Tag: ccp

  • Hoe Chinese subsidie de VU Amsterdam in het Verenigd Front sleept

    De NOS kwam vorige week met de onthulling dat het Cross-Cultural Human Rights Centre (CCHRC) van de Vrije Universiteit in Amsterdam gesubsidieerd wordt door de Southwest University of Political Science and Law (西南政法大学) in de Chinese stad Chongqing. Afgelopen december vroeg de China Media Project (CMP) al aandacht voor de absurd pro-Pekingese geluiden die vertegenwoordigers van het CCHRC te berde brachten tijdens het ‘Zuid-Zuid Mensenrechtenforum’ (南南人权论坛) in China.

    In 2019 schreef Sinopsis over de hulp die het werk van CCHRC China bood in de VN-mensenrechtenraad. Bij het forum viel de onvolprezen CMP ook al op, hoe het CCHRC verweven leek met de organiserende staatsmedia, het forum en de universiteit uit Chongqing. De link van die laatste is nu uitgelegd door de NOS. Voor die eerste connecties is het nodig om te spreken over het ‘Verenigd Front’ – tǒngzhàn 统战.

    Wat is het Verenigd Front?

    Dit onderwerp is verwarrend. Een reden daarvoor is dat het verenigd front ook een tactiek is – ik schreef voor de Clingendael Spectator een stuk waarin het vertaalde als ‘eenheidsfronttactiek’ en uitlegde hoe deze zichtbaar is in de Chinese behandeling van Europa. Hier wil ik echter schrijven over de andere betekenis van het woord: de kluwen aan departementen en organisaties die ooit zijn opgericht om deze aanpak te institutionaliseren.

    De Chinese Communistische Partij (CCP) is een onvervalste leninistische partij. Die controleert de partijstaat met een piramide van partijcomités in elke afdeling en instelling. Elk comité heeft een partijsecretaris die valt onder de partijsecretaris van het comité op het niveau boven hem. Bovenaan staat de Algemeen Secretaris van het Centraal Comité, ene dr. Xí Jìnpíng (习近平).

    Maar dat laat nog een hele boel mensen over buiten de Partij. Daarvoor heeft de CCP heeft een Afdeling voor Verenigd Front-werk (UFWD, United Front Work Departmenttǒngyī zhànxiàn gōngzuòbù 统一战线工作部). De UFWD is verantwoordelijk voor buitenpartijse krachten zowel in binnen- als buitenland. De Afdeling houd zich in de woorden van professor Anne-Mary Brady’s boektitel bezig met Making the Foreign Serve China. Dit is niet hetzelfde als de traditionele spionageactiviteiten van de staatsveiligheid en de publieke ordediensten.

    Enkele afdelingen zijn specifiek verantwoordelijk voor mensen van Chinese komaf in het buitenland, een functie waarvoor Chinese ambassade’s personeel hebben. Deze overzien of monitoren een kluwen van pro-Peking organisaties in hun land, zoals de Association of Chinese Scholars and Students in the Netherlands (ACSSNL), beschreven door Follow the Money. De Chinese gemeenschapsorganisaties komen vaak bijeen onder de paraplu van de lokale Chinese Peaceful Unification Promotion Association – de naam een erfenis uit de tijd dat deze nog concurrentie had van KMT-groepen.

    De wolk

    Tot zo ver het ideaal. Een probleem van het Chinese systeem is dat zo’n leninistische piramide niet altijd de monolitische eenheid is die Peking graag voorspiegelt naar buiten toe. De almacht van de lokale partijsecretaris zorgt niet alleen dat hij in zijn eigen jurisdictie zijn taak zonder tegenstand uit kan voeren, het biedt ook mogelijkheden om voor het Centrum in Peking te verbergen dat bepaald beleid vooral eigenbelang dient.

    Het Chinese politieke systeem dupliceert de nationale afdelingen op alle lagere niveau‘s. Provincies en gemeentes hebben dus ook eigen United Front Work Departments. Partijsecretarissen worden geacht om deze middelen in te zetten om aan nationale doelen bij te dragen. Een provincie als Fujian en Fujianese gemeentes organiseren bijvoorbeeld eigen Verenigd Front-werk gericht op Taiwan en Singapore, op basis van de historische banden. Dit biedt ook hulpmiddelen om bijvoorbeeld met buitenlandse investeringen een concurrent voor promotie in de naastgelegen stad te verslaan in economische groei.

    Ook in Nederland zullen verschillende Chinese provincies en steden actief zijn, naast de ambassade zelf. Daarnaast hebben provincies, gemeentes, universiteiten, staatsbedrijven, en partijstaat-geleide NGOs ook eigen doelstellingen gekregen op het gebied van bijvoorbeeld internationalisering. Hiervoor ontplooien ze ook allerlei initiatieven. Bovendien kan het ook voor privébedrijven politiek nuttig zijn om met een stichting initiatieven te ontplooien die de politieke doelen van de Partij dienen.

    Dit creëert een wolk aan organisaties en activiteiten over de hele wereld. Naast de doelstelling van het UFWD om buitenpartijse figuren te gebruiken of te neutraliseren, zijn er natuurlijk ook de gewone motiveringen: winst, groei, oprechte interesse, etc. Maar hoe onsamenhangend deze wolk ook moge zijn, uiteindelijk zweeft hij wel in de richting die de Partij wil. Er zijn coördinerende organisaties zoals de UFWD, ministeries en de daarmee verweven organisatie achter stedenbanden. Maar de wolk rent ook mee met sociale en politieke signalen. Het kan nuttig zijn om mijn eerdere uitleg van ‘common prosperity’ als massacampagne in mijn stuk ‘regeren per slogan’ terug te lezen.

