Tag: singapore

  • Singapore schaft strafbaarstelling seks tussen mannen af

    Tijdens de jaarlijkse toespraak waarin de Singaporese premier het beleid voor het komende jaar uiteenzet kwam, waar de indirect door de staat gecontroleerde media al tijden op aan het voorbereiden waren: Artikel 377A, die acts of gross indecency tussen mannen strafbaar stelt, wordt afgeschaft. Om de kleine maar invloedrijke groep religieuze conservatieven gerust te stellen, wordt het recht van het Parlement om het ‘traditionele’ huwelijk te definiëren in de grondwet verankerd.

    Nadat in februari dit jaar het Hof van Beroep de laatste zaak over de grondwettelijkheid van het Artikel besloot dat het niet op de inhoud hoefde te oordelen, omdat de attorney-general al tijden het beleid had, om niet meer te vervolgen, kwam de minister van justitie en binnenlandse zaken Shanmugam al snel met de eerste uitspraken die langzaam de politiek en bevolking van de niet-zo-democratische stadstaat voorbereidden op het opruimen van wat in de loop der jaren steeds meer een rommeltje was geworden.

    Singapore is een voormalige Britse kolonie. Als erfenis had Londen twee anti-homowetten achtergelaten. De mondiaal meest bekende is de anti-sodomiewet Artikel 377. Deze is ook nog elders in het Britse Gemenebest te vinden en het was deze wet die laatst in India door de rechter ongrondwettelijk werd verklaard. In Singapore is deze wet afgeschaft in 2007. In de parlementaire discussies toentertijd besloot men dat de conservatieve samenleving nog het ‘morele’ signaal van Artikel 377A wilde behouden.

    Artikel 377A is uniek voor Singapore en werd ingevoerd in 1938 na de grootschalige uitbreiding van de Britse marinebasis. Artikel 377 verbiedt penetratie, maar dat is lastig te bewijzen als je de ‘daders’ niet op heterdaad betrapt. Het nieuwe Artikel 377A was bewust ontworpen om een breder instrument te hebben om de grote aantallen nieuwe pure blanke Britse matrozen te beschermen tegen oriëntaalse ondeugden. Het is daarom ironisch dat de regering na onafhankelijkheid lang beargumenteerde dat een afwijzende houding tegenover homoseksualiteit in Singapore gerechtvaardigd was op basis van de ‘Aziatische waarden’, die niet zo liberaal zouden zijn als het progressieve ‘Westen’.

    Dat het wetsartikel nu toch afgeschaft wordt, komt dankzij activisten die nooit op hebben gegeven. In de jaren 90 hadden ze nog te maken met politie die barren binnenviel, mannen op cruising spots in de val lokte en politieondervragingen op het bureau voor mensen die bijeenkomsten organiseerden. Pas in de laatste 15 jaar hebben groepen als Pink Dot zich kunnen organiseren en mobiliseren. Rechtszaken en rap veranderende mores onder jongere Singaporezen hebben bijgedragen aan een gevoel van onvermijdelijkheid. Het is lastig om goed te beschrijven hoe erg het eens in alle opzichten zo conformistische land veranderd is in de afgelopen twee-drie decennia.

    Tegelijkertijd zijn er nog twee obstakels. Het eerste is het al genoemde gebrek aan democratie en persvrijheid. Het tweede is de macht van steeds conservatievere christenen. In Singapore is slechts 19% van de bevolking christelijk. Alleen bevinden ze zich, dankzij de koloniale erfenis en de klasse-associatie van de Engelse taal, disproportioneel aan de bovenkant van de samenleving. Een overweldigende meerderheid van secretarissen-generaal en de helft van het kabinet is christelijk. De minister van buitenlandse zaken Balakrishnan was de guest of honour op een fundraiser voor de Singaporese tak van de Amerikaanse anti-homogroep Focus on the Family. De katholieke kerk in Singapore hoeft zich in Singapore minder tolerant voor te doen dan in Nederland en de evangelische kerken hebben nauwe banden met steeds extremere Amerikaanse en Australische groepen.

