De ‘internationale gemeenschap’ is altijd al breder geweest dan het Westen. Nu meer een meer landen rijker worden kunnen we het echter niet zo makkelijk meer negeren. De recente acties van Peking maken dat nog maar weer eens duidelijk. De spanningen tussen China en de Verenigde Staten lopen op. De Volksrepubliek, in reactie daarop, overtuigd van de superioriteit van haar systeem en bang voor de kwetsbaarheid van de Chinese opkomst, probeert Europa los te weken van de VS, maar heeft ons niet per se nodig. Peking gaat namelijk ondertussen rustig door met het werken aan een meerderheid in de internationale gemeenschap door zich te richten op landen die nooit heel erg pro-Westers zijn geweest. Het is tijd dat we bewust worden van het feit dat de westerse landen een numerieke minderheid zijn.
De Chinese minister van buitenlandse zaken Wáng Yì (王毅) is net terug van een rondje Rusland, Kazachstan, Kirgizië, en Mongolië. Een van de onderdelen van de reis was een vergadering van de Shanghai Cooperation Organisation (SCO) – een soort OESO voor Centraal-Azië met wat meer nadruk op wat de vaak autoritaire leiders van de lidstaten ‘terrorisme’ noemen. Wang stelde deze samenwerking voor als bijdrage aan wereldvrede en bescherming tegen de destabiliserende inmenging van zekere ‘buitenlandse mogendheden’.
Het is makkelijk om lacherig te doen als juist China en Rusland aankondigen samen te werken tegen misinformatie, of als de Chinese minister claimt dat Rusland en China samen een bron van stabiliteit zijn in de wereld, terwijl juist deze twee landen zo hard aan het stoken zijn in hun omgeving. Maar los van het feit dat deze leiders daar misschien wel echt in geloven, kan Europa er niet van op aan dat zulke coalities geen succes zullen boeken.
De Amerikaanse Alleingang zet de transatlantische alliantie steeds meer onder druk. Het is ook niet zo vanzelfsprekend dat een groot deel van de wereld het Westen automatisch volgt. Wanneer het de belangen van die landen dient, of als men denkt dat het Westen een aantrekkelijk model biedt, dan volgt men graag. Maar wanneer westerse landen in politieke chaos verkeren en China’s groeiende macht niet alleen maar dwingt maar ook steeds meer aantrekt, dan is dat anders. Bovendien kan de Franse president Emmanuel Macron in zijn strijd voor Europese soevereiniteit wel roepen dat Europa ‘terug’ is op het wereldtoneel, maar in de ogen van een heel groot deel van de wereld was de laatste keer dat Europa centraal op het podium stond een periode van imperialisme en kolonialisme. Dat zijn geen goede herinneringen.
Veel landen in de wereld zijn ook helemaal niet zo democratisch. Corruptie is een groeiend probleem overal. Maar in sommige landen is het zo’n groot onderdeel van de politiek, dat het makkelijker is samen te werken met China. Niet alleen stellen die geen lastige vragen, de modus operandi van een partijstaat past ook beter bij maffiapraktijken. Los van de (vermeende) gedeelde geschiedenis van anti-koloniale strijd, zijn veel Afrikaanse, Aziatische, en Latijns-Amerikaanse landen ook aan China gebonden door stemmenkoperij binnen de Verenigde Naties.
Die steun voor de Chinese posities in de VN is er al een tijdje. Een belangrijk hulpmiddel hiervoor is wat eufemistisch de ‘Like-Minded Group’ heet. Tijdens een discussie van de concentratiekampen in Xinjiang voor de VN Mensenrechtenraad in de zomer van 2019 was er een brief van 22 westerse (en Japanse) landen die de Chinese onderdrukking veroordeelden. Peking wist daarop een brief met steun voor zijn afschuwelijke beleid te regelen, ondertekend door 50 landen, waaronder veel islamitische. Deze groep landen helpt China vaker. Een andere geliefde samenwerkingspartner van Peking is de ‘Group of 77’ (G77), inmiddels bestaand uit 137 ontwikkelingslanden. In Zuidoost-Azië zijn Cambodja en Laos nauw verweven met China en blokkeren scherpe verklaringen van ASEAN over de Zuid-Chinese Zee. Maar veel andere landen in de regio zijn ook niet per se anti-China. In de Balkan is het niet alleen Rusland dat partners zoekt. Zelfs binnen de EU zijn er zorgen over landen als Griekenland.
Europa moet zich realiseren dat ‘de internationale gemeenschap’ bestaat uit bijna tweehonderd landen. Veel daarvan zijn geen natuurlijke bondgenoot van ‘het Westen’. Zelfs al wint Joe Biden de Amerikaanse verkiezingen in november en weet men de breuk tussen Amerika en Europa te lijmen, dan voegt dat niet veel numerieke meerwaarde toe. Peking wijst graag op het feit dat grotere aantallen zich achter zijn verklaringen scharen om te claimen dat er een internationale consensus zou bestaan ten faveure van China’s posities. Dat is natuurlijk propaganda. Ook steunen veel landen China uit instrumentele redenen en niet per se uit overtuiging. Echter, anti-westerse of anti-koloniale overtuiging speelt wel degelijk een rol. En dat er geen internationale consensus — positief of negatief — is over China’s handelen is ook gewoon een feit. De Europese Unie heeft 27 landen. Het totaal aantal leden van de VN is 193. De aandacht voor Afrika van de ‘geopolitieke’ Europese Commissie onder Ursula von der Leyen is een goed begin. Maar er moet meer gebeuren. Anders staan we straks alleen.
Leave a Reply