    Er zijn veel delen van de wolk die in ruil voor wat Chinese subsidie en aandacht jouw naam willen kopen. Het risico is dat je dan door die wolk ingekapseld wordt, wanneer je met verbonden organisaties in zee gaat. Een reden is de altijd aanwezige sociale dynamiek; in de wereld van de ‘westerse’ mensenrechtenorganisaties gelden ook sociale normen. Maar de leninistische aansturing van de wolk betekent dat wanneer je één groep boos maakt, de rest in paniek wegvlucht. Kijk maar hoe snel de Amerikaanse NBA verdween van het Chinese internet nadat een trainer zijn steun uitsprak voor de demonstraties in Hong Kong. Gezien het enthousiasme waarmee men zich op de Chinese markt had gestort, was dat een flinke financiële klap. Dit kan ook onder academici leiden tot zelfcensuur. Ook versterkt isolatie in de bubbel overtuigingen.

    Tankies

    Deze wolk biedt ook veel kansen op steun en baantjes voor de mensen die dat bewust opzoeken. Een deel hiervan bestaat uit mensen die er het beste van willen maken binnen de grenzen die er zijn. Een deel bestaat uit wat in het Engels ‘grifters’ heten, mensen die het spel meespelen om mee te mogen eten uit de ruif. Maar de wolk is ook uiterst aantrekkelijk voor figuren die men neerbuigend aanduidt als ‘tankies’.

    Het woord ‘tankie’ stamt uit de jaren vijftig. Het werd oorspronkelijk gebruikt in het Verenigd Koninkrijk voor de communisten die trouw bleven aan Stalin en de Sovjetunie nadat Moskou tanks naar Oost-Berlijn en Boedapest stuurde. De term is weer teruggekomen nu een hele industrie aan Assad-supporters, Vezenuelaliefhebbers en pro-Ruslandvloggers gezelschap krijgt van Amerikaanse organisaties die bijvoorbeeld onder het mom van ‘No Cold War’ Peking bij alles steunen, hoe zeer het ook in conflict is met hun vermeende linkse ideologie.

    De tankies zijn niet arm. De samenzweringswebsite The Grayzone heeft banden met het Kremlin en wordt gedeeld door Chinese diplomaten. Op sociale media krijgen influencers steun en geld van China om pro-Pekingcontent te publiceren. In Amerika heeft een techmiljonair US$65 miljoen gegeven aan organisaties die Pekings spreekpunten verspreiden en de genocide van de Oeigoeren in Xinjiang ontkennen. En nu heeft de NOS dus subsidie gevonden voor een instituut aan de VU dat consistent Chinese propaganda over mensenrechten verspreid.

    Want gebaseerd op wat ik heb gezien van de genoemde Tom Zwart en Peter Peverelli durf ik wel te zeggen dat beide tankies zijn. Dat betekent natuurlijk niet dat beide mannen ‘gekocht’ zijn door China. Ik noem de tankies specifiek om aan te stippen dat dit niet alleen een probleem van Chinese inmenging is, maar ook om politieke meningsverschillen gaat. Maar omdat die hele wolk aan organisaties bestaat, kunnen zulke mensen makkelijk financiële steun krijgen, op televisie verschijnen, geheel verzorgde conferenties in China bijwonen en aangevoerd worden als blijk van buitenlandse steun voor de verschikkingen waar de Partij verantwoordelijk voor is.

    Conclusie

    Juist omdat we het hier hebben over vaak diepgevoelde politieke opvattingen en buitenlandse inmenging die komt met de suggestie van nationaal verraad – dat is ook hoe Chinese nationalisten de Westerse steun voor Chinese mensenrechtenstrijders zien – is dit een heel gevoelig onderwerp. Daar komt nog bij dat mensen van Chinese komaf extra kwetsbaar zijn voor racisme in landen waar ze een minderheid vormen.

    Boeken als ‘Stille verovering’ (‘Hidden Hand’) van Clive Hamilton en Mareike Ohlberg of A Machiavellian Moment van een Franse militaire denktank lezen voor mij vooral als een waslijst aan namen van mensen en organisaties die banden hebben met Peking of de CCP steunen. Maar dat is op zichzelf natuurlijk gewoon toegestaan. Waar het boek zwak is en waar veel analyse tekort schiet is aan te tonen hoe het past in het Chinese systeem. Meer specifieke aandacht is nodig voor hoe China de wolk aanstuurt en voor de personen die over de juridische schreef gaan.

    In The Guardian schrijft de expert Martin Thorley over de recente aanwijzing door de MI5 van Christine Lee als agent voor Peking dat „the current relationship between liberal democracies and authoritarian states is more like a phoney peace.” Hij spreekt over deze ‘Schemervrede’ omdat China (en Rusland) al actief en systematisch bezig zijn om de politieke systemen van Westerse landen via beïnvloeding proberen aan te passen. Hier moeten wij met een antwoord op komen. De desinfecterende zonneschijn van de NOS helpt mee de wolk doorzichtiger te maken.

    Maar het is belangrijk dat we dit voorzichtig doen. Ik stel voor om de Chinese beïnvloeding op te delen in drie categorieën:

    1. De eerste categorie betreft ondermijnende activiteiten. De wet moet simpelweg worden nageleefd bij spionage, oneigenlijke beïnvloeding en intimidatie. Universiteiten moeten contracten die de academische vrijheid beperken ontbinden. Studenten die voor een buitenlandse ambassade medestudenten bespioneren of intimideren moeten voor een disciplinecommissie komen. 
    2. De tweede categorie betreft medeplichtigheid aan mensenrechtenschending. Wanneer de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit met het Chinese surveillance- en telecombedrijf Huawei samenwerken op het gebeid van kunstmatige intelligentie, dan helpen ze dat bedrijf bij het ondermijnen van mensenrechten in China. Wanneer een Nederlandse universiteit steun geeft aan een instituut dat in ‘de wolk’ zit, dan wordt Nederlandse belastinggeld aangewend voor propaganda die het Chinese systeem verdedigt of sterkt. Dit is niet erg consistent met de miljoenen die Nederland uitgeeft aan mensenrechten in het buitenland.
    3. De derde categorie betreft kwalijke politiek. Universiteiten die buigen voor druk van Chinese nationalisten uit financiële motieven verdienen publieke veroordeling. Een professor die naar bijeenkomsten gaat van een organisatie die nauwe banden heeft met de Chinese ambassade en daar zegt hoe geweldig hij Xi Jinping vindt, maakt gebruik van zijn grondwettelijke vrijheden van vergadering en van meningsuiting. ‘Kwalijke politiek’ van individuen dient op politieke wijze bestreden te worden, of in ieder geval buiten de overheid om – via debat, demonstraties, studentenverkiezingen en de vrijheid van instellingen om zelf te bepalen wier contract ze wel of niet verlengen en welk instituut ze wel of niet openhouden.

