De Chinese oppressie van de oorspronkelijke bewoners van Xinjiang (新疆, literaire vertaling: Nieuwmark, oude woordenboeken: Kolonie) krijgt gelukkig steeds meer internationale aandacht. Na onthullingen door het AP over systematische sterilisatie spreken sommigen over genocide. Vandaag berichten The Guardian en De Volkskrant over een ASPI-onderzoek dat laat zien dat China nog steeds verder bouwt aan de concentratiekampen. Ondertussen hebben Reuters en de academicus-activist Adrian Zenz bevestigd dat militaire ‘werkverschaffing’ à la Xinjiang naar Tibet komt. Eerder schreef ik al over de vermindering van Mongools onderwijs in Binnen-Mongolië. Hong Kong wordt ook ver-vasteland. Deze projecten moeten tot de assimilatie van deze ‘minderheden’ leiden, dus tot het verdwijnen van hun eigen cultuur. Dit is niet slechts het gevolg van het autoritaire regime in Peking, maar van het feit dat Han Chinees etno-nationalisme nu de boventoon voert in China. Er is nog maar één standaard.
In Europa voeren we steeds vaker openbare discussies over onze problematische geschiedenis. Hoewel er nog veel werk te doen is, is dit in ieder geval een begin. In China is daarentegen een trots etno-nationalisme nog altijd de officiële ideologie. Dit stamt uit de late negentiende eeuw. Het laatste van de Chinese keizerrijken, de Mantsjoerijnse Qīng (清), had de verschillende volkeren in hun domein altijd volgens eigen cultuur bestuurd, waaronder de Hàn (汉) in het gebied van de Centrale Staten (中国 zhōngguó) op ‘Chinese’ wijze. Toen het keizerrijk onder invloed van interne problemen en imperialistische buitenlandse mogendheden langzaam ineen zeeg, begonnen de Chinese literati met het creëren van een Chinese natie om de staat te redden. Onder invloed van destijds populaire eugenetica en sociaal-darwinisme kwamen ze met een etno-nationalistische definitie van een Chinees ras dat moest strijden om te overleven. Nu werd ‘zhōngguó’ de natie-staat China, het thuis van het Chinese Volk (中华民族 zhōnghuá mínzú). Al het gebied en alle verschillende volkeren die onderdeel waren geweest van het Qing-rijk werden nu ‘Chinees’. In het centrum als model de Han en hun ‘vijfduizend jaar geschiedenis’.
Alle keizerrijken die er in die geschiedenis op het nu Chinese grondgebied waren geweest werden omgedoopt tot ‘Chinese’ dynastieën, beginnend bij de mythologische Xia. De dominerende rol in de regio van een verenigd ‘China’ werd tot natuurlijke toestand verklaard. Dat het Westen en Japan deze situatie hadden beëindigd was het begin van de ‘Eeuw van Nationale Vernedering’ (百年国耻 bǎinián guóchǐ). Die Vernedering van China ongedaan maken is het doel van de door Xi Jinping verkondigde Chinese Droom van de Grootste Herrijzenis van het Chinese Volk (中华民族伟大复兴的中国梦 zhōnghuá mínzú wěidà fùxīng de zhōngguómèng). Tot dat Chinese Volk behoren ook alle ‘minderheden’ die door de Qing onderworpen waren en altijd op eigen manier bestuurd bestuurd werden. Onder invloed van de stalinistische minderhedentheorie begon de nieuwe Volksrepubliek een project om iedere ‘minderheidsnationaliteit’ (少數民族 shǎoshù mínzú) te identificeren en in te delen op basis van hun niveau van ontwikkeling. Dit was formeel een wetenschappelijke indeling met als doel dat de grote Han broeder de rest kon helpen hun ontwikkelingsniveau te bereiken.
Maar ondanks al die wetenschappelijke pretenties is er altijd een Han-nationalistische stroming geweest in de ideologie die eigenlijk nooit ter discussie is gesteld. Een belangrijke bijdrage van het maoïsme zou de ‘sinificatie’ van het marxisme-leninisme zijn geweest, m.a.w. het geschikt maken van communisme voor het Chinese (Han?) nationalistische project. Niettemin was er ook een emancipatoire agenda onder invloed van de progressievere elementen van het socialisme. De protesten in Binnen-Mongolië zijn om het behoud van onderwijs in de eigen taal, iets wat eerder dus wel een gegeven was voor de 55 groepen die erkend werden. Maar het Han-centrisme komt nu toch weer naar boven. Oude mythologieën over het keizerrijk vervangen de socialistische moderniteit.
