Tag: taiwan

  • Hoeveel Chinese invloed op de Duitse farmaceut BioNTech blijkt uit de Taiwanese aankoopproblemen?

    Toen Covid-19 afgelopen mei door de Taiwanese verdediging brak, kwam er na een voorbeeldige zeventien maanden pandemiebeheersing paniek over de grootste zwakte van het beleid: het gebrek aan vaccins. Taipei had al miljoenen vaccins van AstraZeneca en Moderna besteld. Maar levering bleef achter en het vaccinatieplan was afhankelijk van het succes van eigengemaakte vaccins van Medigen en UBI. Die waren echter nog in Fase II van het testen. Inmiddels lijken de onderzoeksresultaten daarvan positief en heeft 18% van de Taiwanezen al een eerste dose gehad – niet alleen dankzij leveringen van fabrieken in Thailand en de Europese Unie, maar ook na grote donaties van Japan en de Verenigde Staten. De uitbraak is ook weer grotendeels onder controle.

    De politieke spanning die de uitbraak veroorzaakte is nog niet weg. Chinese misinformatie over verborgen gevallen en zogenaamd overweldigde ziekenhuizen daargelaten, de oppositie en Peking gebruikten het gebrek aan vaccins om de DPP-regering aan te vallen. President Tsai Ing-wen (蔡英文 Cài Yīngwén) sloeg terug door te stellen dat Chinese druk een overeenkomst met BioNTech op het laatste moment had doen kapseizen in januari 2021. Afgelopen maandag 12 juli kondigden chipfabrikant TSMC en de Yonglin Foundation aan dat ze alsnog geslaagd waren om 10 miljoen doses te kopen voor Taiwan. Deze indirecte route is een mooie gelegenheid om te kijken hoe groot Chinese invloed is bij een voor Europa zo cruciaal bedrijf als de Duitse farmaceut BioNTech.

    Het Pfizer/BioNTech-vaccin tozinameran gaat tegenwoordig onder de merknaam Comirnaty, maar de meeste mensen hebben het slechts over ‘Pfizer’. Dat is niet helemaal eerlijk: de technologie is ontwikkeld door BioNTech, Pfizer is slechts investeerder, begeleider van onderzoeken, en één van de fabrikanten. Er was echter nog een andere investeerder: Shanghai Fosun Pharmaceutical (上海复星医药). Fosun Pharma was vroege investeerder en is betrokken bij sommige testen. Ook is het de bedoeling dat het gaat produceren in China. In ruil hiervoor kreeg het de licentie voor ‘Greater China’. In Hong Kong spreekt men dan ook van het Fosun/BioNTech-vaccin, hoewel het product vooralsnog uit dezelfde BioNTech-fabriek in Duitsland komt als de Europese ‘Pfizer’.

    Het probleem voor Taiwan is dat ‘Greater China’ niet alleen de Volksrepubliek China betreft – het Chinese Vasteland, Hong Kong en Macao – maar ook het door China geclaimde Taiwan. China en Taiwan erkennen elkaar niet. Er is geen juridisch kader voor het importeren van geneesmiddelen uit het Chinese Vasteland naar Taiwan. De problemen tussen AstraZeneca, de Europese Unie, en het Verenigd Koninkrijk over een fabriek in Leiden laten zien hoe complex regulering al is onder normale omstandigheden, laat staan wanneer één partij duizenden raketten op de ander heeft gericht. Het is de vraag waarom BioNTech dan toch de licentie voor Taiwan aan Fosun Pharma gaf. De compleet voorspelbare problemen die hieruit voortkomen zijn het eerste duidelijke gevolg van Chinese invloed: als Peking niet per se Taiwan moest annexeren, dan waren al die blokkades er niet.

    De meest detailleerde beschrijving van wat er in januari mis ging kwam van de Taiwanese vertegenwoordiger in Duitsland Shieh Jhy-Wey (謝志偉 Xiè Zhìwěi). Op Facebook schreef hij dat er een contract lag en dat BioNTech tegen juli 5 miljoen doses zou leveren. Maar op het laatste moment verscheen er ineens een nieuw contactpersoon die eiste dat Taiwan niet als land (我国) werd aangeduid, gebruikmakend van de vereenvoudigde Chinese karakters die men op het Chinese Vasteland gebruikt. Hoewel Taipei snel akkoord ging met de gevraagde wijzigingen, viel hierna ineens alles uiteen. Het contract kwam er niet. Het is niet duidelijk wie of wat hierachter zat.

    China heeft altijd ontkend in te hebben gegrepen. Dit moet je zien tegen de achtergrond van een campagne om Taiwan de Chinese vaccins van Sinovac en Sinopharm op te dringen. Verschillende pro-annexatiefiguren uit Taiwan gingen een vaccin halen in China, terwijl Peking en oppositiepartij KMT luid riepen dat de DPP-regering helemaal geen moeite deed om vaccins te kopen, omdat ze niet op het politiek, juridisch en praktisch onmogelijke Chinese aanbod inging. Ondertussen verdedigde China de licentie van Fosun en stelde dat het lokale overheden, organisaties en bedrijven uit Taiwan vrij stond om via Fosun het vaccin van BioNTech te kopen. De centrale regering in Taipei kwam niet voor in dit lijstje.

    Een regering die wel inmenging toe gaf, was de Duitse. Vertrekkend vertegenwoordiger Thomas Prinz vertelde Central News Agency dat Berlijn contact had gezocht met BioNTech over de deal. Prinz gaf toe dat de Chinese licentiehouder wel een factor was geweest bij het mislukken in januari. Dit is het eerste onduidelijke gevolg van Chinese invloed: het is onduidelijk of het directe probleem lag bij werknemers van BioNTech, bij Fosun, of bij Chinese overheidsdruk op de betrokkenen.

    Het tweede onduidelijke gevolg van Chinese invloed bleek toen – na de problemen van de centrale overheid – plotseling verschillende privé-partijen, eenheidsfrontfiguren en door de KMT bestuurde lokale overheden met allerlei vage aanbiedingen kwamen van vaccins via Chinese partijen. De centrale regering gaf uiteindelijk toe dat privé-partijen met autorisatiebrief namens Taipei mochten inkopen, zolang het contract maar direct met de fabrikant was en de fabriek niet in China stond. Nadat eerst de oprichter van Hon Hai Precision (denk: iPhone-maker Foxconn) Terry Gou (郭台銘 Guō Táimíng) zei BioNTech te kopen via zijn Yonglin Foundation (永齡基金會), kwam daarna het politiek zeer invloedrijke TSMC (台積電) erbij. Met deze zet bracht Taipei extra politiek gewicht en mondiale aandacht te berde. Uiteindelijk sloten beide een deal met BioNTech en een dochteronderneming van Fosun Pharma in Hong Kong om elk 5 miljoen doses te kopen en te doneren aan de Taiwanese regering. Een overeenkomst voor derde batch van 5 miljoen via de boeddhistische hulporganisatie Tzu Chi Foundation (慈濟基金會) is nog in de maak. De vaccins gaan van Hongkongse distributeur Fosun Industrial naar Singaporese distributeur Zuellig Pharma, betrokken bij de meeste vaccinleveringen in Zuidoost-Azië en Taiwan.

    Het persbericht van BioNTech maakt een tweede duidelijk gevolg van Chinese invloed zichtbaar: de titel spreekt van ‘Taiwan Region’ en de CEO van Fosun Pharma spreek van ‘Taiwanese compatriots’. Beide zijn standaardtaal uit de Chinese propagandarichtlijnen. BioNTech is geen overheidsorgaan, maar zelfs regeringen hoeven zich onder hun eigen één China-beleid niet per se te houden aan de regels van Pekings één China-principe. Toch gebeurt dat hier, omdat BioNTech een deal is aangegaan met een groot Chinees bedrijf. Maar Taiwan is gewoon een land.