    De wolk die het Verenigd Front heeft gecreëerd, is simpelweg het resultaat van de manier waarop de Chinese partijstaat functioneert. In sommige gevallen vormen ze slechts de tegenhangers van wat in Nederland Nuffic, RVO, enz. zijn. Het grote verschil is dat organisaties in China altijd onder de uiteindelijke controle van de Partij staan en dat deze wolk de wereld in een richting uitstuurt die wij als slecht beoordelen.

    Het is daarom de zaak om voorzichtig te zijn. Verlies niet uit het oog welke organisaties onder het Verenigd Front vallen. Maar realiseer je daarbij ook dat er meer prikkels spelen bij de verdeelde Chinese overheid. Daarnaast is het ook onvermijdelijk dat er ware gelovigen – de tankies – zijn, die ook gewoon de vrijheid hebben om dat te geloven. Het voorkomen van ongewenste Chinese beïnvloeding vereist dus zowel wetshandhaving als een politieke strijd. Voor dat laatste is meer nodig dan enkel de overheid er op af sturen.

  • Wat Xi Jinping’s ‘common prosperity’ gemeen heeft met het ‘Belt and Road Initiative’

    Waar een paar jaar terug iedereen binnen en buiten China over elkaar heen buitelde om Xi Jinping’s hippe Belt and Road Initiative (BRI) – ‘One Belt, One Road’ (OBOR, 一带一路 yī dài, yī lù) – uit te leggen, is het nieuwe trendwoord ‘common prosperity’ (共同富裕 gòngtóng fùyù). Voor een toegewijde pekingoloog is het nuttig om de specifieke toespraken van Xi bij de introductie van deze projecten door te pluizen om te begrijpen wat er nu precies gaat gebeuren. Voor de gemiddelde toehoorder valt er meer te leren door op een abstracter niveau te blijven. De BRI en ‘common prosperity’ zijn namelijk een soort van massacampagne’s, echo van het gebruik van de Chinese Communistische Partij (CCP) om te regeren per slogan. Het heeft dan ook niet heel veel zin om te zoeken naar een specifiek beleidsplan.

    Regeren per slogan

    In haar vergelijkend onderzoek naar de modernisering van het openbaar bestuur in vroeg-communistisch China en naoorlogs Taiwan beschrijft de academica Julia C. Strauss het verschil tussen de moorddadige partijstaten van de CCP en de Taiwanese reïncarnatie van de Chinese Nationalistische Partij (KMT). Het totalitarisme van de KMT leunde veel sterker op een toneelspel van bureaucratie en juridische procedure’s. De paternalistische bureaucraten maakten gebruik van beleidsdocumenten die hun martelingen en executies een zweem van systematiek gaven. De nachtmerrie van de CCP bestond uit het mobiliseren van massacampagne’s (运动 yùndòng) met het behulp van slogans en voorbeelden die de lokale partijkaders en ‘de massa’ samen mobiliseerden voor de doelen van de Partij.

    BRI begon ook als slogan. Na de eerste toespraak van Xi in 2013 in Kazachstan kwamen verschillende experts met verschillende kaartjes die de routes van de ‘Silk Road Economic Belt’ en ‘21st Century Maritime Silk Road’ zouden tonen. Er is echter geen geheim masterplan. Wat er gebeurde, was dat in allerlei toespraken en artikelen het Centrum (中央 zhōngyāng, d.w.z. ‘Peking’) de beleidsrichting in slogans uiteenzette. Op lokaal niveau gingen Chinese beleidsmakers en (staats)bedrijven daar vervolgens mee aan de slag.

    Het promotiesysteem dwingt Chinese functionarissen te werken op de korte termijn. De beoordeling van hun voortgang – en dus hun promotie – hang niet alleen af van economische groei en ‘stabiliteitsbeheer’ (维稳 wéiwěn) in hun jurisdictie, maar ook van hun steun voor de laatste projecten van het Centrum. Men begon met rap bestaande projecten te voorzien van het nieuwe BRI-stempel. Daarnaast kwamen er nieuwe projecten, geholpen door makkelijk geld van banken die ook hun steun moesten laten zien. Dit was niet centraal geregeld.

    Voorbeeld van de contradicties die dit op kan leveren zijn de twee concurrerende diepzeehavens in Maleisië, gesteund door elk een andere Chinese provincie. De mogelijkheden tot misbruik en de wildgroei aan projecten zorgt dat na de initiële explosie het Centrum orde op zaken stelt door de excessen aan te pakken en modelprojecten te promoten in publicaties als het Volksdagblad, wat omlaag filtert via lokale partijstaatsmedia. Aanpassingen volgen.

    Common Prosperity

    Nu heeft Xi een nieuw project, bedoeld o.a. om de groeiende ongelijkheid aan te pakken. Zoals George Magnus observeert, is het nieuwe ‘common prosperity’ ook een slogan. Hoewel de geplande proeven met belasting op ontroerend goed wel enigszins in de richting van hervormingen wijzen, lijkt het erop dat we geen uitgedacht beleidsdocument hoeven te verwachten. In plaats daarvan zien we, net als bij het BRI, dat op de lagere niveau’s men de nieuwste oekaze van het Centrum heeft gelezen en met de vertrouwde verzameling van subsidies en investeringen komt om te laten zien dat met het serieus neemt.

