Structurele redenen waarom China aan Dynamisch Nul-Covid vasthoudt

Onder buitenlanders in China die al maanden getergd worden door onzekerheid over het Chinese covidbeleid ontstond enige onrust vandaag. De spreekbuis van het partijcomité van de gemeente Peking, de Beijing Daily, versloeg een toespraak van partijsecretaris Cài Qí (蔡奇) voor het gemeentelijk partijcongres over de normalisering van het pandemiebeleid. In de opening stond, dat de stad dit over de komende vijf jaar zal doen. Inmiddels is die frase al weer uit het stuk verwijderd. Het zou slechts een verwijzing kunnen zijn geweest naar de komende termijnduur. Bovendien zijn de lokale partijcongressen ter voorbereiding van het vijfjaarlijkse Nationale Partijcongres in oktober of november dit jaar ook dé plekken voor partijkaders om hun loyaliteit aan het Centrum (lees: Xi) te bewijzen, door met de juiste frasen het staande beleid te prijzen (表态 biǎotài). Het Centrum kan prima een radicale beleidswijziging aankondigen binnen de komende vijf jaar, en dan zal Cai of zijn opvolger net zo overdreven zijn loyaliteit daaraan uiten.

Maar dat het restrictieve Chinese beleid van ‘Dynamisch Nul-Covid (动态清零 dòngtài qīng líng) nog wel eventjes blijft, dat moge duidelijk zijn. In dit stuk zet ik de structurele redenen hiervoor uiteen en de erfenis die deze zullen achterlaten.

De eerste set bestaat uit volksgezondheidsredenen. Met het oog op de enorme menselijke prijs die landen elders in de wereld hebben betaald, zijn vele Chinese functionarissen en burgers oprecht bezorgd over de dodelijke gevolgen van het loslaten van de maatregelen. De beelden van massagraven in de Verenigde Staten en elders staan extra diep gegroefd op het Chinese netvlies dankzij bewuste propagandacampagne’s. Maar de zorgen om mensenlevens kunnen niet afgedaan worden als nep. Hoewel Chinese ambtenaren misschien wat minder geven om de levens van Oeigoeren, betekent dat niet dat ze niks geven om andere levens, of die van henzelf.

Daarnaast hebben ze ook te maken met de serieuze beperkingen van het Chinese gezondheidssysteem. In de Nederlandse kranten konden we tijdens de uitbraak lezen over de uitdagingen in onze eigen moderne ziekenhuizen. Ook rijke, ontwikkelde steden in China als Wuhan en Shanghai hadden duidelijk moeite met de massa patiënten. Hier wonen de 200-600 miljoen Chinezen die volgens de ene of de andere definitie tot de middenklasse gerekend kunnen worden. Het is belangrijk om je te realiseren dat de gezondheidszorg waarover de resterende ~1 miljard Chinezen beschikken, veel en veel slechter is. Er is een gebrek aan alles: getraind personeel, apparatuur, medicijnen, bedden en het geld wat nodig is om dat alles te betalen. Een landelijke coviduitbraak zou het Chinese gezondheidssysteem doen instorten.

De tweede set zijn de politieke redenen. Los van de risico’s in de praktijk hebben Chinese diplomaten en propagandisten de afgelopen twee jaar luidkeels de superioriteit van het Chinese systeem bezongen. De unieke Chinese aanpak zou de kracht van het Chinese systeem, de Chinese Communistische Partij (CCP) en het socialisme met Chinese karakteristieken op wetenschappelijke wijze – namelijk, proefondervindelijk – hebben bewezen. De opkomst van het Oosten en de neergang van het Westen (东升西降 dōng shēng, xī jiàng) is nu een feit, denkt men. Maar het wordt moeilijker om de incompetentie van het Westen te benadrukken of Taiwanezen te overtuigen van de aantrekkelijkheid van een Chinese overheid, wanneer je een beleid gaat volgen, dat hetzelfde is als in die landen.

Daarnaast heeft Xi Jinping al verschillende keren duidelijk een signaal afgegeven dat hij persoonlijk dit beleid van Dynamisch Nul-Covid steunt. We zijn nu hard op weg richting het Nationaal Partijcongres in het einde van dit jaar. Daar zal Xi waarschijnlijk zijn ongebruikelijke derde termijn krijgen en zijn almacht over het systeem vergroten. In maart 2023 volgt de eerste zitting van de nieuwe termijn van het Nationaal Volkscongres waarop de nieuwe realiteit binnen de Partij wordt doorgevoerd aan de staatskant van de partijstaat. Tot die tijd is elke beleidswisseling en politieke uiting een schaakzet in de hevige interne strijd over de machtsverhoudingen die nu aan de gang is.