    Ondertussen gaat de KMT gewoon door met het proberen om politieke punten te scoren. Zo riep de partij op om de BioNTech-vaccins te reserveren voor tieners, terwijl de regering daar al voor het plannen was. Hoewel er al miljoenen vaccins zijn weggepikt in Taiwan en er nog meer onderweg zijn, doet de KMT nog graag alsof de DPP geen moeite doet voor vaccins. Na het success van TSMC en Yonglin, probeert het nog steeds om toestemming te krijgen dat lokale KMT-besturen diezelfde route mogen volgen, hoewel Taipei zegt dat er voorlopig genoeg besteld zijn en niet alle lokale KMT-besturen mee willen doen.

    Peking gaat ook door: het beschuldigt Taipei van gestolen glorie door het claimen van het harde werk van privé-partijen terwijl de DPP zelf niks zou doen. Daarbij gaat het voorbij aan het feit van de betrokkenheid van de Taiwanese vertegenwoordiging in Berlijn en de Duitse regering, maar ook de samenwerking tussen het ministerie voor volksgezondheid en TSCM en Yonglin. Niettemin is het derde duidelijke gevolg van Chinese invloed al zichtbaar in de politieke onrust en nepnieuws die China teweeg brengt in Taiwan, ook over de effectiviteit en bijwerkingen van mRNA-vaccins zoals die van BioNTech.

    De samenwerking tussen BioNTech en Fosun Pharma heeft geleid tot drie duidelijke gevallen van Chinese invloed: distributie aan Taiwan is moeilijk geworden, het bedrijf moet Chinese propagandataal volgen als het over Taiwan praat, en het is een politiek conflict ingetrokken. Er zijn ook twee onduidelijke gevallen van Chinese invloed die onderzoeksjournalisten in Duitsland en China zouden moet natrekken: om onduidelijke maar waarschijnlijk politieke redenen ging een verkoopcontract van BioNTech op het laatste moment niet door, en de verkoop van BioNTech-producten belande in een schemerzone en werd gemaakt tot een politiek wapen dat China-vriendelijke krachten zou versterken. Moderna en AstraZeneca konden wel gewoon aan Taiwan verkopen en zijn ook geen ongewilde handlangers geworden van anti-regeringskrachten.

    Dit geval laat duidelijk zien dat er voor Europese bedrijven grote risico’s kleven aan samenwerking met Chinese partijen. Zodra je op een politiek gevoelig onderwerp stoot, dwingt de aanwezigheid van de Chinese partner tot het volgen van Chinees beleid. Europese bedrijven dreigen zo niet alleen in een potentieel commercieel schadelijk politiek mijnenveld te geraken, ze dreigen ook gebruikt te worden als hulpmiddel in het Chinees buitenlandbeleid.

  • The politics of Beautiful Taiwan

    Taiwan’s excellent public broadcaster PTS (公視 gōngshì) has a four-part series on YouTube called ‘Island of Mountains’ (群山之島與不去會死的他們). Thanks to its bilingual English/Mandarin subtitles it is a great way to practice your Chinese. It is also a nice example of a certain stream in Taiwanese politics that is about treasuring and caring for the Ilha Formosa, the Beautiful Island (美麗島 měilì dǎo).

    People who have watched aerial photography film ‘Beyond Beauty: Taiwan from Above’ (看見台灣) by Chi Po-lin (齊柏林 Qí Bólín) might have recognised the same political message on the need to care for a vulnerable Taiwan. ‘Island of Mountains’ also follows a conservationist in its third episode. But the series also portrays mountaineers back from abroad who get emotional over the realisation that Taiwan too contains magnificent sights.

    Getting to know the Taiwanese landscape is a salving experience for the people presented in the movie. It is also a journey with a long political pedigree. Formosa or the Beautiful Island is not only a common name invoked by pro-Taiwan groups in a show of nationalism. Its discourse is also a political act of breaking with the impositions of orthodox Republic of China (ROC) nationalism that forced Taiwanese to care about China and neglect their own island.

    During the martial law era, state-sanctioned education, literature, and media forced Taiwanese to imagine themselves on a map of China, memorise the sights and wonders of China, appreciate poetry on the natural beauty of China, and care about the suffering caused by the communists in China. Under such circumstances, appreciating the beauty of Taiwan became a radical act. Caring about Taiwan, its people, culture, history, and nature became a way to express one’s opposition to ROC nationalism when open political fights were banned.

    Even now Taiwan still faces the legacy of decades of forced Chinese nationalism, the lingering cultural power of elite Mainlanders from the Blue Camp, and distortions forced on Taiwan by Beijing and other, misunderstanding foreigners. Putting Taiwan front and centre continues to be a political act of defiance against these pressures. Documentaries such as the one by PTS do not only provide us outsiders with an opportunity to practice Mandarin listening skills, but also to practice discerning Taiwanese political history.

  • Geen onbewoonde rots: Wanneer je praat over Taiwan, moet je ook met Taiwan praten

    Taiwan staat steeds vaker in de krant, nu de spanningen rondom China toenemen. Tot mijn spijt behandelt veel verslaggeving en opinie het eiland echter vooral als passief object van strijd tussen Peking en Washington DC. De recente column van Ed Kronenburg in het Financieel Dagblad was een voorbeeld. Maar het eiland is geen onbewoonde rots in de Zuid-Chinese Zee.

    Taiwan is een levendige democratie met 24 miljoen inwoners en de twintigste economie van de wereld, en een eigen rol in de patstelling. Wanneer pedante specialisten zoals ik zeggen dat – los van zijn politieke, diplomatieke of juridische status – Taiwan empirisch gezien gewoon een land is, dan bedoelen we ook dat je het er niet zonder meer bij kunt laten doen door elke willekeurige China-expert.

    Dat leidt namelijk tot fouten. De focus op concurrentie tussen China en de Verenigde Staten negeert het feit dat Taiwan zelf ook een actieve speler is. Taiwan begrijpen vereist specifieke expertise. In 2021 kan het echt niet meer om nog over Taiwan te schrijven zonder ook maar één woord te wijden aan wat men daar denkt of doet.

    Een terugkerende fout is het (ongemerkt) herhalen van Chinese verdraaiingen over Één China. Peking heeft een eigen één-Chinaprincipe dat inhoudt dat de Volksrepubliek het enige China is en dat Taiwan daar onderdeel van uitmaakt. Daarnaast beweert het tegenwoordig dat er in 1992 een consensus was tussen Peking en Taipei hierover.

    Omdat elk land dat betrekkingen heeft met China een eigen één-Chinabeleid heeft, claimt Peking dat er een internationale consensus is over zijn principe. Dat is onjuist: niet alle landen nemen in hun beleid ook een positie in over de status van Taiwan. Daarnaast is de Consensus van 1992 pas in 2000 unilateraal verzonnen en was slechts Taiwanees beleid in 2008–16. Helaas ging dit mis in de FD-column en ook in verslaggeving en opiniestukken in de NRC.

    De momenteel regerende DPP wint juist verkiezingen, omdat de partij opkomt voor Taiwans soevereiniteit. De regering van Tsai Ing-wen balanceert Chinese dreiging, Amerikaanse wensen, en een democratisch mandaat voor ‘Taiwanisering’. Taipeis acties zijn een essentieel onderdeel zijn van elk verhaal over de spanningen.

    De gemiddelde Taiwanees houdt zich niet dagelijks bezig met het staatsbestel en verkeert ook niet in een permanente staat van verwarring over wie hij is. Hij leeft gewoon zijn leven in Taiwan. De status quo is voor hem onafhankelijkheid: peilingen laten zien dat Taiwanezen de formele naam ‘Republiek China’ zien als synoniem voor ‘Taiwan’. Als De Standaard abusievelijk schrijft over Taiwan als ‘Vrij China’, dan negeert dit de grote meerderheid van Taiwanezen die afstammen van mensen die er al woonden voor de vlucht van Chiang Kai-shek.

    Aangezien Taiwan nooit onderdeel is geweest van de Volksrepubliek, vindt men dat het zich daar ook niet onafhankelijk van hoeft te verklaren. Formele onafhankelijkheid duidt in de Taiwanese politiek op het vervangen van de Republiek China door een Republiek Taiwan. Daar is nu bijna één-derde voor, een aandeel dat groeit tot twee-derde onder de garantie dat Peking niet aanvalt. Minder dan zeven procent wil bij de Volksrepubliek.