Het marxistische minderhedenbeleid wordt nu vervangen door assimilatie. De belangrijkste academische voorstanders hiervan zijn de Tsinghua-professor Hú Āngāng (胡鞍钢) en partijtheoreticus Hú Liánhé (胡联合). Hoewel de Chinese keizerrijken zich in de loop der eeuwen uitbreidden doormiddel van agressieve militaire campagnes en koloniale methodes, is het orthodoxe verhaal dat de ‘Chinese’ beschaving zich verspreidde door de vrijwillige ‘sinificatie’ (汉化 Hàn huà, letterlijk: Han-ificatie) van naburige volken en stammen die zo onder de indruk waren van ‘China’. Gebieden die pas onder de Qing bij ‘China’ gingen horen worden nu op basis van sporadische verwijzingen in oude teksten geclaimd als eeuwig Chinees grondgebied. Volgens de verwrongen geschiedenis van het Chinese ethno-nationalisme dat gesteund wordt door de beide Hu’s komen alle delen van het Chinese Volk uit dezelfde oorsprong. Assimilatie herstelt slechts de eenheid die helaas door buitenlandse inmenging en Chinese zwakte verbroken was.
Dit leidt tot de concentratiekampen in Xinjiang. Want veel Tibetanen en Oeigoeren blijken hulp nodig te hebben om in te zien dat ze altijd al Chinees zijn geweest. Het officiële excuus dat Peking aanwendt naar buiten toe is terrorismepreventie, beroepsonderwijs, en armoedebestrijding. Maar analyse van de interne documenten laat zien dat, naast het veiligstellen van Chinese controle over de regio, het ook gaat om heropvoeding en indoctrinatie om ze tot Han-klonen te maken. Ook Oeigoeren buiten de kampen krijgen Han-Chinese partijkaders in huis om ze een ‘beschaafde’ manier van leven aan te leren en verdachte praktijken (aangeboden varkensvlees weigeren?!) te rapporteren. Ook het recente Tibetaanse programma klaagt over de ‘luiheid’ van mensen die beschaving moeten leren.
Het is niet alleen de Communistische Partij van China die gelooft in de eigen superioriteit. Toen duidelijk werd dat China het beter deed in de strijd tegen Covid-19 dan de VS, kwam dat volgens sommigen omdat Chinezen beschaafder zijn dan westerlingen – óf omdat ze meer waarde hechten aan mensenlevens, óf omdat ze meer geven om het collectief. Racistische en islamofobe uitspraken gericht tegen minderheden in China zijn aan de orde van de dag op sociale media. Ook een groot deel van door de Partij vervolgde Chinese dissidenten zijn fervente Trump-aanhangers, waarvan enkele racistische tirades afsteken tegen ‘Black Lives Matter’-demonstranten in de VS. De geschiedenis van racisme in het Chinese nationalisme uit zich tegenwoordig ook in discriminatie tegen Afrikanen of buitenlanders in het algemeen. De grootste slachtoffers zijn de minderheden die geclaimd worden als onderdeel van het Chinese Volk, maar niet de voldoen aan de norm dat de Han Chinezen de standaard zijn voor hoe een lid van het Chinese Volk zich hoort te gedragen.
Dit groeiende superioriteitsgevoel in China is natuurlijk ook gevaarlijk voor de wereld nu Peking steeds sterker wordt. We hoeven slechts te kijken naar Europa’s eigen beschamende geschiedenis van kolonialisme en genocide om te zien wat voor gevaar het is voor de rest als militair en economische sterke spelers zulke racistische ideologieën aanhangen. Vooralsnog moeten we ons echter vooral zorgen maken over de minderheden in China zelf. Daarnaast lopen Chinezen die weigeren mee te doen met deze Han-suprematie ook gevaar. Buiten China is het belangrijk dat de wereld – ook Europa – zich bewust wordt van het gevaar dat de voormalige Chinese kolonie nu bekend als Taiwan loopt, of de druk die op Singapore staat. Maar uiteindelijk is het een risico voor iedereen als het Chinese leiderschap overtuigd is van de eigen raciale superioriteit.
Leave a Reply