Woensdag 28 april vond de zesde ‘deutsch-chinesische Regierungskonsultationen’ plaats, online, tussen bondskanselier Angela Merkel en minister-president Lǐ Kèqiáng (李克强). Dit is de laatste voor Merkels verwachte pensionering later dit jaar en dus ook de laatste kans om, in de woorden van nationalistisch tabloid Global Times, de bilaterale betrekkingen veilig te stellen voor de machtswisseling. Ik verwacht dat Peking niet snel weer zo’n vriendelijke leider aan zal treffen in Berlijn.
De houding richting China in Europa is rap veranderd de afgelopen periode, ook in Duitsland. Angela Merkel, aan de macht sinds 2005, stamt nog uit een periode waarin men China vooral zag als economische kans. De Duitse christendemocraten zijn bovendien traditioneel nauw verweven met het bedrijfsleven en grote concerns als Volkswagen wuiven zorgen over bijvoorbeeld Xinjiang nog altijd graag weg. Maar dat is een slinkende groep. Zelfs de Duitse Industriebond (BDI) spreekt zich tegenwoordig harder uit over mensenrechtenschendingen in China dan Merkels bondsregering.
Merkel wordt ook bekritiseerd, omdat ze zich niet sterk heeft uitgesproken over de Chinese tegensancties na Europese maatregelen tegen mensenrechtenschenders in Xinjiang. Deze tegensancties treffen niet alleen EU-ambtenaren, maar ook een Duitse politicus, een Duitse denktank en een Duitse academicus. Maar het lijkt erop dat voor de huidige Duitse regering de economische band met China en de bereikte overeenstemming over de ‘Comprehensive Agreement on Investment’ (CAI) tussen Brussel en Peking belangrijker is. Hiermee bevestigt Merkel de Chinese analyse dat economische en geopolitieke belangen zorgen dat Europa wel lief moet blijven doen tegen Peking.
Eerder schreef ik voor de Clingendael Spectator hoe de logica van de eenheidsfronttactiek Chinese beleidsmakers leert dat, in de strijd de Verenigde Staten te isoleren, Europa geen fundamentele tegenstander is. In een informatief stuk voor de Duits-Europese China-denktank MERICS legt Grzegorz Stec uit hoe Peking de Europese ‘strategische autonomie’ ziet. Volgens de Chinese analisten is dat concept namelijk een poging van de EU om los te komen van Amerikaanse hegemonie. Daarvoor heeft Europa uiteindelijk China nodig, de enige alternatieve derde pool.
Brussel (en Berlijn of Parijs) moeten dus, als puntje bij paaltje komt, wel vriendelijk door blijven praten met Peking, wat voor lawaai ze ondertussen ook maken over mensenrechten. China kan het zich veroorloven om Europa een belangrijke les te leren over de grenzen van wat toelaatbaar is met harde tegensancties, omdat Europa uiteindelijk toch China nodig heeft. Geopolitiek is het afhankelijk van China voor haar strategische autonomie. Economisch zou ons herstel ook enkel door Chinese groei mogelijk gemaakt kunnen worden.
Waar ook de Europese Commissie inmiddels lidstaten wijst op de autoritaire ontwikkelingen in China en de partijstaatseconomie steeds meer als bedreiging behandelt, blijft Merkel nog hameren op het belang van handel en ‘mensenrechtendialoog’. Ze is essentieel voor de Chinese pogingen om een gesloten Amerikaans-Europees front te voorkomen. Zelf vraag ik me af of een dialoog wenselijk of überhaupt mogelijk is met een land dat genocide pleegt. Maar een interview in Internationale Politik Quarterly met de Duitse defensieminister Annegret Kramp-Karrenbauer laat zien dat Duitsland een onafhankelijke houding richting China ziet als essentieel voor Europa:
As far as I’m concerned, it is out of the question that Germany would take a position of equal distance between China and the US. I stand for a strong Europe. And the fact remains that the United States, and American values, are closer to us than China or its values. But that doesn’t mean that US interests always align with Germany’s or Europe’s interests.
Annegret Kramp-Karrenbouwer in Internationale Politik Quarterly
Voor de huidige periode van spanningen wilde men de vele werkbezoeken van Angela Merkel aan China nog wel eens prijzen. Die werden toen uitgelegd als gevolg van Merkels vooruitziend inzicht dat het Europese sociale model onder de huidige demografische ontwikkelingen niet houdbaar zou blijven zonder alternatieve groeibronnen te vinden. Opkomend China was onmisbaar om de toekomst van Duitsland en Europa veilig te stellen. Het grootste is de angst dat Europa er straks niet meer toe doet, nog altijd:
For me, the question is not at all whether Europe will be crushed between the Americans and the Chinese. The far bigger challenge is whether Europe will have any role at all.
Annegret Kramp-Karrenbouwer in Internationale Politik Quarterly
De vraag is of de economische focus van Merkel nog houdbaar is. De politiek is terug in de waardenstrijd om wat voor soort internationale gemeenschap we willen hebben. Een arrogant China gelooft dat de ‘loop van de geschiedenis’ aan zijn kant staat. Maar hoewel marxistisch Peking de materiële factoren als doorslaggevend beschouwt, kunnen we er niet omheen dat diplomatie ook een zaak van politieke keuzes is. Zoals ik uitlegde in mijn eerder genoemde stuk voor de Clingendael Spectator: Europa is hiervoor een handig hulpmiddel in de Chinese tactiek. Maar we moeten niet denken dat Peking die mooie Duitse bedrijven niet laat vallen zodra het alles zelf af kan.