    Niemand zou een stuk schrijven over Noord-Korea zonder een woord over Pyongyang. Toch schrijven mensen nog over ‘Taiwan’ zonder enige vermelding van wat het is, denkt, en doet. Het betoog in de Volkskrant van sinoloog Casper Wits dat Taiwan steun verdient als progressieve democratie is een begin, ook omdat het aanstipt dat juist Peking morrelt aan de status quo. Maar zulke stukken zijn zeldzaam.

    De strijd in de Straat van Taiwan is niet tussen China en Amerika, maar tussen een Taiwan dat onafhankelijk wil blijven en een China dat een juridische claim om wil zetten in feitelijke overheersing. Dit conflict uitleggen vereist kennis. China-experts kunnen veel bijdragen aan het broodnodige debat in Europa over Taiwan. Maar neem een halve dag om je in te lezen. Taiwan is niet slechts een prijs voor strijdende grootmachten, maar een land met een eigen wil.

  • Wat bedoelen Taiwanezen met ‘onafhankelijkheid’ en ‘status quo’?

    Net als de meeste Nederlanders heeft de gemiddelde Taiwanees wel wat beters te doen dan zich dagelijks met het staatsbestel bezig te houden. Toch kan berichtgeving in internationale media vaak niet zonder een vermelding van Taiwans precaire diplomatieke situatie en de vermeende steun voor ‘onafhankelijkheid’ van de huidige president Tsai Ing-wen (蔡英文 Cài Yīngwén) en haar partij.

    Dat China dreigt met militaire annexatie als Taiwan zich formeel onafhankelijk verklaart, dat weten de meeste mensen inmiddels wel. Maar in de Taiwanese politieke arena hebben woorden als ‘onafhankelijkheid’ en ‘status quo’ niet zoveel te maken met de Volksrepubliek China als buitenstaanders doorgaans denken. In dit stuk leg ik uit wat ze wel betekenen.

    Figuur 1: Overzicht van verschillende houding t.o.v. de status van Taiwan.1Gebaseerd op ontwerp voor podcast-episode 7 van Watchout (沃草). De verkiesbare Taiwanese politieke partijen beperken zich tot de groene en blauwe opties.

    Het spectrum in figuur 1 is gebaseerd op een overzicht van de verschillende standpunten gemaakt door de populaire politieke website Watchout. Het maakt duidelijk dat hetzelfde woord voor verschillende mensen iets anders kan betekenen. Aangezien de houding ten opzichte van China nog de bepalende factor is in de Taiwanese politiek,2Geïnteresseerde politicologen kunne terecht op de blog Frozen Garlic van verkiezings- en peilingexpert Nathan Batto, verbonden aan de Institute of Political Science van de Academia Sinica, of citeren: Christopher H. Achen en T.Y. Wang red., The Taiwan Voter, Ann Arbor: University of Michigan Press, 2017. deelt men partijen doorgaans niet in van links naar rechts, maar van groen naar blauw.

    Figuur 2: Zetelverdeling in het Taiwanese parlement, de Wetgevende Yuan. Schermafdruk van Wikipedia.

    De ene kant bestaat uit het ‘Groene Kamp’ met als grootste partij de Democratisch Progressieve Partij (民主進步黨 mínzhǔ jìnbù dǎng, afgekort: DPP 民進黨 mínjìndǎng) van zittende president Tsai Ing-wen en oud-president Chen Shui-bian.

    De andere kant bestaat uit het ‘Blauwe Kamp’ met als grootste partij de Chinese Nationalistische Partij (中國國民黨 zhōngguó guómíndǎng, afgekort: KMT 國民黨 guómíndǎng) van oud-president Ma Ying-jeou en wijlen dictator Chiang Kai-shek.

    Nog extremer is het Rood van de Chinese Communistische Partij (中国共产党 zhōngguó gòngchǎndǎng, afgekort: CCP 中共党 zhōnggòngdǎng), vertegenwoordigd in Taiwan door splinterpartijtjes zoals de maffia-gerelateerde Chinese Unification Promotion Party (中華統一促進黨 zhōnghuá tǒngyī cùjìn dǎng, afgekort: CUPP 統促黨 tǒngcùdǎng).

    De uitgesproken pro-onafhankelijkheidspartij Taiwan Statebuilding Party (TSP, 台灣基進 táiwān jījìn) is ‘diepgroen’, de KMT-afsplitsing New Party (NP, 新黨 xīn dǎng) is ‘diepblauw’ of zelfs ‘paars’. De kleine oppositiepartij New Power Party (NPP, 時代力量 shídài lìliàng) is ‘lichtgroen’. De jonge partij van de Taipeise burgemeester Ko Wen-je, de Taiwan People’s Party (TPP, 台灣民眾黨 táiwān mínzhòng dǎng), claimt ‘wit’ ­– neutraal – te zijn, maar wordt doorgaans beschreven als ‘lichtblauw’.

    Figuur 3: Grafiek van the Election Study Center van de National Chengchi University die de houding van Taiwanezen ten opzichte van onafhankelijkheid en hereniging meet.3Election Study Center, NCCU, ‘Changes in the Unification – Independence Stances of Taiwanese as Track in Surveys by Election Study Center, NCCU (1994~2022.06)’, 12 juli 2022.

    Mediaberichten over de Taiwanese steun voor ‘onafhankelijkheid’ zijn het vaakst gebaseerd op de grafiek uit figuur 3 met de resultaten van de vaste peiling van het Election Study Centre (ESC) van National Chengchi University (NCCU).

    De zes antwoorden zijn ruwweg in drie categorieën in te delen: onafhankelijkheid, nu of later (2021: 31,1%); status quo, voor nu of onbeperkte tijd (2021: 55,7%); en hereniging, nu of later (2021: 7,4%).

    Aangezien veel buitenlandse pers Taiwan vaak op vage wijze beschrijft als ‘zelfbesturend’ en ‘democratisch geregeerd’, als ‘eiland’ en ‘afvallige provincie’, denken veel mensen dat ‘onafhankelijkheid’ duidt op loskomen van Peking. Dat is niet per se hoe Taiwanezen het zelf zien.

    Onafhankelijkheid 獨立 dúlì

    De Taiwanese onafhankelijkheidsbeweging kwam op stoom eind jaren veertig, toen het restant van de KMT het eiland op brute wijze overnam van Japan. Chiang Kai-shek overzag een Witte Terreur (白色恐怖 báisè kǒngbù) waarbij tienduizenden mensen werden vermoord en uitdrukkingen van Taiwanese identiteit verboden werden.

    Het oorspronkelijke doel van de beweging was om het ‘koloniale’ regime van de Republiek China (ROC) omver te werpen, de ~1 miljoen inkomende Vastelanders (外省人 wàishěngrén)4Dominic Meng-Hsuan Yang, The Great Exodus from China: Trauma, Memory, and Identity in Modern Taiwan, Cambridge: Cambridge University Press, 2021, blz. 63. terug te sturen naar China en met de 6 miljoen lokale Taiwanezen (本省人 běnshěngrén) die er voor 1945 al waren een nieuwe staat te stichten.

    Onafhankelijkheid heeft voor deze groepen niks te maken met de Volksrepubliek China (PRC), die pas vanaf 1949 bestaat. Taiwan, afgescheiden van het Qing-keizerrijk sinds 1895 als kolonie van Japan, is daar nooit onderdeel van geweest en kan dus ook geen afvallige provincie van de PRC zijn. Tijdens de Japanse periode ontstond een embryonale Taiwanese politieke identiteit,5Evan N. Dawley, Becoming Taiwanese: Ethnogenesis in a Colonial City, 1880s to 1950s, Cambridge, MA: Harvard University Asia Center, 2019, blz. 21. bevestigd door de KMT-tirannie na het beruchte Incident van 28 Februari (二二八事件 èr èr bā shìjiàn) in 1947.6Lin Tsung-Kuang, ‘The Taiwanese Identity Question and the “2-28 Incident”’, in An Introduction to 2-28 Tragedy in Taiwan: For World Citizens, Lin Tsung-yi, Taipei: Taiwan Renaissance Foundation Press, 1998, blz. 93–112.