    Hoewel men graag verwijst naar de islam van de inheemse Maleise bevolking – 14% van de Singaporezen – is het vooral om deze groep conservatieve christenen tevreden te stellen dat het ‘traditionele huwelijk’ in de grondwet verankerd wordt. Eerder al werd de adoptiewet aangescherpt in wat nu duidelijk een voorbereiding was op de aankondiging van gisteren. Maar de grondwet is in Singapore niet zo heilig, aangezien de regerende People’s Action Party (PAP) standaard zo’n overweldigende meerderheid heeft, dat ze de grondwet net zo makkelijk aan kunnen passen als een gewone wet.

    Ministeries kwamen vandaag al met berichten om de conservatieven gerust te stellen. Het verbod op positieve weergave van homoseksuelen in de media en de age-rating van 21 jaar blijven van kracht, bericht de toezichthouder. Het ministerie van onderwijs zegt ook dat ze niks veranderen en dat de seksuele voorlichting ‘seculier’ zou blijven, wat voor mij een verrassing is, gezien de dominantie van christelijke conservatieven over de inhoud van deze lessen sinds de poging van christelijke fundamentalisten in 2009 om de vrouwenrechtenorganisatie AWARE over te nemen.

    Al met al is de afschaffing wel een duidelijke vooruitgang. De woorden van premier Lee Hsien Loong tijdens de National Day Rally waren belangrijk voor het algemeen publiek om te horen. De symboolfunctie van de strafbaarheidsstelling, zeker in een bureaucratische samenleving als Singapore, moet niet onderschat worden. De rappe veranderingen onder jonge Singaporezen stemmen hoopvol. Ik wil iedereen aanraden de gezamenlijke verklaring van lhbtq-organisaties in Singapore te lezen. Gisteren was een goede dag.

    Draadje met krantenartikelen en persberichten.
  • Zuidoost-Azië moet en wil iets met China en de Verenigde Staten

    Afgelopen vrijdag 13 mei werd alsnog de lang verwachte top gehouden tussen de Verenigde Staten en ASEAN, de regionale organisatie van de tien landen in Zuidoost-Azië: Brunei, Cambodja, de Filipijnen, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar, Singapore, Thailand, en Vietnam. Niet de hele regio was er. Timor-Leste mag niet lid worden, Myanmar staat in het verdomdenhoekje vanwege coup en burgeroorlog, en de Filipijnen waren druk met machtsoverdracht van gewelddadige populist Duterte naar dictatorszoon Marcos jr. Ook de ‘ASEAN handshake’ ontbrak vanwege het coronaprotocol. Maar toch was er dan een foto van de (meeste) regionale regeringsleiders naast president Biden voor het Witte Huis.

    Waar Europa tijdens de Koude Oorlog de frontlijn vormde tussen het Westerse blok en de Sovjetwereld, is Zuidoost-Azië waar China en de Verenigde Staten elkaar tegenkomen. We lezen vaak over China’s illegale irredentistische claims op de Zuid-Chinese Zee en de strubbelingen met de Filipijnen, Indonesië, Maleisië, Vietnam en de Verenigde Staten die daaruit voortkomen. Vanuit Chinees perspectief speelt ook nog mee dat Amerika militaire banden heeft met de Filipijnen, Singapore en Thailand. Ondertussen bouwt Peking zijn invloed in Cambodja en Laos uit. Elk land heeft bovendien ook te maken met de erfenis van inwoners van Chinese komaf.

    Net als in Europa, is ook in Zuidoost Azië de Amerikaanse militaire macht een aantrekkelijk tegengewicht voor het steeds sterker aanwezige China. De strategen in Washington zien de regio als belangrijk strijdtoneel om tegen Peking te balanceren. Ondertussen is China wel de belangrijkste economische partner. Dit leidt tot enige onrust en onvrede bij alle betrokken partijen. China besteedt veel aandacht aan de zuiderburen – de klassieke Chinese naam voor de regio is ‘de Zuidelijke Zeeën’ (南洋 nányáng), de Zuid-Chinese Zee wordt vaak afgekort tot Zuidzee (南海 nánhǎi); en de landgrenzen waren vroeger nogal poreus. De klachten onder de landen in de regio betrof altijd Amerikaanse verwaarlozing.