De derde set zijn de praktische redenen. Niet alleen is het politieke moment in China precair, de economische situatie is ook niet ideaal. Tijdens deze periode van onrust kan de vaak paranoïde en autistische bureaucratie van een leninistische partijstaat niet veel verandering hebben. Het anti-covidbeleid is gepaard gegaan met een gigantische uitbreiding van de surveillancestaat en het revitaliseren van de lokale partijorganisaties, zoals de buurtcomités. Dit opgebouwde mechanisme biedt onzekere partijkaders een krachtig gereedschap om controle over de woelende samenleving te houden. De excessen in de provincie Henan staan niet alleen. Journalisten en activisten ondervinden nu al tegenwerking onder het mom van covidpreventie.

Daarnaast heeft het beleid ook geleid tot een gigantische bureaucratie en industrie. Uit de politicologie weten we dat eenmaal gebouwd een instituut zijn eigen voortbestaan wil garanderen. Eerder zagen we dit al bij het Chinese één-kindbeleid, dat veel langer door ging dan nodig. Dit kwam deels door hevig verzet uit de familieplanningbureaucratie tegen de dreigende afschaffing. Veel kaders in China zijn tegenwoordig afhankelijk van het Dynamische Nul-Covidbeleid voor hun verdere carriere. Er zijn daarnaast ook grote zakelijke belangen gecreëerd. Bedrijven krijgen inmiddels miljarden voor het leveren van covidtests, beschermende kledij, testkiosken, tijdelijke ziekenhuizen, en zo voort.

Deze bedrijven bieden ook werkgelegenheid aan enorme aantallen mensen. De Chinese economie doet het niet bijster goed en stedelijke werkeloosheid neemt rap toe (rurale werkloosheid, dus ook die van de arbeidsmigranten in de fabrieken, is lastiger te meten, omdat mensen met een registratie daar per definitie altijd een baan op hun boerderij zouden hebben en dus niet meetellen). Lokale overheden waren tot de crisis gemiddeld voor de helft afhankelijk van landverkoop voor hun inkomsten, terwijl de vastgoedmarkt buiten de rijke kuststeden zich waarschijnlijk nooit meer zal herstellen tot het niveau dat dit mogelijk maakte. Tegelijkertijd stimuleert de Chinese regering niet aan de vraagkant (demand-side, 需求侧 xūqiú cè) – consumenten – maar aan de aanbodkant (supply-side, 供给侧 gōngjǐ cè) – door bijv. regels voor bedrijven te versoepelen. Alleen het covidbeleid lijkt een uitzondering te zijn op het wantrouwen voor ‘gratis geld’. Het wegvallen van de de facto fiscale stimulans van de overheid, wanneer er geen tests en mensen in witte pakken (de geroemde 大白 dàbái) meer nodig zijn, zou op zichzelf al een economisch risico met zich meebrengen.

De weg uit dit beleid is afhankelijk van het wegnemen van de bovenstaande redenen. De volksgezondheidsredenen worden aangepakt door het opvoeren van de vaccinatiecampagne en het ontwikkelen van betere vaccins. Daarnaast bouwt China naarstig teststations en isolatiefaciliteiten om de volumes aan te kunnen. Het probleem is, dat het niet helemaal duidelijk is wie dit allemaal moet betalen. Nu al schrappen sommige lokale overheden om onduidelijke redenen strenge testverplichtingen terwijl andere op de kop krijgen voor het aanspreken van armoedebestrijdingsfondsen. Bovendien schaden de lockdowns het economisch vertrouwen. De onbetaalbaarheid van het Nul-Covidbeleid zou op zichzelf al een reden kunnen worden om er op termijn van af te stappen.

De politieke redenen zijn ook niet allemaal permanent. Begin volgend jaar zit Xi, als het goed is, weer stevig in zijn zadel. De uitdaging is dan om een goede politieke formule te vinden, waarmee hij victorie kan kraaien, de claim op Chinese superioriteit over het Westen overeind kan houden en toch een weg vinden richting het leven met covid. De stal aan partijtheoretici en propagandisten zal daar wel een mouw aan kunnen passen.

De praktische redenen zijn lastiger. De bureaucratische inertie is op te lossen door het doel van het surveillanceapparaat bij te stellen. Ik verwacht niet dat Xi en zijn regering dit weer helemaal af zullen breken. In plaats daarvan biedt het een uitstekend fundament voor de wens om de samenleving nog sterker te onderwerpen aan partijcontrole. The New York Times heeft momenteel een interessante serie artikelen over de technologie hierachter. De economische uitdaging en de schade die het beleid tot nu heeft aangericht, zijn lastiger op te lossen. Dan is juist zo’n controlebureaucratie een geruststelling voor de paranoïde partijkader.

China zal nooit helemaal meer teruggaan naar hoe het was voor de pandemie.

Comments

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.