    Mensen deporteren en een Taiwanese etnostaat oprichten op basis van een zelfbeschikkingsreferendum is al lang geen gangbare positie meer. Maar nog steeds is er een groep die de ROC-staat een illegaal koloniaal regime vindt dat omver moet worden geworpen. In figuur 1 staat deze uiterst links, als het diepgroene 建國 jiànguó, Staat Stichten.

    Een minder extreme positie is dat het inmiddels gedemocratiseerde Taiwan7Voor die geschiedenis, zie: J. Bruce Jacobs, Democratizing Taiwan, Leiden: Brill, 2012. zich simpelweg onafhankelijk kan verklaren van het Één China van de ROC door de naam en grondwet aan te passen. Op het spectrum staat dit als 台獨 táidú, Taiwanese Onafhankelijkheid. Dit is doorgaans wat men tegenwoordig bedoelt met ‘formele onafhankelijkheid’.

    Het woord táidú is ook de catch-all term in Taiwan en China voor de aanhangers van onafhankelijkheid voor Taiwan in brede zin. De DPP heeft nog altijd een regel in het partijprogramma uit 1991 waarin het zich hiervoor uitspreekt.8民主進步黨黨章·黨綱, 2019, blz. 16. Maar omdat het beleid van president Tsai Ing-wen het bewaren van de huidige status quo is, stellen sommige analisten dat ze niet ‘pro-independence’ is.9Lev Nachman en Brian Hioe, ‘No, Taiwan’s President Isn’t “Pro-Independence”’The Diplomat, 23 april 2020.

    Status quo 維持現狀 wéichí xiànzhuàng

    Status quo betekent wel iets anders dan wat veel buitenstaanders denken. Kort na haar herverkiezing in januari 2020 stelde Tsai in een interview met de BBC dat de ‘Republiek China (Taiwan)’ zich helemaal niet onafhankelijk hoeft te verklaren, omdat de staat die sinds 1949 tot stand is gekomen10Lin Hsiao-ting, Accidental State: Chiang Kai-Shek, the United States, and the Making of Taiwan Cambridge, MA: Harvard University Press, 2016. dat al is.11John Sudworth, ‘China needs to show Taiwan respect, says president’BBC News, 14 januari 2020. Dit is in overeenstemming met de aanpassing van het DPP-programma in 1999 die de partij verkiesbaar maakte door het onafhankelijkheidsdoel uit 1991 af te zwakken en te erkennen dat de ROC al soeverein is.12民主進步黨黨章·黨綱, 2019, blz. 32.

    Peilingen laten zien dat verreweg de meeste Taiwanezen de formele naam ‘Republiek China’ (中華民國 zhōnghuá mínguó) en de dagelijkse naam ‘Táiwān’ (台灣) als synoniemen zien.13Fang-Yu Chen, Austin Wang, Charles K.S. Wu, and Yao-Yuan Yeh, ‘What Do Taiwan’s People Think About Their Relationship to China?’The Diplomat, 29 mei 2020. Volgens een peiling steunt 70.6% van de ondervraagden de uitspraak van president Tsai tijdens de nationale dag van 2021 dat de ROC en de PRC niet ondergeschikt zijn aan elkaar.14Chen Yu-fu, 中華民國與中華人民共和國互不隸屬 民調:70.6%台灣民眾支持, Liberty Times, 18 oktober 2021. Op wat formeel de 110e ‘verjaardag’ van de ROC was, benadrukte ze juist „de afgelopen 72 jaar”.15Tsai Ing-wen, ‘President Tsai delivers 2021 National Day Address’Office of the President, Republic of China (Taiwan), 10 oktober 2021.

    De Republiek China is in de afgelopen decennia dusdanig gedemocratiseerd en ‘getaiwaniseerd’,16Sense Hofstede, ‘Taiwan’s democratic journey and stabilising national identity’, 9DASHLINE, 9 december 2020. dat formeel de onafhankelijkheid verklaren niet meer zo dringend is. Dit staat Tsai’s gematigde factie binnen DPP toe om zich ROC-symbolen als de vlag toe te eigenen die de partij voorheen verketterde.17Nathan Batto, ‘ROC Taiwan: First steal ROC, then nationalize CCK’, Frozen Garlic, 14 januari 2022. De publieke opinie is verenigd in afkeer van de Volksrepubliek, niet tegen Chinese cultuur in brede zin.18Shelley Rigger, Lev Nachman, Chit Wai John Mok, en Nathan Kar Ming Chan, ‘Why is unification so unpopular in Taiwan? It’s the PRC political system, not just culture’, Brookings, 7 februari 2022. De betekenissen van de woorden ‘onafhankelijkheid’, ‘status quo’ en ‘hereniging’ zijn ook veranderd over tijd.19Verschillende studies bespreken hoe intellectuelen zich in de loop van de tijd een Taiwanees nationalisme aanmaten, zie o.a.: Hsiau A-chin, Contemporary Taiwanese Cultural NationalismContemporary Taiwanese Cultural Nationalism, London: Routledge, 2000.

    Onderzoek ondersteunt dit. De peilingen van de NCCU ESC laten zien dat in 2021 62.3% zich identificeerde als Taiwanees (台灣人 táiwān rén), 31.7% als Taiwanese én Chinees (‘beide’, 都是 dōu shì), en slechts 2.8% als Chinees (中國人 zhōngguó rén).20Election Study Center, NCCU, ‘Changes in the Taiwanese/Chinese Identity of Taiwanese as Tracked in Surveys by the Election Study Center, NCCU (1992~2021)’, 10 januari 2022. Werk van Stéphane Corcuff toont aan dat al in 2007 zelfs een groot deel van de jongere generaties van Vastelandse komaf zich al niet meer als Vastelander zag.21Stéphane Corcuff, ‘Taiwan’s Mainlanders under President Chen Shui-Bian: A Shift from the Political to the Cultural?’, in Taiwanese Identity in the 21st Century: Domestic, Regional and Global Perspectives,  Gunter Schubert and Jens Damm red., Londen: Routledge, 2012, blz. 113–29.

    In de ESC-peiling in figuur 3 is de status quo-groep dan ook steeds de meerderheid. Maar een andere peiling laat ook zien dat er wel een twee-derde meerderheid is voor formele onafhankelijkheid is in een hypothetisch scenario waarin China gegarandeerd niet aanvalt.22Timothy Rich en Andi Dahmer, ‘Taiwan Opinion Polling on Unification with China’Jamestown China Brief, jrg. 20, nr. 18, 2020.

    Wat de status van ROC/Taiwan ondertussen dan wel is, daar zijn in deze groep verschillende meningen over. Of het een land of iets ondefinieerbaars is, en hoe dat zich politiek en cultureel verhoudt tot ‘China’, dat is niet duidelijk voor iedereen. Maar ze zijn wel tegen ‘hereniging’ wanneer gedwongen tot een keuze.23Nathan Batto, ‘Unification, independence, SQ, and polling’, Frozen Garlic, 10 januari 2022.

    De positie die Tsai officieel aanhoudt – dat Taiwan onafhankelijk en soeverein is onder de formele naam ‘Republiek China’ – valt in het spectrum van figuur 1 onder 獨台 dútái, Onafhankelijk Taiwan. Veel verder kan een Taiwanese regering ook niet gaan, zonder een Chinese aanval te riskeren of door Amerika beschuldigd te worden van ongewenst avonturisme.

    De verkiesbare hoofdmoot in de KMT, nog altijd trots op alle geclaimde 110 jaar van ‘hun’ Republiek, is in de praktijk voor 華獨 huádú, ROC-Onafhankelijkheid, hoewel ze dat nooit zo zouden noemen. Dit is het standpunt dat de Republiek China soeverein is.

    Of deze ROC zich beperkt tot ‘de Taiwan-regio’ (台灣地區 táiwān dìqū) en hoe die zich verhoudt tot de PRC, ‘de Vasteland-regio’ (大陸地區 dàlù dìqū) en het Één China-ideaal, is (met opzet) niet altijd duidelijk. Hoewel geen enkele Taiwanese regering haar eigen bestaan zou ontkennen, heeft de KMT geen zin om de spanning met Peking op te drijven door zich al te precies uit te spreken.