    Een belangrijk onderdeel daarvan is de klacht dat Washington de economisch component van de relatie niet serieus neemt. De vage belofte’s over een ‘Indo-Pacific Economic Framework’ komen niet in de buurt bij wat de door Donald Trump afgeschoten vrijhandelsverdrag ‘Trans-Pacific Partnership’ (TPP) had kunnen betekenen. Er was grote hoon op sociale media over de op top beloofde US$150 miljoen (~€142m) aan investeringen.

    Het is een feit dat de ASEAN-landen steeds vaker naar China kijken voor handel en investering. De miljarden vliegen je ook om de oren, als er weer eens een Chinese functionaris langs komt. Het is echter belangrijk de zaak niet te overschatten. Dat de kleine en arme Cambodja en Laos langs deze weg volledig zijn ingepalmd door Peking is vooral vervelend omdat het de vereiste unanimiteit voor ASAEN-beslissingen moeilijker maakt. De grotere prijzen zijn moeilijker te kopen.

    China kan miljarden beloven tijdens schitterende persconferenties, omdat het zo’n groot deel van de economie direct controleert. Amerikaanse bedrijven investeren ook miljarden in de regio, maar die doen dat niet in opdracht van Biden. De grootse Chinese beloftes worden daarnaast vaak niet waargemaakt. De grootste beloofde investeringen komen van China. De grootste geleverde investeringen in infrastructuur in de regio komen uit Japan. Geografie maakt dat buurland China altijd een handelsvoordeel zal hebben over verre vriend Amerika. Bovendien had Peking heel lang mee dat iedereen gouden bergen zag in een rijzende Chinese economie.

    Dat is aan het veranderen. Dit heeft politieke redenen – een agressiever en nationalistischer China maakt de ASEAN-landen bang – en economische – het Chinese groeimodel werkt steeds minder goed en de coronamaatrdegelen doen er nog een schepje bovenop. De jaarlijkse peiling van elite’s in de regio van het Singapore ISEAS–Yusuf Ishak Institute laat zien dat men de economische macht en politieke invloed van het land hoog inschat, maar niet onverdeeld positief is over de wenselijkheid van deze invloed. Dat zal misschien invloed hebben gehad op een poging van het nationalistische Chinese tabloid The Global Times om in samenwerking met Renmin University of China een alternatieve peiling te lanceren om te suggereren dat Zuidoost-Azië positiever is over China.

    Singapore

    De regio is buitengewoon divers, dus in plaats van algemeenheden over elk land te bezigen, hou ik het bij mijn specialisme. Pas onafhankelijk sinds 1965 en met een bevolking waarvan driekwart van Chinese komaf is en waarvan veel Chinese talen spreken, Singapore heeft altijd een special verhouding gehad met China. In de jaren tachtig en negentig promootte de kwestieuze democratie een ‘Asian Values’-verhaal om Westerse mensenrechtenkritiek weg te wuiven met argumenten die je tegenwoordig ook in Peking hoort. Toch heeft het land altijd nauwe militaire banden gehad met de Verenigde Staten, vooral sinds het vertrek van de Britse militaire bases in 1971.

    Het leiderschap in de gestratificeerde stadstaat legde altijd vooral nadruk op de kansen van het opkomende China. Inmiddels komt er wel meer aandacht voor de risico’s. In een stuk voor Foreign Affairs liet premier Lee Hsien Loong de angst doorschijnen om opgesloten te worden in de regio mochten China en Amerika de Stille Oceaan in twee invloedssferen opdelen. Dit is ook waarom premier Lee expliciet de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Singapore verwelkomde tijdens het bezoek van vice-president Kamala Harris. Hij herhaalde vrijdag weer dat niemand deze Amerikaanse rol kan vervullen.

    Op basis van wat ik hoor, is er echter nog wel grote naïviteit en onwetendheid binnen de bureaucratie over de toenemende Chinese inmenging en invloed in het land. Een simpele samenvatting van mijn hand over de pro-Chinese toon in de tweede krant van het land, Lianhe Zaobao, was echt nieuws voor mensen die geen Chinees kunnen lezen. Pas sinds de regering enigszins verrast lijkt te zijn door de Chinese pro-Russische geluiden in de samenleving sinds de Singaporese sancties tegen Rusland, bericht de net als Zaobao indirect door de overheid gecontroleerde The Straits Times over pro-Chinese Singaporezen. Maar ik zie geen bewustzijn van de grote kloof tussen de Engelssprekende, in het Westen opgeleide elite en de lagere lagen die nog altijd meer Chinees spreken en door diezelfde elite altijd is ingeprent dat het Westen hypocriet en decadent is.