    Een werkelijke hervorming van het Chinese economische model zou een grondig nadenken vereisen aan de top. Maar daar zien we juist de sacralisering van het Chinese Socialisme, vorige week nog bevestigd door de geschiedenisresolutie van het Zesde Plenum van het Centraal Comité. Regeren per slogan is de modus operandi van de Partij. Ook de veelgeroemde Hervorming en Opening (改革开放 gǎigé kāifàng) ging verder op deze wijze. Na oproepen tot een nieuwe richting, volgde op lokaal niveau experimenten, waaruit de leiders dan een bloemlezing kozen ter lering en illustratie.

    Ik wil niet de technocraten tekort doen, wier plannen wel degelijk ook een grote rol speelden. Daarnaast is regeren per slogan ook een manier om te besturen, eentje die China heeft geleid tot waar het nu is. Het idee van ‘common prosperity’ is een logische invulling van de nieuwe ‘hoofdtegenstelling’ (主要矛盾 zhǔyào máodùn, ‘principal contradiction’) – „the contradiction between unbalanced and inadequate development and the people’s ever-growing needs for a better life” – die de Partij in 2017 aannam. Maar een specifieke definitie van wat het nu inhoudt, die krijg je zelfs niet van Xi. Het is de vraag of de aanpak die juist de ‘unbalanced and inadequate development’ op heeft geleverd, de manier is om de problemen daarvan op te lossen.

  • Enkele korte observaties over Xi’s mooie nieuwe geschiedenisresolutie

    De veelbesproken geschiedenisresolutie van China’s president Xí Jìnpíng (习近平) is aangenomen. Vanochtend hield het Centraal Comité van de Chinese Communistische Partij een persconferentie over de uitkomst van de Zesde Plenaire Zitting (6e Plenum). Gisteravond al kwam er een communiqué. Het grootste deel hiervan ging over de aanname en inhoud van de ‘Resolutie van het Centraal Comité van de CCP aangaande de belangrijke verworvenheden en historische lessen tijdens de eeuw van strijd van de Partij’ (中共中央关于党的百年奋斗重大成就和历史经验的决议). Er zijn andere mensen met veel betere kennis van de Chinese binnenlandse politiek, dus in dit blogbericht waag ik me slechts aan enkele korte observaties over het stuk.

    Draadje waarin ik de berichtgeving bundel.

    Xi de Grote Leider

    Het is belangrijk om op te merken dat we de tekst van de Resolutie zelf nog niet hebben. Maar op basis van de samenvatting in het Communiqué kunnen we al enkele dingen zeggen. Wat de meeste pekingologen als eerste hieruit opmaken, is een bevestiging van eerdere observaties dat Xi Jinping zich in het rijtje plaatst van de grote drie leiders: Máo Zédōng (毛泽东), Dèng Xiǎopíng (邓小平), en Xi Jinping zelf. Xi’s directe voorgangers – Jiāng Zémín (江泽民) en Hú Jǐntāo (胡锦涛) – worden wel (ieder één keer) genoemd, maar zijn duidelijk van mindere statuur.

    In contrast met de geschiedenisresoluties van Mao en Deng, gaat die van Xi niet over historische problemen maar over historische verworvenheden. Het is een triomfantelijk stuk. In een stuk voor China2025.nl legde ik uit in welk Moment in de geschiedenis China zich volgens de ideologie van de Partij nu bevindt. De verhaallijn uit eerdere toespraken van Xi is duidelijk. Mao heeft China doen opstaan, Deng zette China op het pad naar rijkdom, en onder Xi is China weer sterk geworden. Op basis van dit platform gaat het land op weg naar de Grootse Herrijzenis.

    Het Communiqué maakt duidelijk dat dit platform een ideologisch fundament heeft dankzij Xi Jinping. Hij:

    是习近平新时代中国特色社会主义思想的主要创立者。习近平新时代中国特色社会主义思想是当代中国马克思主义、二十一世纪马克思主义,是中华文化和中国精神的时代精华,实现了马克思主义中国化新的飞跃。

    is thus the principal founder of Xi Jinping Thought on Socialism with Chinese Characteristics for a New Era. This is the Marxism of contemporary China and of the 21st century. It embodies the best of the Chinese culture and ethos in our times and represents a new breakthrough [Sprong] in adapting Marxism to the Chinese context.

    bron: Engels; Chinees

    Voor de goede orde stelde men tijdens de persconferentie (minder belangrijk, want niet in communiqué) ook nog

    坚定拥护和维护习近平总书记的核心地位,全党就有定盘星,全国人民就有主心骨,中华“复兴”号巨轮就有掌舵者

    Als we standvastig de Kern-positie van algemeen secretaris Xi Jinping steunen en beschermen, dan heeft de hele Partij een richtsnoer, het hele Volk een steunpilaar, het grote schip van de Chinese Herrijzenis een Roerganger

    bron: Engels; Chinees

    Het moge duidelijk zijn: Xi Jinping is niet meer zo maar weg te krijgen. Zo lang hij leeft, zal hij politieke macht hebben. Want al die verwijzingen naar Xi en zijn Gedachten worden steeds sterker verankerd in de basisdocumenten van een Partij die gestuurd wordt door het verplicht bestuderen van zulke documenten.

    Het is nu de vraag of het Gedachtegoed van Xi Jinping voor het Nieuwe Tijdperk van het Socialisme met Chinese Karakteristieken op het belangrijke Partijcongres van oktober 2022 zal worden afgekort tot simpelweg Gedachtegoed van Xi. Zoals Chris Johnson zei in een podcast, deze resolutie is een poging van Xi om zijn suprematie te bevestigen, onderdeel van een politieke strijd in de aanloop naar dat congres, die al lang niet meer gaat over de vraag of hij de baas blijft (dat is al gewonnen), maar over hoe veel poppetjes de andere facties nog over weten te houden.