    KMT-leiders hebben grote zakelijke belangen in China24Amber Lin, ‘Taiwan’s Kuomintang at a Crossroads: Should the Nationalist Rethink Its China-leaning Posture?’The Reporter, vertaald door Chen Guo, 24 juni 2020. en voeren juist campagne op rust in de relatie met Peking. Bovendien is een grote groep in de KMT van mening dat op termijn Taiwan geen keuze heeft en wel met de PRC samen móet. Maar juist die pro-Chinese houding loopt steeds verder uit de pas met het electoraat.25Nathan F. Batto, ‘Cleavage Structure and the Demise of a Dominant Party: The Role of National Identity in the Fall of the KMT in Taiwan’Asian Journal of Comparative Politics, jrg. 4, no. 1, 2019, blz. 81–101.

    Hereniging 統一 tǒngyī

    De groep met latente steun voor hereniging bevindt zich op een continuüm die voert vanaf het Blauwe Kamp via de kleine NP tot de extreme CUPP in het Rode Kamp. Nu de Volksrepubliek elk jaar nationalistischer en sterker wordt, is Peking voor deze Chinese chauvinisten steeds aantrekkelijker.

    Voor zulke groepen is samengaan met China het uiteindelijke of onmiddellijke doel. Een verwaarloosbaar kleine groep nostalgische fantasten en hoogbejaarde Vastelanders is voor hereniging met China onder de Republiek China, 華統 huátǒng.

    Chinese nationalisten die voor hereniging zijn – nu of op de langere termijn – zijn doorgaans voor wat neerkomt op 紅統 hóngtǒng, ‘rode hereniging’ onder de Volksrepubliek China, eventueel via het ‘Een Land, Twee Systemen’ dat we ook in Hong Kong en Macao zien.

    ‘Hereniging’ is een marginale positie. Slechts 7.4% in de grafiek van figuur 3 wil hereniging nu of later en zelfs in het hypothetische geval dat de beide kanten economisch, sociaal, en politiek hetzelfde zouden zijn, wilde in 2020 slechts 29.35% van de ondervraagden samengaan.26Timothy Rich en Andi Dahmer, ‘Taiwan Opinion Polling on Unification with China’Jamestown China Brief, jrg. 20, nr. 18, 2020. Zo’n 90% is tegen ‘Een Land, Twee System’ (一国两制 yī guó, liǎng zhì).27Mainland Affairs Council, Republic of China (Taiwan), ‘Mainstream Public Voice Support: Taiwan’s Option Is to Become Stronger, More United, and More Determined to Defend Itself’, 9 september 2021’.

    Een stem voor China-vriendelijker beleid of erkenning van een Chinese identiteit betekent niet automatisch dat de kiezer met de Volksrepubliek samen wil. Zoals Shelley Rigger opmerkt, economische integratie leidt niet automatisch tot politieke integratie.28Shelley Rigger, The Tiger Leading the Dragon: How Taiwan Propelled China’s Economic Rise. Londen: Rowman & Littlefield, 2021, blz. 190. Deze positie krijgt slechts zoveel aandacht vanwege Chinese steun en omdat de discriminatie ten faveure van Chinese nationalisten en Vastelanders onder de partijstaat van de KMT-dictatuur nog altijd delen van de elite kleurt.

    Definities zijn politiek

    Woordkeuze is politiek. Wanneer we spreken over de Taiwanese opvattingen over ‘onafhankelijkheid’ en ‘status quo’, is het ook belangrijk om te kijken wat voor betekenis ze zelf aan deze woorden geven. Onder Tsai Ing-wen is ‘status quo’ steeds meer richting de invulling gegaan dat Taiwan al onafhankelijk is onder de formele naam Republiek China.

    Ondertussen is het duidelijk dat de steun voor het afwerpen van de mantel van de ROC alleen maar toe neemt. Onder jonge Taiwanezen is er al een meerderheid voor formele onafhankelijkheid.29Ann Maxon, ‘Independence poll shows widening gap’Taipei Times, 31 december 2019, blz. 1. Dit gaat gepaard met een groeiend Taiwanees nationalisme: onder respondenten onder de 40 is er substantiële bereidheid om oorlog te riskeren30Fang-Yu Chen, Wei-ting Yen, Austin Horng-en Wang and Brian Hioe, ‘The Taiwanese see themselves as Taiwanese, not as Chinese’The Washington Post, 2 januari 2017. en driekwart geeft aan bereid zijn te vechten als China binnenvalt.31Wu Su-wei, ‘More than 77 percent willing to fight in the event of an invasion by China: poll’Taipei Times, 25 oktober 2020, blz. 2; Lin Chia-nan, ‘Poll says 72.5% of Taiwanese willing to fight against forced unification by China’Taipei Times, 30 december 2021, blz. 1. Er lijkt een scherp kantelpunt te zijn rond de leeftijd van 40.32Nathan Batto, ‘Unification, independence, SQ, and polling’, Frozen Garlic, 10 januari 2022.

    Achter de keuze voor het woord ‘hereniging’ zit een Chinees politiek frame. Voor Taiwanezen uit het Groene Kamp is er niks te herenigen, want ze stellen dat Taiwan immers nooit onderdeel is geweest van de Volksrepubliek China. Als zij het over deze optie hebben, spreken ze over annexatie (併吞 bìngtūn) door China.

    China heeft het al over ‘secessionisme’ in Hong Kong (港独 gǎngdú) bij het minste of geringste protest tegen de Centrale Volksregering. Ook bij alles wat Taiwanese leiders doen, ziet Peking gelijk kwaadaardig ‘secessionisme’ (台独 táidú). De Chinese definitie van táidú reikt ook tot wat de Taiwanezen ‘status quo’ zouden noemen.

    Maar de Taiwanezen leven al 127 jaar gescheiden van China en hebben al 73 jaar een eigen staat. Alles wat de CCP in woede doet ontsteken, is normale dagelijkse praktijk op het ‘zelfbesturende democratische eiland’. Logischerwijze heeft het woord ‘onafhankelijkheid’ – dat wijst op ingrijpende verandering van deze soevereine status quo – een veel beperktere betekenis in Taiwan zelf. Het zou goed zijn als buitenlandse observatoren dit in acht nemen.

  • Hoe gevaarlijk is de oplopende spanning rond Taiwan? Eerst even ademhalen.

    Deze week loopt de spanning rond Taiwan weer op. Amerika heeft richtlijnen aangepast voor contact met Taiwan en president Joe Biden stuurt een delegatie gepensioneerde functionarissen op bezoek. Daarop komt er vanuit Peking verbaal geweld en zien we veel militaire bewegingen. Ondertussen verwachten we dat Japan ook voorzichtig een beetje kleur bekent tijdens de top met Amerika. Het geopolitieke belang van Taiwan is groot. Maar het is makkelijk om je te snel op te winden. Het is dus verstandig om even adem te halen en te kijken wat er nu precies aan de hand is.

    (more…)
  • Waarom Japan steeds meer om Taiwan geeft

    Voorafgaand aan de geplande ontmoeting tussen de Amerikaanse president Joe Biden en de Japanese minister-president Suga Yoshihide (菅 義偉) volgende week horen we enkele berichten dat Tokio zich publiekelijk meer aansluit bij Washingtons steeds openlijkere steun voor Taiwan. In dit stuk geef ik een kort overzicht over het Japanese geopolitieke belang bij de voortdurende onafhankelijkheid van de eilandstaat van China.

    AP bericht vandaag dat premier Suga afgelopen zondag op tv zei dat Japan met de Verenigde Staten samen moet werken en ‘use deterrence to create an environment where Taiwan and China can find a peaceful solution’. De Japanse zakenkrant Nikkei Asia ontdekte op 30 maart al dat de geplande gezamenlijke verklaring van Biden en Suga voor het eerst sinds 1969 Taiwan zal noemen.