    De houding van de Singaporese overheid blijft, dat men niet wil kiezen tussen de VS en China. Toen ik in Peking studeerde, spraken mijn hoogleraren daar net zo honend over als de nationalistische commentatoren die nu op Chinese sociale media Singapore uitschelden voor Amerikaanse hond. Vanuit Chinees perspectief leunt Singapore al naar Amerika vanwege de defensiekeuze’s, terwijl het ‘profiteert’ van de economische groei die Peking zo vriendelijk aanbiedt aan de wereld.

    Maar men houdt er aan vast. Zondag waarschuwde defensieminister Ng Eng Hen in Estland voor pogingen om allianties tegen China in Zuidoost-Azië te brengen. Voor de toespraak van Ng had voormalig ambassadeur en gewilde dialoogpartner Bilahari Kausikan in Foreign Affairs al weer eens uitgelegd dat de landen in Zuidoost-Azië het zich niet kunnen veroorloven om China van zich te vervreemden. Feit blijft dat de landen hier zich militair op de VS verlaten, omdat het in hun nationaal belang is. Het is om diezelfde reden dat ze economische samenwerking met China zoeken. Het Westen moet geen ideologische alliantie verwachten.

  • Onrust in Singapore over groot aantal buitenlandse medewerkers

    De Zuidoost-Aziatische stadstaat Singapore heeft 5.7 miljoen inwoners. Maar slechts 3.5 miljoen daarvan zijn staatsburger. Dat betekent dat, afgezien van de 500,000 mensen met een permanente verblijfsvergunning (Permanent Residents, afgekort: PRs), Singapore 1,7 miljoen buitenlandse inwoners heeft. (Ter vergelijking: met zulke verhoudingen zouden in Nederland slechts 10 van de 17 miljoen inwoners staatsburger zijn, in België 7 van de 11 miljoen.) Deze zijn te verdelen in ruwweg twee groepen: laagbetaalde gastarbeiders en huishoudelijke hulpen die veelal in grote slaapzalen in de buitenwijken wonen en hoogbetaalde expats in luxe condominiums. Daartussen bevindt zich de Singaporese middenklasse, die grotendeels onderdeel is van de 80% van de lokale bevolking die in de gesubsidieerde publieke woningbouw woont (HDBs). Voor hen zijn die grote aantallen buitenlandse arbeiders een gevoelig punt dat altijd onder de oppervlakte van het streng gecontroleerde publieke discours aanwezig is.

    Hoewel Singapore het vrij goed deed aan het begin van de Covid-19-pandemie, ging het land toch op slot van begin april tot eind juni nadat het virus in de overvolle slaapzalen van de gastarbeiders terecht was gekomen. Daarbovenop kwam nog de grote economische klap voor de erg van internationale handel en reizen afhankelijke economie. Bestaande ontevredenheid met de regeringspartij PAP (People’s Action Party) werd hierdoor aangewakkerd en bij de verkiezingen van 10 juli won de oppositie een ongekend hoog aantal van 10 [sic] van de 93 zetels. Sindsdien is de kwestie van buitenlanders die Singaporese banen ‘stelen’ weer tot leven gekomen, hoewel de door de overheid in toom gehouden media probeert de boel niet te veel op te voeren.

    Hoewel de zorgen breder zijn, gaat een groot deel van de onrust — in bedekte termen — over het grote aantal Indiërs dat in de financiële sector zou werken en baantjes door zou geven aan familie en vrienden uit India. De woede richt zich op het vrijhandelsverdrag tussen India en Singapore, CECA. Het enige bewijs daarvoor zijn anekdotes op sociale media, maar de overheid geeft zoals ze gewend is vrij weinig gegevens vrij, dus het kan ook niet makkelijk weerlegd worden. Racisme speelt zeker een rol. Driekwart van de Singaporezen is van etnisch Chinese komaf en dankzij de quotas die ervoor zorgen dat de etnische samenstelling van de publieke woningbouw de landelijke bevolkingsopbouw volgt zijn de Chinese-Singaporezen gewend om bijna overal de meerderheid te zijn. Alleen in de private woningsector ontstaan nu langzaam aan buurten waarin Indiase expats dominant zijn. Gekoppeld aan het feit dat immigranten uit China en India zich niet meer zo sterk aanpassen aan de lokale Singaporese versie van Chinese en Indiase cultuur, leidt dit tot ressentiment.