    Buitenlandbeleid

    Het Communiqué bevat twee paragrafen die over Hong Kong, Macao Taiwan en buitenlandbeleid gaan. (Voor China is Taiwan net als Hong Kong geen buitenlandbeleid.) De paragraaf over buitenlandbeleid stelt dat de ‘gemeenschap met een gedeeld lot voor de mensheid’ (人类命运共同体 rénlèi mìngyùn gòngtóngtǐ) een duidelijke vlag is die de trend van de geschiedenis leidt. De Chinese invloed, aantrekkingskracht en creatiekracht (塑造力 sùzàolì) zijn allemaal gegroeid. Net als uit de eerdere uitspraak dat Xi Jinping’s Gedachtegoed het marxisme van de 21e eeuw is, spreekt ook hieruit een steeds openlijker beleden geloof dat de Volksrepubliek de wereld een model te bieden heeft.

    De paragraaf over Hong Kong, Macao en Taiwan stelt dat het Centraal Comité een aantal maatregelen heeft aangenomen voor zowel de symptomen als de oorzaken van de problemen (采取一系列标本兼治的举措). ‘Patriotten’ besturen nu Hong Kong en Macao. Wat betreft Taiwan herhaalt het stuk de gebruikelijke afkeer tegen ‘separatistische activiteiten’ en ‘buitenlandse inmenging’. Maar het Communiqué stelt: „we hebben het initiatief en de mogelijkheid om betrekkingen [met Taiwan] te sturen stevig in de hand” (牢牢把握两岸关系主导权和主动权). Dit is geruststellende taal die claimt dat de Partij nog altijd de bovenhand heeft en zich dus ook geen avonturen op de hals hoeft te halen.

    De eerdere geschiedenisresoluties, van 1945 en 1981, noemden Hong Kong en Taiwan niet, omdat beide toen nog geen politieke prioriteiten waren van de Partij. Dat ze nu wel genoemd worden, betekent niet dat er een grote breuk is met het verleden. Ook wat betreft de ‘Consensus van 1992’ is er niks nieuws. Hoewel eerder lager geplaatste functionarissen experimenteerden met het vergaandere ‘de “Consensus van 1992” die het een China-principe belichaamt’ (体现一中原则的“九二共识”), volgt de formulering hier nog de vaste ‘een China-principe en de “Consensus van 1992”’ (一个中国原则和“九二共识”).

  • Hoe lees je de toespraak van Xi Jinping?

    Eind juli 1921 organiseerde de Nederlandse Comintern-agent Henk Sneevliet de oprichting van de Chinese Communistische Partij (CCP). Onder toezicht van Moskou en met belangrijke materiële steun van de Sovjetunie wist deze Partij zich onder Máo Zédōng (毛泽东) uit te bouwen tot een machtige organisatorische machine die in 1949 de Chinese burgeroorlog won. De Volksrepubliek China (PRC) viert de oprichting van de CCP sindsdien (incorrect) op 1 juli.

    Jubilea met ronde cijfers zijn belangrijk in de Chinese partijstaat. Twee zijn nu het belangrijkst. In 2049 is het honderdjarig bestaan van de Volksrepubliek. Tegen die tijd moet de Chinese Droom van de Grootse Herrijzenis van het Chinese Volk bereikt zijn. De andere is het honderdjarig bestaan van de CCP. Dat jubileum was vanochtend.

    Het hoogtepunt van het showgeweld was een toespraak van Xí Jìnpíng (习近平), president van de Volksrepubliek China, voorzitter van de Centrale Militaire Commissie van de CCP en de PRC, en vandaag vooral en vooreest algemeen secretaris van de Chinese Communistische Partij. De woorden voor zulke toespraken worden vooraf zorgvuldig gewogen. Citaten dienen als basismaterieel voor komende propagandacampagnes. Ondertussen verwerken de partijkaders het geheel noestig in hun beleidsplannen. Daarom is het belangrijk om zulk materieel zorgvuldig en aandachtig te lezen.

    Draadje van de Engelstalige berichtgeving over de toespraak.

    Eerst de context. Jude Blanchette legt in Foreign Affairs uit dat China een ‘window of opportunity’ ziet van 10–15 jaar nu ‘het Westen’ volgens Peking in neerwaartse gang is en de gunstige demografische en economische omstandigheden nog niet ten einde zijn. Eerder schreef ik al over het belang van een materialistisch deterministisch geloof in de ‘loop van de geschiedenis’. Peking ziet de krachten van de geschiedenis nu bijeenkomen in een moment vol gevaar en kansen voor de Chinese ‘herrijzenis’. De belangrijkste alinea in het commentaar van het Volksdagblad vandaag is dan ook de verwijzing naar de ‘Epochale Omwenteling’ (百年未有之大变局 bǎinián wèi yǒu zhī dà biànjú, ‘Grote Verandering Niet Gezien in een Eeuw’) van het moment:

    De huidige wereld ondergaat een grote verandering niet gezien in een eeuw. Ons land bevindt zich nu in het sleutelmoment voor het bereiken van de Grootse Herrijzenis van het Chinese Volk. Onze Partij leidt het volk in de grootse strijd met vele nieuwe historische karakteristieken. De veranderingen van situatie en omgeving zijn snel; de taken van hervorming, ontwikkeling en stabiliteit zijn zwaar; de uitdagingen van tegenstellingen en risico’s zijn veel; de beproevingen van het landsbestuur van onze Partij zijn ongeëvenaard groot.

    当今世界正经历百年未有之大变局,我国正处于实现中华民族伟大复兴关键时期,我们党正带领人民进行具有许多新的历史特点的伟大斗争,形势环境变化之快、改革发展稳定任务之重、矛盾风险挑战之多、对我们党治国理政考验之大前所未有。

    铸就百年辉煌 书写千秋伟业(社论)——热烈庆祝中国共产党成立一百周年,《 人民日报 》( 2021年07月01日   第 01 版)

    Het contrast tussen het geloof dat het Chinese systeem zijn superioriteit heeft bewezen en de kwetsbaarheid van het moment zijn terug te lezen in de bombastische en nationalistische taal van de toespraak van Xi vanochtend (originele tekst, afgezwakte officiële Engelse vertaling). Het eerste deel is een overzicht van wat de CCP allemaal heeft bereikt. Het gebruikelijke overzicht van vernedering en oorlog overwonnen voor het Chinese Volk verenigd onder de Partij krijgt extra luister door de verklaring dat het eerste ‘honderdjaardoel’ is bereikt: de strijd tegen de absolute armoede is gewonnen.