    De Japanse defensie is volgens de grondwet beperkt tot zelfverdediging. Daarnaast probeert Tokio ook altijd goede betrekkingen te onderhouden met de onvermijdelijke grote buurman China. Het Japanese ministerie van buitenlandse zaken heeft een invloedrijke factie die voor begrip tonen naar Peking is – de zogeheten Chinaschool, analoog aan de Russlandversteher in Duitsland. Japan verbrak al in 1972 de banden met de Republiek China op Taiwan om de Volksrepubliek China te erkennen en was tegen sancties na de bloedige 4 juni 1989.

    Maar zulke toegefelijkheid naar China toe kwam grotendeels vanwege harde geopolitieke berekening. Beleidsmakers in Tokio komen nu echter tot steeds hardere conclusies over de dreiging van China. Japan probeert de laatste jaren duidelijker tegengewicht te vinden voor Pekings groeiende macht. Een recente overeenkomst met Indonesië is daar slechts één voorbeeld van.

    Taiwan is van groot geopolitiek belang voor de regio. De strategische positie van het eiland was één van de redenen waarom Japan het in 1895 tot kolonie maakte. Onder Amerikaanse invloed kijken steeds meer landen naar de regio door de lens van de ‘Indo-Pacific’. Taiwan is de spil hierin. Als China de controle krijgt over dit eiland, dan zitten Japan en beide Korea’s opgesloten in noordoost Azië, is de Eerste Eilandketen doorbroken, en ligt de weg naar de Zuid-Chinese Zee helemaal open.

    De recente Chinese vliegbewegingen rond Taiwan en door de Japanese eilandengroep Okinawa maken duidelijk dat Peking ook het belang ziet van deze archipel. Taiwan is dichterbij deze eilanden dan bij het Chinese vasteland. Een van de grootste Amerikaanse militaire buitenlandse aanwezigheden in de wereld is op Okinawa en de verwachte rol van deze bases bij een Amerikaanse verdediging van Taiwan is zo essentieel, dat het Volksbevrijdingsleger alle redenen heeft voor een ‘first strike’. Een aanval op Japans grondgebied zou wel automatisch Tokio mee de oorlog in sleuren.

    De alliantie met de VS is de belangrijkste steunpilaar van het Japanese veiligheidsbeleid vanaf 1945. De geloofwaardigheid van de Amerikaanse verdediging van de regio is essentieel. Als Taiwan valt, dan zullen veel Amerikaanse bondgenoten vraagtekens zetten bij de vaardigheid van het Pentagon om hen te beschermen tegen China. Bovendien zou Chinese controle over Taiwan ook een grote materiële verzwakking zijn van de Amerikaanse mogelijkheid om in noordoost Azië in te grijpen.

    Daarnaast hebben Japan en Taiwan veel gedeelde waarden en voor de regio zeldzaam vriendelijke banden. Tokio zal deze gelijkgestemde macht willen behouden. Bovendien zullen supporters voor Taiwan in het publiek en in de politiek eisen dat Japan ingrijpt als China probeert Taiwan te annexeren.

    Los van de politieke redenen zou het verlies Japan opsluiten met de beide Korea’s. Controle over de wateren rondom Taiwan geeft Peking ongekende macht over de stroom goederen en grondstoffen die daar allemaal langs moeten. Noord-Korea is al de enige officiële bondgenoot van China. De betrekkingen tussen Japan en Zuid-Korea blijven moeilijk en onder president Moon Jae-in (文在寅/문재인) probeert Seoel Peking te vriend te houden voor haar vredesproject op het Koreaanse Schiereiland. Tokio zou alleen staan.

    Dit levert direct gevaar op voor de Japanse territoriale integriteit. De strategische belangrijke eilandengroep Okinawa (沖縄諸島) was vroeger onafhankelijk als het Koninkrijk Ryukyu (琉球国) en had vazalbetrekkingen met zowel Japan en China. Er is grote ontevredenheid op de eilanden met de Amerikaanse legerbases en een onafhankelijkheidsbeweging die ook heimelijk steun zou ontvangen van China. Sommige Chinese nationalisten gebruiken de historische banden om Okinawa te claimen als Chinees grondgebied.

    Mogelijk struikelblok in de betrekkingen tussen Taiwan en Japan zijn de Senkaku-eilanden (尖閣諸島). Deze worden niet alleen door China geclaimd als onderdeel van de ‘provincie’ Taiwan onder de naam Diaoyu-eilanden (钓鱼岛), maar ook door Taiwan als de Diaoyutai-eilandengroep (釣魚臺列嶼). De huidige Taiwanese oppositie, de Chinese Nationalistische Partij (KMT), vraagt graag aandacht voor het verzaken van de DPP-regering in het verdedigen van het heilige grondgebied van de ‘Republiek China’ in dit territoriaal conflict. Ook mag voedsel uit de buurt van de door de aardbeving van 2011 getroffen kerncentrale Fukushima Daichii (福島第一原子力発電所) nog altijd niet geïmporteerd worden, een gevoelig punt voor Japan.

    De verbetering van de betrekkingen tussen Japan en Taiwan begon al onder de vorige minister-president, Abe Shinzō (安倍 晋三). Het lijkt erop dat premier Suga dit voort zet. Maar de Japanese toenadering tot Taiwan is afhankelijk van de geopolitieke berekeningen over China. Als die veranderen, dan zou Tokio weer voorzichtiger kunnen worden. Daarnaast zou de KMT weer aan de macht kunnen komen in Taiwan. Als het buitenlandbeleid van KMT-president Ma Ying-jeou (馬英九 2008–16) herhaald wordt, dan zou zo’n regering alle betrekkingen die niet met China zijn weer in de ijskast zetten.

    Maar gezien het klaarblijkelijk rotsvast vertrouwen in Peking dat China’s tijd is gekomen, en de geleidelijk voortschrijdende ‘normalisering’ van Japan en Taiwan verwacht ik dat we de komende jaren alleen maar een verscherping zullen zien van de tegenstellingen in de regio. Voor Tokio zal Taipei alleen maar belangrijker worden.

  • Betekenis Amerikaanse afschaffing van beperkingen contact met Taiwan

    Tijdens de chaotische en schokkende laatste dagen van de regering Trump lanceert een van de grootste cheerleaders van het trumpisme een nieuwe uitdaging voor China. Minister van buitenlandse zaken Michael Pompeo kondigde het einde van de zelfopgelegde beperkingen voor de contacten tussen de Verenigde Staten en Taiwan aan. Hoewel het ‘China boos’-frame te vaak gebruikt wordt bij nieuws over Taiwan, is het hier wel degelijk van toepassing. Het zou door Peking als een serieuze uitdaging beschouwd kunnen worden. Ook is het volgens mij bewust bedoelt door Pompeo als stok om China mee te slaan, net als zijn aankondiging na de arrestaties in Hong Kong dat de Amerikaanse vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties, Kelly Craft, van 13 t/m 15 januari een bezoek gaat brengen aan Taipei.

    Twitter-draadje met de relevantie nieuwsberichten en analyse’s.

    Toen de Verenigde Staten per 1979 de Volksrepubliek China als het ‘echte’ China erkenden, betekende dit het einde van de formele diplomatieke betrekkingen met Taiwan – formeel de Republiek China. Zowel Peking als Taipei staan beide op ‘Één China’, hoewel dat in het Taiwanese geval al jaren vooral voor de vorm is. Om China gerust te stellen, stelde Washington beperkingen in op de contacten tussen Amerikaanse en Taiwanese overheidsmedewerkers en het gebruik van nationale symbolen van de Republiek China. Deze regels zijn verschillende keren aangepast, voor het laatst in 2015 nadat de Chinese ambassade klaagde over een vlagceremonie bij de residentie van de Taiwanese vertegenwoordiger in Amerika. Dit zijn de regels die nu worden afgeschaft.

    Onderdeel van stapsgewijze verandering

    Of de praktische gevolgen groot zullen zijn, is nog maar te bezien. Er zullen misschien iets meer Taiwanese vlaggen en uniformen in de VS te zien zijn. Diplomaten zouden elkaar nu kunnen treffen in Amerikaanse overheidsgebouwen. Overheidsmedewerkers mogen straks hun diplomatieke paspoorten tonen bij de grenscontrole in Taipei. Amerikaanse ambtenaren zullen misschien wat minder huiverig zijn voor contact met hun Taiwanese tegenhangers. Maar in de praktijk waren de regels al versoepeld. Bovendien blijft het een uiterst gevoelig dossier.

