Zelfs in China ontkom je niet aan “America’s Funniest Home Videos”: op de schermen in de bus die ik elke dag neem naar het centrum wordt niet alleen het nieuws getoond, maar ook jaren-90-video’s van Amerikaanse gezinnetjes die over de kop slaan bij het skiën op het water, in de sneeuw en op het land.
Na twee dagen Chinese les bij ken ik de bushaltes inmiddels goed genoeg om te weten waar ik uit moet stappen en weet ik de meest efficiënte looproute, waarbij ik de zon zoveel mogelijk vermijd – dé manier om het onvermijdelijke zweten een beetje binnen de perken te houden.
Mijn gastgezin woont in het noorden van het Westmeerdistrict, maar Mandarin Capital is in het zuiden, dichter bij het Westelijke Meer zelf, in een groot kantorencomplex. Ik moet dus ongeveer een half uur met de bus, langer als de spits extra druk is. Op weg naar de bus koop ik mijn ontbijt bij één van de vele eettentjes aan de straat en forens dan als een echte 杭州人 naar het centrum.
‘s Ochtends om negen uur beginnen we. Ik heb les samen met een Koreaanse Amerikaan, die hier al een week zit. Gelukkig had ik thuis al wat woordjes geleerd en had de geduldige 张博伦 (Zhāng Bólún) me een paar dingen uitgelegd voor ik vertrok, dus ik kan goed meekomen.
Het is heel erg prettig om zo kleinschalig les te krijgen. Er is veel meer gelegenheid om vragen te stellen en afwisseling tussen voor- en nadoen. We richten ons niet zo zeer op lezen of schrijven, maar op spreken en luisteren. Geen karakters tekenen dus, maar ‘pinyin’ – de romanisatie, fonetische weergave van de karakters – en vooral veel naspreken.
Ik moet zeggen dat ik het effect al merk. Vandaag had ik een heel leuk gesprek met de man des huizes van mijn gastgezin. Het ging absoluut niet vloeiend en ook moesten we nog veel gebaren gebruiken en was de spraakherkenning van Google Vertalen een grote hulp. Toch was ik in staat om een heus gesprek te voeren met iemand die enkel Mandarijn en zijn streektaal kent. 很好!
Tegen één uur zijn we klaar met de lessen van de dag en dan gaan we naar de kantine in de kelder voor de lunch. Voor heel weinig geld kun je daar prima eten. Een van de grote pluspunten in China is dat het eten wat je krijgt eigenlijk altijd wel goed is en het is ook nooit erg duur. Voor 15-30 元 (€1,85 – €3,70) heb je al prima avondeten.
‘s Avonds loop ik door de straten rondom het wooncomplex waar ik verblijf, op zoek naar een plekje om te eten, of kijkend bij de winkeltjes die nog open zijn. Het is één en al leven: op straat staan mensen te praten en op pleinen doen volwassenen oefeningen, terwijl kinderen rolschaatsen leren en de jeugd het geleerde vervolgens demonstreert. Een gezellige boel!
Natuurlijk is het nog vroeg in mijn verblijf hier. Ik heb nog maar twee dagen les gehad. In het begin maak je altijd makkelijker vorderingen en is alles aan het land nog nieuw en interessant. Ik ben heel benieuwd alles de komende zes weken gaat lopen!
晚安!