    De les van de geschiedenis is dat het voorbestaan van het sterke leiderschap van de Partij de onmisbare voorwaarde is voor het voortbestaan van de rijkdom, veiligheid en waardigheid van China. Zonder Partij geen Nieuw China, zonder Nieuw China geen Grootse Herrijzenis (没有中国共产党,就没有新中国,就没有中华民族伟大复兴). In de traditie van Hegel en Marx: „Geschiedenis en het volk hebben de CCP gekozen.” (历史和人民选择了中国共产党。) Dat betekent ook dat er nog meer ‘partijconstructie’ plaats moet vinden: de rol van de Partij, al versterkt onder Xi Jinping, zal alleen nog maar sterker moeten worden. Pogingen om de Partij en het Volk van elkaar te scheiden kunnen rekenen op verzet van álle 1,4 miljard Chinezen, omdat de Partij de fundamentele belangen van het Volk vertegenwoordigd en geen eigenbelang heeft. De Partij is China is het Volk.

    Het nationalistische gehalte van de toespraak is hoog. De Chinese natie met haar zogenaamd vijfduizend jaar aan excellente beschaving heeft enorme bijdragen geleverd aan de mensheid. (中华民族是世界上伟大的民族,有着5000多年源远流长的文明历史,为人类文明进步作出了不可磨灭的贡献。) Natuurlijk is de Partij bereid te leren van wat voor nuttige dingen de rest van de mensheid heeft bijgedragen, maar aan het bezwerende vingertje van de leermeester heeft men geen behoefte. ‘China’, d.w.z. de Partij, kiest haar eigen pad!

    Daar is een sterk leger voor nodig, om nationale waardigheid te beschermen, maar ook om de vrede in de regio en de wereld te bewaren. De Partij hoort leidend te zijn in het leger. Hoewel historici tegenwoordig de verschillende keizerrijken in wat we nu China noemen steeds vaker beschrijven als imperialistische mogendheden, claimt deze toespraak nog volgens orthodoxe lijn dat het Chinese volk nooit mensen of andere landen heeft onderdrukt en dat ook nooit zal doen. Maar de Chinezen, hoewel rechtvaardig, zijn niet bang om te vechten als ze worden gedwongen (中国人民是崇尚正义、不畏强暴的人民). Elke ‘buitenlandse mogendheid’ die het waagt om China te onderrukken „zal zijn hoofd kapot slaan tegen een ijzeren Grote Muur uit vlees en bloed gebouwd door 1,4 miljard Chinezen!” (必将在14亿多中国人民用血肉筑成的钢铁长城面前碰得头破血流!)

    Als de militairen in ganzenpas tussen de massaspelen door het al niet duidelijk maakten: ‘de Chinezen’ zijn nu sterk geworden en laten niet meer met zich sollen. Nu zijn we aangekomen bij de tweede eeuw van de Partij. Een nieuw tijdperk breekt aan. Maar het slachtofferschap van een gekrenkt nationalisme is nog steeds sterk in China, zoals ook bleek op de sociale media. Nu per 2021 de macht er is, moet dat concreet resultaat op gaan leveren. In de aanloop naar de volgende mijlpaal in 2049 is het de zaak om op de basis van het fundament dat is gelegd de rechtmatige dominante rol van China weer te herstellen. Dit is het ‘honderdjaardoel’ van de Grootse Herrijzenis: ‘het bouwen van een in alle opzichten moderne en sterke socialistische staat’ (全面建成社会主义现代化强国).

    Onderdeel van deze Herrijzenis is de annexatie van Taiwan. In de toespraak komt dit na de paragraaf over Hong Kong en Macao aan bod. Daarin herhaalt Xi nog eens dat volledige nationale hereniging de onvermijdelijke historische taak is van de Partij. Het één China-principe en de ‘Consensus van 1992’ komen weer voorbij. Alle mensen van Chinese komaf hebben de taak om zich te verenigen en „vastberaden elke poging tot ‘Taiwanese onafhankelijkheid’ te verpletteren en samen te werken aan de mooie toekomst van de Herrijzenis van het volk.” (包括两岸同胞在内的所有中华儿女,要和衷共济、团结向前,坚决粉碎任何“台独”图谋,共创民族复兴美好未来。) Ter afsluiting volgt nog een herinnering aan de vastberadenheid van China bij het beschermen van soevereiniteit en grondgebied. Maak je borst maar nat.

  • Het belang van aanhalingstekens in Chinese politieke correctheid: de juiste woorden voor de zogenaamde ‘objectieve waarheid’

    Het is makkelijk om je vermaken over de bombast van het taalgebruik wanneer de Chinese partijstaat zich weer eens boos maakt over iets of iemand. Er zijn veel gevoeligheden om rekening te houden in de betrekkingen met Peking. De juiste woordkeuze is daarbij belangrijk. In diplomatiek verkeer is dat natuurlijk altijd zo, alleen is het bij China nog gevoeliger. Dat is niet alleen een effect van de (overschatte) ‘confucianistische’ erfenis, maar ook van het feit dat de Volksrepubliek nog altijd officieel een marxistische-leninistische-maoïstische staat is. Elke ambtenaar en partijkader moet op ideologische les en leert dus ook lezen en schrijven volgens het wereldbeeld van het Socialisme met Chinese Karakteristieken.

    Denigrerende aanhalingstekens

    Een van die karakteristieken uit zich in het veelvuldig weglaten of juist toevoegen van aanhalingstekens, al dan niet met een extra ‘zogenaamde’ (所谓 suǒwèi, ‘so-called’). Er zit een groot verschil tussen de betekenis van aanhalingstekens in de Westerse wereld en in China. Dit komt deels door een andere academische geschiedenis: in de klassieke Chinese traditie hield men al veelvuldig eerdere werken aan zonder te citeren of aanhalingstekens te gebruiken — niet alleen waren er in die tijd nauwelijks leestekens, men werd ook geacht om verwijzingen simpelweg direct te herkennen, aangezien de literati tijdens hun studie alle belangrijke werken uit hun hoofd leerden. Nog altijd tref je in Chinees academisch werk veel minder voetnoten aan.