    Contact tussen Amerikaanse en Taiwanese ambtenaren en militairen is al routine. Dat ze nu niet meer een conferentiezaaltje in een hotel af hoeven te huren scheelt vooral geld en huichelarij. Beroepsdiplomaten die geplaatst zijn bij de ‘onofficiële’ Amerikaanse vertegenwoordiging in Taiwan hoeven al een tijdje niet meer formeel ontslag te nemen bij het State Department.

    Bij Taiwan speelt er echter meer mee dan de juridische en reglementaire ruimte. Een eerdere wet die bezoeken van Amerikaanse marineschepen aan Taiwanese havens autoriseert is tot nog toe ook niet serieus gebruikt. Pompeo’s aankondiging is een nuttige stap in verdere normalisering van de relatie met Taiwan. Maar ik verwacht geen schokkende wijzigingen. Het is en blijft een gevoelig onderwerp. Hoewel Taiwan blij is met de wijzingen, heeft de regering daar ook geen belang bij een harde Chinese reactie.

    Chinese reactie

    Want zelfs al had Pompeo het niet zo duidelijk als uitdaging van China gepresenteerd, dan was Peking alsnog boos geworden. Het is nog wachten op de definitieve reactie. Xinhua klaagt al wel over de ‘laatste waanzin’ (最后疯狂 zuìhòu fēngkuáng) van ‘de slechtste Secretary of State in de geschiedenis’ in een artikel dat vooral Amerika waarschuwt. Het stuk op de website van de Taiwan Affairs Office van de Chinese regering citeert een eerdere uitspraak van de woordvoerder van het ministerie van buitenlandse zaken die de vertrekkende Trump-regering ervan beschuldigt nog zoveel mogelijk schade aan de bilaterale relatie te willen doen.

    In zulke gevallen claimt Peking ook altijd dat de desbetreffende Taiwan-vriendelijke maatregel een schending is van internationale normen en het Één-China-Principe. Dit is onjuist. De resolutie no. 2758 van de Algemene Vergadering van de VN stelde in 1971 slechts dat de zetel van China toekomt aan de Volksrepubliek China in plaats van de ‘vertegenwoordigers van Chiang Kai-shek’. Elk land dat formele betrekkingen heeft met de Volksrepubliek heeft een eigen Één-China-Beleid, de uitkomst van onderhandelingen tussen Pekings Één-China-Principe en de belangen van het land.

    In veel gevallen komt Taiwan niet expliciet voor in het Beleid van een land. De erkenning dat er één China is, kan prima zonder het doen van een uitspraak over de status van Taiwan. Natuurlijk is dit gevoelig voor Peking, dus in de praktijk zijn er alsnog beperkingen op wat men met Taipei kan doen. Echter, de Amerikaanse wijziging brengt de status van Taiwan dichter in de buurt van de empirische werkelijkheid: dat Taiwan een niet-erkend maar onafhankelijk land is. Door de poot stijf te houden op dit gebied draagt Washington bij aan het tegengaan van Pekings pogingen om sluipenderwijs ieders Één-China-Beleid nader te brengen tot haar eigen Één-China-Principe.

    Amerikaanse politiek

    Dan is er ook nog de vraag van de timing. Hij zou een invulling zijn van de Taiwan Assurance Act Sec. 7(1), met brede steun van Democraten en Republikeinen aangenomen. Een tweede persoon bevestigt de claim van David Stilwell in FT dat de VS al een jaar bezig was met een herziening. Maar deze wijziging door een compleet in diskrediet geraakte lakei van Trump heeft door de huidige politieke context in de VS toch een nare bijsmaak gekregen. Enkele commentatoren maken zich zorgen of er wel overleg is geweest binnen de Amerikaanse bureaucratie en met Taiwan. Vanwege de precaire situatie is het wel degelijk van belang dat er enige consideratie is van de Chinese gevoeligheden, hoe onsmakelijk dat ook moge zijn. Maar, zoals Chinakenner Bill Bishop opmerkte, het zou ook een gift aan Biden kunnen zijn. De wijziging is nu al gemaakt. Pompeo’s opvolger hoeft hem slechts niet terug te draaien om te kunnen profiteren van de nieuw geschapen beleidsruimte.

    Als dit op een tactvolle manier gaat en er duidelijke nieuwe regels komen om de boel in goede banen te leiden, dan zal deze wijziging goed nieuws blijken. Maar waar Taiwan echt belang aan heeft, is om door de Verenigde Staten (en door Europa!) op zijn eigen merites beoordeeld te worden. Als Amerikaanse steun voor Taiwan slechts dient als tactiek tegen China, dan biedt dat geen solide basis voor de veiligheid van het land. Taiwans verdediging kan niet afhangen van voortdurende vijandigheid jegens Peking in Washington. Ook is het belangrijk om de eigen nationale identiteit van Taiwan te erkennen. Als Pompeo de Koude-Oorlogterm ‘Free China’ van stal haalt, dan laat hij zien daar niks van te begrijpen.

    Voor de Chinese reactie op deze maatregel an sich maak ik me niet zo heel erg zorgen. Peking wil graag een reset met Biden. We zullen dit jaar sowieso meer geweld tegen Taiwan uit Peking zien. Chong Ja Ian merkt terecht op dat China al veel druk uitoefent en niet nog veel meer kan doen zonder escalatie te riskeren. De spanning bouwt zich al een tijdje op. De trend laat zien dat China haar suppressie van Taiwan toch al zou proberen verder te intensiveren. De reactie op het bezoek van Kelly Craft komende woensdag zal meer duidelijkheid bieden.

    Bovendien bestaat de Chinese Communistische Partij in 2021 honderd jaar. Dat vereist ook enkele symbolische winst op de lange weg naar de Chinese Droom van de Grootse Herrijzenis van het Chinese Volk, die per 2049 bereikt moet worden. Tot die Droom behoort ook de annexatie van (“hereniging met”) Taiwan. Temidden van de hybride oorlogsvoering die Taipei de komende jaren te wachten staat, is het dan niet verkeerd als de interactie met de VS ietsje makkelijker kan.

    Bijgewerkt: 2020/01/11

  • Chinese staatstelevisie zendt opnieuw gedwongen bekentenissen uit, in campagne tegen Taiwan

    De spanning tussen China en Taiwan loopt al een tijdje op. Deze week is Peking een nieuwe campagne begonnen om de psychologische druk op te voeren, genaamd ‘Donderslag 2020’ (迅雷2020, xùnléi 2020). Er zijn al drie gedwongen ‘bekentenissen’ uitgezonden op de staatstelevisie CCTV. In deze video’s zeggen eerder vastgenomen Taiwanezen dat ze spionnen waren voor Taipei en dat ze heel veel spijt hebben van hun verraad aan het ‘vaderland’. Dit is niet de eerste keer dat China op deze manier de mensenrechten schendt van burgers uit landen waar Peking ruzie mee heeft.

    Gedwongen bekentenissen uitgezonden op televisie zijn niet nieuw in China. Het komt bijvoorbeeld ook voor bij partijkaders die zijn aangehouden voor corruptie. Problemen komen er wanneer Chinese media dit ook in het westen doet, waar men dit soort vernedering van verdachten als schending van de mensenrechten ziet. De internationale propaganda-arm van CCTV, CGTN, heeft zijn hoofdkantoor in Londen. Nadat ze een gedwongen bekentenis van de privéonderzoeker Peter Humphrey hadden uitgezonden, kregen ze een boete van Britse mediawaakhond Ofcom. Er loopt ook nog een klacht over een gedwongen bekentenis van Zweedse mensenrechtenactivist Peter Dahlin. CGTN overweegt inmiddels om naar Brussel te verhuizen. De Hongkongse krant SCMP, eigendom van Jack Ma’s Alibaba, kwam ook in opspraak nadat ze meehielpen bij het uitzenden van een gedwongen bekentenis van de boekenverkoper Gui Minhai, ook een Zweedse staatsburger.

