Toen China’s nieuwe Wet op Nationale Verdediging (国防法 guófáng fǎ) op 1 januari dit jaar in werking trad, trok een toevoeging aan Artikel 2 de aandacht. Naast soevereiniteit, eenheid, territoriale integriteit en veiligheid betreft defensie nu ook ‘ontwikkelingsbelangen’ (发展利益 fāzhǎn lìyì, Engels: ‘development interests’). In mijn analyse van de welkomstbrief van de nieuwe Chinese ambassadeur in Nederland, Tán Jiàn (谈践) voor China2025.nl lichtte ik ook uit hoe hij in zijn verdediging van de mensenrechten de nadruk legt op het recht op ontwikkeling. Waarom is ontwikkeling zo belangrijk voor China?
Om dat te begrijpen, kun je niet negeren dat de Volksrepubliek China bestuurd wordt door een partijstaat onder de Chinese Communistische Partij (CCP), waarin alle partijkaders en ambtenaren nog altijd verplicht de laatste innovaties in het Socialisme met Chinese Karakteristieken tot zich moeten nemen. In een eerdere analyse van drie kernbegrippen in het officiële wereldbeeld, stel ik dat Peking een groot vertrouwen heeft in de ‘loop van de geschiedenis’ (历史潮流 lìshǐ cháoliú, ‘historical trend’). Die zou voornamelijk bepaald worden door materiële factoren. De grootte en levenskracht van de Chinese economie zouden de terugkeer naar zijn historische dominante rol onvermijdelijk maken. Ontwikkeling, economische groei, is de manier waarop dat gebeurt.
Wanneer China’s diplomaten zich verweren tegen kritiek op Pekings mensenrechtenschendingen, is de eerste lijn natuurlijk ontkenning en uitleg dat in de Chinese visie op mensenrechten economische welvaart en het recht op leven boven ‘abstracte’ politieke rechten gaat. Daarnaast stellen zulke teksten dat elk land uniek is en een eigen model voor ontwikkeling heeft. ‘Westerse’ kritiek beschadigt het recht op ontwikkeling dat elk land heeft.
De nadruk die deze defensieve lijn legt op het recht op ontwikkeling moet je met enige basale marxistische insteek lezen. Als economische factoren de basis vormen van de macht die een land heeft, dan is economische ontwikkeling de noodzakelijke voorwaarde om een gelijkwaardige (of dominante) rol in de wereld te kunnen spelen. Dan voegt het beknotten van de ontwikkeling van een land door zijn model te traineren zich bij territoriale schendingen en politieke inmenging als bedreiging van de nationale veiligheid. Het recht op ontwikkeling is het recht om de basis van de soevereiniteit te versterken.
Volgens orthodoxe interpretatie gaat het belang van economische macht verder dan als bron van potentiële militaire macht. In zo’n wereldbeeld is het lastig om te geloven dat de Amerikaanse ‘soft power’ geen materiële basis heeft in de dominante economie van de VS. De reden dat Amerika de hegemon zou zijn geworden op alle gebieden, zou stammen uit haar economische overweldiging van het Verenigd Koninkrijk. Nu is het de beurt aan China en als zijn ontwikkeling zich doorzet, dan zorgt de economische macht ervoor dat landen en volken in de toekomst automatisch een stuk meer begrip en steun voor China zullen hebben.
Veel Chinese beleidsmakers geloven dat Amerika probeert China te omcirkelen en klein te houden. Als bewijs hiervoor geldt niet alleen de keten van Amerikaanse bondgenootschappen in de regio of politieke kritiek. De handelsoorlog die Trump begon, de beperkingen op de Chinese technieksector, en klachten over staatssteun en oneerlijke concurrentie zijn in deze visie onderdeel van een poging om het Chinese ontwikkelingsmodel kapot te maken en daarmee de loop van de geschiedenis een hak te zetten. Het recht op ontwikkeling is voor China een recht om dominant te worden. Het economische model is een zaak van nationale veiligheid. Ook de Chinese ‘ontwikkelingsbelangen’ zijn dus een zaak voor defensie.
Leave a comment