde Washington nieuwe visumregels aan voor de vijf staatsmedia, die hun totaal van ongeveer 160 Chinese medewerkers terug moesten brengen naar 100. In reactie op deze restrictie gooide Peking alle Amerikaanse journalisten (13) voor The New York Times, The Washington Post, en de Wall Street Journal eruit, en annuleerde de werkvergunningen van lokale assistenten. Deze drie kranten plus tijdschrift Times en Voice of America moesten ook meer informatie over hun operaties aan de gastoverheid doorgeven, net als de Chinese ‘foreign missions’ in de VS eerder al. De VS scherpte de visumregels voor Chinese verslaggevers nog verder aan: ze moeten nu elke 90 dagen om verlenging vragen. In juni categoriseerde Washington nog eens vier Chinese staatsmedia als ‘foreign mission’ — staatstelevisie CCTV, het voornamelijk op overzeese Chinezen en Taiwanezen gericht persbureau CNS, en China Daily en People’s Daily zelf.

    Het is lastig om deze acties direct met elkaar te vergelijken, aangezien de meeste Chinese verslaggevers geen journalisten zijn, maar propagandisten. Verslaggevers voor Xinhua schrijven ook interne rapporten voor partijkaders, werk dat in andere landen door ambassadepersoneel wordt gedaan. Daarnaast hebben de Chinese media veel grotere vrijheid om in het Westen te werken én te publiceren. Westerse media in China hebben niet alleen te maken met vervolging van hun verslaggevers (soms zelfs met geweld) of censuur, maar moeten ook werken met veel minder mensen. Medewerkers van staatsmedia in China hebben als belangrijkste taak niet waarheidsvinding maar het dienen van de Partij. Ze spelen ook een belangrijke rol bij het verspreiden van disinformatie als onderdeel van wat China ‘psychologische oorlog’ (心理战 xīnlǐ zhàn) en ‘publieke-opinie-oorlog’ (舆论战 yúlùn zhàn) noemt. Daarmee hebben ze ook een morele verantwoordelijkheid voor bijdrage aan het systeem. Maar tegelijkertijd zijn de acties ook moeilijk te vergelijken, omdat de Verenigde Staten, in tegenstelling tot China, een vrije pers zeggen voor te staan. Dat China journalisten eruit gooit betekent niet dat je daarom hetzelfde moet doen met Chinese verslaggevers.

    Nu neemt de spanning weer toe. Amerikaanse journalisten hebben moeite om hun verblijfsvergunningen te verlengen, een reactie op de 90-dagen regel voor Chinese verslaggevers. Deze keer betreft het echter niet alleen Amerikaanse journalisten. Eind augustus kwam naar buiten dat de in China geboren Australische nieuwslezer voor propagandatelevisie CGTN Cheng Lei gearresteerd was in China en incommunicado wordt gehouden. Waarom is nog niet bekend. Nu is dus naar buiten gekomen dat de laatste twee Australische correspondenten in China het land uit zijn gehaald nadat de dreiging te groot werd. Het Chinese ministerie voor staatsveiligheid kwam na middernacht langs bij hun appartementen om mee te delen dat ze van plan was hen te ondervragen, naar verluid over Cheng Lei. Uit voorzorg verbleven ze enkele dagen in Australische diplomatieke posten tot diplomaten hun uitreis veilig hadden gesteld. Het is de vraag hoe ver de spanning voor buitenlandse journalisten in Peking nu op gaat lopen. Maar het is al langer duidelijk dat China de pottenkijkers zat is.

    Spanningen tussen Australië en China

    Daarbij komt nog dat de betrekkingen tussen Australië en China steeds meer onder druk staan. Peking ziet zichzelf als natuurlijke grootmacht in de regio en is al een tijdje ongelukkig over het feit dat Australië zich niet wil voegen naar zijn wensen. Op de typische manier van eenheidsfrontwerk uit dat zich o.a. in continue beschuldigingen dat Canberra een Amerikaanse loopjongen is. De oproep van Australië tot een onafhankelijk onderzoek naar de oorsprong van de Covid-19-pandemie die in Wuhan begon heeft iets gebroken in Peking. Sindsdien nemen de spanningen steeds meer toe. Onder druk van de internationale gemeenschap stemde China wel in met een afgezwakt voorstel tot onderzoek. Peking doet echter alsof het Australische voorstel compleet verslagen is en de aangenomen resolutie anders is.

    Sindsdien bemoeilijkt China de handel met Australië: een importban op rundvlees van vier van de grootste slachterijen, importheffingen op Australisch gerst, en onderzoeken naar vermeende dumping van wijn en subsidies voor wijnproducenten. De in China geboren Australische schrijver Yang Hengjun zit nog steeds vast in China en wordt onderzocht voor ‘spionage’. Er zijn ook zorgen over een Australiër die recent ter dood is veroordeeld voor drugssmokkel. Daar komen nu dus de arrestatie van Cheng Lei en de tijdelijke uitreisverboden voor de twee correspondenten bovenop.

    Dat China niet bang is gijzelaars te nemen blijkt wel uit de arrestaties van de Canadezen Michael Kovrig and Michael Spavor nadat Canda de CFO van Huawei, Mèng Wǎnzhōu (孟晚舟), vastnam op basis van een Amerikaans uitleveringsverzoek. Ook in dit geval zijn er drie verdachte doodstraffen voor drugshandel door Canadezen, waarvan de plotselinge verhoging van de straf van Robert Lloyd Schellenberg — die eerst slechts vijftien jaar cel had gekregen — er het meest uitsprong.

    Het is om deze reden dat de Australische overheid reizigers naar China inmiddels waarschuwt voor ‘risk of arbitrary arrest’.

    Update 09/09: het lijkt er nu op dat de Chinese arrestatie van Cheng Lei en de bedreiging van Birtles en Smith verband had met ondervragingen van de Chinese journalisten door de Australische geheime dienst in verband met een onderzoek naar buitenlandse inmenging en beïnvloeding door China via een parlementslid in de deelstaat New South Wales.