    De werkeloosheid in Singapore is (was?) onder de drie procent en werkgevers klagen over het feit dat ze niet genoeg geschikte mensen kunnen vinden. Toch komt de overheid — die normaal de houding heeft dat ze het altijd beter weten dan de gewone burger vanwege hun meritocratische selectie — met maatregelen om de zorgen tegemoet te komen. Tijdens de campagne hamerde de PAP trots erop dat al 60,000 van de ‘flexible schil’ buitenlandse werknemers hun baan hadden verloren. Daarnaast is het minimuminkomen voor expats om een werkvergunning te krijgen verhoogd van S$3.300 (< €2.000) per maand tot S$3,600 (> €2.200) per maand, met een nog hogere vereiste voor de financiële sector.

    Maar politiek verandert er niet zo heel snel. Parlementslid voor de oppositiepartij Workers’ Party (WP) Sylvia Lim riep op tot herziening van de rol van ras op veel beleidsterreinen, onder andere in de publieke woningbouw, maar ik verwacht niet dat de regering daar echt op in zal gaan. Ondertussen viel premier Lee Hsien Loong weer terug op de oude gewoonte van de PAP om met dreigende taal de oppositie af te doen als een risico voor de eenheid van Singapore. Een verdediging van het belang van een open immigratiebeleid voor Singapore is nodig om te voorkomen dat de bevolking zich er nog verder tegen keert, maar om dat te bereiken zal de regering ook moeten laten zien dat ze in staat zijn de luisteren naar de zorgen die er leven onder een bevolking die te kampen heeft met groeiende ongelijkheid.

  • Timeline of the Covid-19 outbreak

    This is my timeline of the outbreak of a novel coronavirus known as SARS-CoV-2 that first appeared in Wuhan, China and led to a global Covid-19 pandemic. Besides the events in China, it may be also somewhat slanted to places I take a professional and personal interest in, mostly Singapore, Taiwan, and the Netherlands. Among the many articles previously shared on my Twitter account I rely on, I want to single out the China Change translation of the censored article ‘The Regret of Wuhan’ of China Newsweek, as well as the translated The Initium article ‘Fighting COVID-19 in Singapore, Taiwan, Hong Kong’. Reporting from AP, Caixin, Reuters and SCMP, and a newsletter by Natasha Loder have been very helpful in understanding the early days. One caveat is that you have to ask yourself what was the content of the ‘report’ when certain persons or institutions warned others, not just note that a report was made.

    I will continue to update this post as more becomes known and as people point out errors and gaps. Updated: 2021/09/14

    (more…)
  • Section 377A is racist

    Former High Court of Australia Justice Michael Kirby once termed the sodomy offence ‘England’s Least Lovely Criminal Law Export.’ Much has been said about this nefarious side-effect of the supposed rule of law exported throughout the British Empire in the form of Section 377 of the Indian Penal Code. There is a certain irony in seeing non-Western leaders defending this colonial law implementing colonial values as protecting local tradition against pernicious Westernisation. However, noticing this irony also directs the observer to something often missed in discussions of the prohibition of ‘carnal intercourse against the order of nature’ between consenting men: it is racist.

    The lessons of intersectionality are still often ignored in studies of both sexuality and colonialism. Race is important to understand the views on sexuality on colonies, since it is the concept at the base of the subjugation of entire peoples. In order to justify such complete exploitation, you need the ultimate dichotomy of humans versus non-humans, or: Europeans versus non-Europeans. Literature written during the colonial period highlights this process: the strong and vigorous white European, epitome of human rationality, is juxtaposed with the corrupt and incomprehensible colonial subject, cesspit of carnal vices. In Dutch Indies literature this takes the shape of the tropics intruding on the white, clean houses of the Europeans, slowly corrupting the white world.

    (more…)