Vanochtend kwam China’s staatsveiligheidswet voor Hong Kong zoals lang verwacht in actie. De aanleiding voor de grote politieactie? De oppositie wilde een meerderheid behalen in de wetgevende raad (LegCo). Voorverkiezingen moesten helpen bij de beperkingen van een districtenstelsel. Volgens de telling van Holmes Chan zijn er 53 politici en activisten uit het pro-democratiekamp gearresteerd. Peking gebruikt de luwte na de feestdagen en voor de machtsoverdracht in de Verenigde Staten om een grote stap te maken in het gelijkschakelen van Hong Kong. Samen met de ongeveer dertig mensen die al onder de wet waren gearresteerd zijn er nu al meer dan tachtig mensen die onder de door Peking opgelegde regels tot levenslang kunnen krijgen.
Sommige mensen beschuldigen Chief Executive Carrie Lam nu van hypocrisie. Die zei in juni immers dat slechts een ‘extreem kleine minderheid’ zou worden vervolgd. Dat is wel zo, maar die kritiek mist het punt. Hong Kong praat inmiddels ook steeds meer de taal van Peking. De frase ‘extreem kleine minderheid’ (极少数 jí shǎoshù) is namelijk een vaste uitdrukking in het theoretische idioom van de Chinese Communistische Partij. Hij duidt op een specifieke doelgroep. De uitspraak was een waarschuwing.
Het is een mooie theologische vraag hoe communistisch of socialistisch China nog is. Maar ondertussen moeten alle Chinese partijkaders en ambtenaren nog steeds verplicht naar scholing en herscholing om de laatste theoretische ontwikkelingen van het marxisme-leninisme-maoïsme en Xi Jinpings Gedachtegoed over het Socialisme met Chinese Karakteristieken te leren. Wat deze mensen hier zelf ook van mogen vinden, publicaties, rapporten, notities, toespraken, etc. moeten in dit vocabulaire opgesteld worden. Om te begrijpen wat Chinese bestuurders zeggen, moet je deze ideologie serieus nemen.
We zijn dit nog niet zo gewend in Hong Kong. Maar elders is de uitdrukking ‘extreem kleine minderheid’ al vaste prik wanneer de Partij tegenstand ontmoet. Dit gaat net zo bij de kwestie Taiwan, hoewel de Taiwanezen al lang een eigen nationale identiteit hebben en de overweldigende meerderheid niet bij de Volksrepubliek wil horen. Alsnog geeft China de schuld aan de ‘extreem kleine minderheid’ Taiwanese ‘separatisten’ en de ‘buitenlandse krachten’ die hun zouden steunen. Deze groep gemeneriken draait ‘het merendeel van de Taiwanese medeburgers’ (广大台湾同胞 guǎngdà táiwān tóngbāo) een rad voor de ogen en leidt ze in verzoeking.
Want de Partij vertegenwoordigt per definitie de wil van ‘het grootste merendeel van het Volk’ (最广大人民 zuì guǎngdà rénmín). Daartoe behoren volgens Peking ook de Taiwanezen. Alleen de Partij berijpt de ware, objectieve belangen van het Volk en streeft die na. Daarom steunt het Volk per definitie de Partij. Alleen Vijanden van het Volk verzetten zich. Dit is altijd een ‘extreem kleine minderheid’, tegen de meerderheid van het Volk.
Dit heeft te maken met de zogeheten massalijn (群众路线 qúnzhòng lùxiàn), de kern van de Chinese ‘democratie’. Deze bestaat uit drie stappen. Eerst luistert de Partij naar het Volk om hun wensen en noden te horen. Daarna analyseert de Partij de verzamelde input en distilleert daaruit de objectieve belangen van het Volk. Tenslotte gaat de Partij terug naar het Volk om de massa te onderwijzen wat het werkelijk wil. De mensen die tegen de massalijn in gaan zijn Vijanden van het Volk omdat ze tegen de wetenschappelijk gedetermineerde belangen van het Volk handelen.
Vanuit de ideologie van de CCP gezien zijn Hongkongers natuurlijk ook gewoon onderdeel van het Chinese Volk, hoe zeer ze ook door decennia van Britse onderwerping zijn verward en misleid. Het Chinese Volk steunt de Chinese Communistische Partij, want de Partij heeft volgens de maoïstische wetenschap bepaald dat dit objectief (in de marxistische betekenis van dat woord) in hun fundamenteel belang is. Ook Hongkongers steunen de Partij dus per definitie. Peking kan niet toegeven dat de meerderheid wantrouwig staat tegenover de regering. Dat past niet in haar epistemologie.
Daarom moet de conclusie dus zijn dat de gemiddelde Hongkonger – net als de gemiddelde Taiwanees – in verzoeking is geleid, verward door kwaadaardige personen en buitenlandse inmenging. Dat zoveel mensen in Hong Kong het pro-democratiekamp steunen komt omdat ze het zicht op hun objectieve belangen kwijt zijn geraakt. De personen, krachten, en economische factoren die dit kwaad veroorzaken moeten aangepakt worden.
Dit wereldbeeld leidt bestuurders al snel tot complotdenken. Ik denk persoonlijk dat veel Chinese leiders werkelijk geloven dat ‘monsters’ en ‘terroristen’ zoals uitgever Jimmy Lai en activist Joshua Wong samen met geheime CIA-operaties en meer van zulke dingen de onrust in Hong Kong door manipulatie hebben gecreëerd. Peking denkt dat ze het merendeel van de Hongkongse medeburgers door deze leiders uit te schakelen tot ‘rede’ kan brengen. Dit blijkt uit het woordgebruik: de politieactie was slechts gericht tegen de ‘actieve elementen’; de meer dan 600,000 stemmers bij de ‘illegale’ voorverkiezingen waren slechts passief en hoeven voorlopig niet voor vervolging te vrezen.
Toen Carrie Lam in juni 2020 zei dat de staatsveiligheidswet slechts een ‘extreem kleine minderheid’ zou raken, was dit een waarschuwing. Door deze specifieke maoïstische formulering maakte de Chief Executive duidelijk welke theorie achter de bestrijding van de onrust zit. De strategie is niet tegemoetkomen aan de zorgen van de mensen, maar keihard het ‘vergif’ uit de samenleving verwijderen. De vraag is of dit zo blijft als de Hongkongse bevolking niet magischerwijs in het gareel valt. Dan is verdere ‘heropvoeding’ misschien alsnog noodzakelijk…