    Maar het komt ook door een versimpeld marxistisch onderscheid tussen ‘subjective’ en ‘objectieve’ waarheid. Jouw belangen bepalen hoe je de wereld ziet en bijvoorbeeld ‘kapitalistische’ media spreken dus, namens hun eigenaar, de subjectieve waarheid. De Partij spreekt namens het Volk en verkondigt dus de ‘objectieve’ waarheid. In officiële publicaties geven aanhalingstekens aan dat iets subjectief — verkeerd — is. China heeft simpelweg soevereiniteit over de Diaoyu/Senkaku-eilanden, Japan claimt ten onrechte zogenaamde “soevereiniteit”.

    Dit vind je ook terug in de berichten van staatspersbureau Xinhua. Het verslag van de ontmoeting tussen de Chinese ministers van buitenlandse zaken Wáng Yì (王毅) en premier Mark Rutte gebruikt geen enkele aanhalingsteken. De paragrafen tekst van beider uitspraken wordt simpelweg geplakt achter een ‘Wang said …’ en ‘Rutte said …’.

    Dit gebruik kan ook tot culturele misverstanden leiden. Florian Schneider haalt in zijn boek over digitaal Chinees nationalisme de aanslag van 2014 in Kunming aan: toen westerse media in hun koppen de gebruikelijke vorm gaven, in de trant van ‘Chinese overheid zegt dat mesaanval “terreuraanslag” was’, leidde dit tot woedde onder enkele internetgebruikers, die hierin een ontkenning van deze claim zagen. Want de overheid en staatsmedia gebruiken aanhalingstekens om de illegitimiteit van het geciteerde te benadrukken.

    In de boze reactie van Xinhua op de felicitaties met haar herverkiezing aan President Tsai Ing-wen van de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Mike Pompeo staan de woorden “partnership”, “Taiwan independence”, en “president” tussen aanhalingstekens, al dan niet vergezeld door een ‘so-called’. Maar dat het woord ‘president’ valt is slechts omdat Pompeo het gebruikte; in andere gevallen moet dat woord vermijdt worden.

    Wijs Taiwan op zijn plaats

    Want naast gevaarlijke woorden te isoleren met zogenaamde ‘aanhalingstekens’ is het voor Peking bij gevoelige zaken zoals Taiwan ook belangrijk om de juiste woordkeus in acht te nemen. Die moet de objectieve — dat wil zeggen: ‘correcte’ — werkelijkheid weergeven. Een los ‘Taiwan’ is gevaarlijk. Ook al kunnen verwijzingen naar een provincie als Shandong zonder, dan nog zul je China vaak horen spreken over ‘China’s Taiwan’ of zelfs ‘China’s Taiwan region’.

    In een academisch artikel vertaalt Anne-Marie Brady een document van het Kantoor voor Taiwanzaken van de Chinese Staatsraad uit 2002 dat de correctie terminologie voor het bespreken van Taiwan uitlegt.

    De regering van wat formeel nog de Republiek China heet mag nooit zo genoemd worden, dat moet ‘de Taiwanese autoriteiten’ zijn. Alles met ‘Centraal’ of ‘Nationaal’ of ‘Ministerie’ in de naam kan niet, want dat suggereert dat Taiwan een staat is. Dus: niet ‘Ministerie van Onderwijs’ maar ‘onderwijsautoriteit’; niet ‘Nationale Universiteit van Taiwan’, maar simpelweg ‘Universiteit van Taiwan’; niet ‘President’, maar ‘leider van de Taiwanese regio’; niet ‘grondwet’, maar ‘regeling van grondwettelijke aard’. Als deze termen echt genoemd moeten worden, dan alleen tussen aanhalingstekens.

    Dit gaat ook tot beleid: een ‘white paper’ van de Taiwanese regering mag niet zo worden genoemd, want in de Chinese bureaucratie zou dat een autoriteit signaleren die Taiwanese autoriteiten natuurlijk niet hebben. Om dezelfde reden werd ook het recente bezoek van de Tsjechische senaatspresident aan Taipei een ‘so-called “visit”’ — in China is de naam die aan een reis van een hoogwaardigheidsbekleder wordt gegeven een teken van autoriteit. Concepten zoals Taiwans formele onafhankelijkheid zijn zo verfoeilijk dat die ook door aanhalingstekens in quarantaine moeten worden gezet. Taiwanezen hebben geen ‘paspoort’, maar een ‘reisdocument’.

    Ook met verwijzingen naar de Volksrepubliek moet je oppassen. Het is verkeerd om ‘Mainland China’ te zeggen, want dat impliceert dat er nog een ander China is naast het Vastelandchina. Dus: ‘Chinese Mainland’. Als de context niet om Taiwan, Hong Kong, of Macao gaat, dan moet je het ‘Vasteland’ helemaal niet noemen, want de Volksrepubliek is simpelweg China. De oorspronkelijke bewoners van Taiwan — aborigines, yuánzhùmín (原住民) — mogen ook niet zo genoemd worden. Volgens Peking zijn ze op het eiland waar ze voor de Chinese kolonisatie de baas waren slechts ‘minderheid’ (少数民族 shǎoshù mínzú).

    Op Google Maps kun je een continu heen-en-weer zien tussen Chinese nationalisten en Taiwanezen die steeds de namen van universiteiten en andere gebouwen aanpassen. In Taiwan kun je de pro-Peking academici eruit pikken door te kijken hoe ze op hun cv’s hun academische achtergrond beschrijven. In sommige gevallen worden Taiwanese academic gedwongen hun affiliatie aan te passen op last van Chinese redactionele regels. De Chinese staat leest uit je woordkeus welk politiek standpunt je inneemt. Het is dus niet alleen de zaak voor buitenlandse overheden om te zorgen dat ze Peking niet onnodig boos maken, maar ook dat ze niet onnodig concessies doen aan China’s Één-China-Principe die niet in hun eigen Één-China-Beleid staan.

  • Een onzekere en triomfantelijke Chinese Communistische Partij viert zichzelf (en het Covid-19 succes)

    In tegenstelling tot Europa heeft China inmiddels de Covid-19-pandemie onder controle. Hoewel er nog steeds strenge regels van kracht zijn op inreizen vanuit het buitenland, gaat het leven in China steeds meer weer zijn gang. In vergelijk met de chaos in de Verenigde Staten en de onvolledige respons in Europa lijkt voor de gemiddelde Chinees de dagelijkse werkelijkheid daar erg goed. Daarbij wordt hij geholpen door een gezonde dosis triomfantelijk nationalisme en een opgeschoonde propagandaversie van wat er de afgelopen maanden is gebeurd. Maar de grootste ceremonie in Peking dinsdagochtend om dit te vieren verbloemt ook grote onzekerheid.

    Mijn tijdlijn van het verloop van de Covid-crisis tijdens de eerste helft van dit jaar laat zien dat China ook grote fouten heeft gemaakt. Eind december en begin januari was al bekend in delen van het systeem dat het nieuwe virus van mens op mens kon worden overdragen. Alleen zorgde de paranoïde in het systeem en de grote macht van de partijsecretaris op elk niveau voor structurele belemmeringen van snelle doorgave van deze informatie en snelle handeling daarop. Deze hele viering is echter gebaseerd op de notie dat China deze grootse overwinning op het virus juist heeft behaald vanwege het systeem.

    Men moet niet vergeten dat er twee belangrijke filters aan het werk zijn in China. Het eerste is een sterk Chinees nationalisme, wat gekenmerkt wordt door wat William A. Callahan ‘pessoptimisme’ noemt: slachtofferschap en superioriteitsgevoel. Het tweede is de censuurmachine en staatsmedia die de partijlijn moeten volgen. Daarnaast zijn Chinezen als niet-Westerse mensen natuurlijk minder gebonden aan het Westerse zelfbeeld en kunnen dus makkelijker onze slechte kanten erkennen. Nu zijn er twee grote crises geweest die in de optiek van het Chinese wereldbeeld bewijs zijn van de zwakte van het ‘Westen’ en de kracht van het Chinese systeem.

    Economen maken zich zorgen over de manier waarop China zich met schuldenopbouw door de economische crisis van 2008 heeft geslagen. Er zijn grote structurele problemen met de Chinese economie die door de manier van het herstel alleen nog maar erger zijn gemaakt. Echter, in de officiële Chinese optiek liet 2008 juist zien dat er grote contradicties zijn in het Westerse kapitalisme en was het China dat de crisis goed wist te doorstaan. Nu komt daar nog de pandemie bij op. Veel Chinezen geloven niet dat het virus werkelijk uit Wuhan komt. Dus China heeft geen schuld. In plaats daarvan heeft China juist één van de beste reacties gehad, terwijl Amerika juist volledig faalt. Onvolkomenheden en plaatselijke misstanden worden genegeerd in ruil voor een groots propagandaverhaal van triomf waarin geen ruimte is voor negatief geluid.

    Dit voedt alleen maar de notie dat het nu de beurt is van China in de wereld. Het Westen (Verenigde Staten) is aan het neergaan. Een historisch materialistische kijk op de geschiedenis zou laten zien dat China’s opkomst nu onvermijdelijk is. Dat alles is mogelijk dankzij de voordelen van het leiderschap van de Communistische Partij van China en van het Socialisme met Chinese Karakteristieken. Jammer genoeg proberen nu echter jaloerse Westerse mogendheden dit te stoppen. Terwijl onzekerheid over de veiligheid van China’s positie in de wereld groeit in Peking neemt het blinde zelfvertrouwen in het eigen systeem toe.

    In zijn toespraak begint president Xí Jìnpíng (习近平) de opsomming van de zes belangrijkste lessen van de pandemie met de volgende claim als eerste les:

    “De grootse praktijk van de strijd tegen de pandemie bewijst nogmaals dat de ongeëvenaard krachtige leiderschapmacht van de Communistische Partij van China in tijden van storm en regen de meest betrouwbare toeverlaat is van het Chinese volk.”
    抗疫斗争伟大实践再次证明,中国共产党所具有的无比坚强的领导力,是风雨来袭时中国人民最可靠的主心骨

    习近平:在全国抗击新冠肺炎疫情表彰大会上的讲话

    China-expert David Bandurski leest in het verslag van de ceremonie op de voorpagina van partijkrant Volksdagblad een ander belangrijk punt: het hele circus is onderdeel van het versterken van de centrale rol van Xi Jinping en het centrum van de Partij in het Chinese politieke systeem.

    “The final, penultimate paragraph of this shelun (社论) provides the clearest picture of what the pomp and circumstance today were really about – namely, the home stretch in the leadership’s marathon re-positioning of the COVID-19 pandemic as a story about the power and position of Xi Jinping and the CCP.”

    Trumpets and Whispers – David Bandurski for the China Media Project

    Want Peking maakt zich wel degelijk zorgen over de macht van lokale partijsecretarissen, een probleem inherent aan een leninistisch partij-staat dat niet alleen rol speelde bij de uitbraak van de pandemie in Wuhan maar continu beleid van de centrale overheid frustreert. Een charismatisch element in het systeem gericht op Xi Jinping kan helpen om deze blokkades te omzeilen. Het bewustzijn van de noodzaak om wat te doen aan de relatieve binnenlandse zwakte van de Chinese nationale leiders is nog weer eens een bewijs voor de schizofrenie in Peking. Aan de ene kant zien we steeds triomfantelijker geloof in de superioriteit van China. Aan de andere kant is er groeiend angst over de eigen zwakte en tegenstand in de internationale gemeenschap. Dit kan tot rare sprongen leiden.