    Maar China gaat soms nog veel verder. Zo probeerde Peking een voortvluchtig partijlid te pakken te krijgen door zijn Amerikaanse kinderen het uitreizen te verhinderen. In een ander geval werden twee ouders die nog een 16-jarig kind hadden in de VS vastgezet in een hotel om de van corruptie beschuldigde vader van één van hen te overtuigen zich over te geven. Inmiddels is het al vergeten, maar begin deze eeuw waren er een paar geruchtmakende zaken in China waarbij buitenlandse zakenmensen van Chinese komaf tot lange gevangenisstraffen werden veroordeeld in wat waarschijnlijk hoofdzakelijk zakelijke conflicten waren.

    Gijzelneming en arbitraire detentie is voor China niet alleen een manier om binnenlandse problemen op te lossen, maar ook een hulpmiddel om diplomatieke druk uit te oefenen. Nadat de Canadese justitie, in reactie op een Amerikaans uitleveringsverzoek, de CFO van Huawei Mèng Wǎnzhōu (孟晚舟) arresteerde, verdwenen twee Canadezen in het Chinese systeem. Voormalig diplomaat en Crisis Group-medewerker Michael Kovrig en organisator van dialogen met Noord-Korea Michael Spavor werden later formeel gearresteerd op verdenking van het schaden van de Chinese staatsveiligheid. Ze zitten nog steeds vast. Hoewel Peking elke aantijging boos afwijst, is het wel duidelijk aan de manier waarop staatsmedia en woordvoerders beide zaken tegelijk noemen dat hun situatie afhankelijk is van de uitkomst van de uitleveringszaak tegen Meng. Het is ook nog altijd niet duidelijk waarom de Chinees-Australische nieuwslezeres Cheng Lei vast zit, hoewel de verslechterende relatie tussen China en Australië misschien wel een rol speelt.

    De Taiwanese gevallen deze week moet je ook zo zien. Het eerste slachtoffer, Morrison Lee Meng-chu (李孟居 Lǐ Mèngjū) verdween in Shenzhen tijdens de demonstraties in Hong Kong. Zijn ‘spionage’ bestond uit deelname aan en steun voor de protesten, en het nemen van foto’s van de opbouw van troepen van de Gewapende Volkspolitie (PAP) net over de grens. Het tweede slachtoffer, Cheng Yu-chin (鄭宇欽 Zhèng Yǔqīn), was een gesjeesde promovendus die in Praag het Belt and Road Initiative (BRI) van Xi Jinping aanprees. Volgens CCTV was hij echter een academicus, een voormalig parlementair assistant van iemand van de Taiwanese regeringspartij, en had hij contact met de Taiwanese vertegenwoordiger in Tsjechië Lee Yun-peng (李雲鵬 Lǐ Yúnpéng). Op zich is dat niet vreemd voor een Taiwanees, maar volgens Taipei bestaat Lee Yun-peng helemaal niet, was hij geen academicus, en ook geen parlementaire assistent. De meeste recente gedwongen bekentenis betrof verrassend genoeg twee pro-Peking academici, namelijk Tony Shih Cheng-ping (施正屏 Shī Zhèngpíng), and Tsai Chin-shu (蔡金樹 Cài Jīnshù). Deze twee zijn voor ‘hereniging’ met China, maar dat heeft ze niet gered. De nationalistische tabloid Global Times gebruikte de gelegenheid juist als waarschuwing dat Taipei zulke overtuiging als dekmantel gebruikt.

    Natuurlijk vindt er spionage plaats tussen Taiwan en China. Alleen is het nogal ongebruikelijk om zo openbaar zulke daders aan te wijzen. De foto’s die Lee Meng-chu in Shenzhen zou hebben gemaakt kunnen nooit veel meer hebben getoond dan wat er in die periode al in de westerse pers verscheen. De andere drie – Cheng Yu-chin, Shih Cheng-ping, en Tsai Chin-shu – hielden zich tot hun arrestatie ogenschijnlijk met pro-China activiteiten bezig. Je kunt natuurlijk nooit zeker weten of er niet nog meer achter zit dat Peking liever niet openbaar maakt. Echter, in mijn optiek is deze exercitie vooral weer een poging om politieke signalen af te geven. In de eerste plaats helpt het Peking om de Taiwanese regering als gevaar en tegenstander af te schilderen tegenover de eigen bevolking. Daarnaast is het een methode om Taiwan bang te maken en Pekings boosheid over de recente ontwikkelingen te signaleren. Als Taipei zich weer ‘goed’ gedraagt, dan stopt dit. De manier waarop China dat signaleert, is echter contraproductief. De meeste Taiwanezen, die al kritisch waren op China, zien hun negatieve gevoelens slechts bevestigd. De groep die nog op en neer ging over de Straat van Taiwan zal daarentegen een stuk banger zijn geworden voor het gevaar van willekeurige detentie.

    Het is belangrijk dat buitenlanders in China zich bewust zijn van het risico dat ze altijd lopen. Mocht er een ruzie uitbreken tussen jouw land en China, dan ziet Peking je al snel als vertegenwoordiger van je land en loop je het risico om gegijzeld te worden als onderdeel van de diplomatieke strijd.

  • Waarom Taiwanese oppositie oproept tot herstel diplomatieke banden met Amerika

    Afgelopen dinsdag nam het Taiwanese parlement unaniem twee moties aan van de oppositiepartij KMT, de Chinese Nationalistische Partij (中國國民黨 zhōngguó guómín dǎng). De eerste riep de regering op om de Verenigde Staten ervan te overtuigen Taiwan meer te helpen zich te verdedigen tegen de Chinese dreiging. De tweede riep, verrassend genoeg, op tot het herstel van de formele diplomatieke betrekkingen tussen de VS en de Republiek China, die in 1979 verbroken werden. Sommige commentatoren zien hier een grote breuk in de Taiwanese politiek in. Ik niet. Hoewel de KMT zeker enige risico loopt de relatie van de partij met Peking te beschadigen, is deze politieke manoeuvre in werkelijkheid geen grote verandering van de status quo.

    De voortdurende neergang in de peilingen van de KMT baart de rap verouderende partij al langer zorgen. De meeste jonge Taiwanezen hebben geen trek in de partij, die niet alleen een erfenis van onpopulair ROC-Chinees nationalisme heeft, maar ook nog altijd de smet van de moorddadige dictatuur op Taiwan met zich meedraagt. De pro-Chinese neigingen van de partij schrikken de kiezer af. Tegelijkertijd heeft de partij minder nut voor Peking nu het al zo lang niet aan de macht is. Na het zware verlies van de populistische presidentskandidaat Han Kuo-yu (韓國瑜 Hán Guóyú) in januari werd Johnny Chiang Chi-chen (江啟臣 Jiāng Qǐchén) verkozen tot interimvoorzitter. Hij heeft enkele pogingen ondernomen om de KMT te hervormen en meer jongeren aan te trekken. Zijn poging om de partij’s impopulaire Consensus van 1992 (Één China) te vervangen is echter mislukt. Ondertussen zijn conservatieve Groot-China-nationalisten zoals oud-president Ma Ying-jeou (馬英九 Mǎ Yīngjiǔ) steeds luider aanwezig. De voorzitter moet iets.

    Naast een poging om nog iets van hervormingsgezindheid uit te stralen, kun je de twee moties dan ook zien als een tactiek van Chiang om de regering een hak te zetten en het regeringskamp te splijten. Minister van buitenlandse zaken Jaushieh Joseph Wu (吳釗燮 Wú Zhāoxiè) zei eerder in een interview met het Amerikaanse NPR dat Taiwan momenteel geen herstel van formele betrekkingen met de VS nastreeft. Hoewel dit begrijpelijk is gezien de precaire situatie in de Straat van Taiwan en de onwaarschijnlijkheid dat Washington de ambassade in Peking wil sluiten, is het ook een doorn in het oog van de radicalere Taiwanese nationalisten (‘diep-Groen’) in het kamp van regeringspartij DPP (Democratische Vooruitgangspartij, 民進黨 mínjìndǎng) dat Taipei het niet eens probeert. De KMT zelf viel deze opmerking van Wu eerder ook al aan. Alleen steekt deze ‘pro-Amerikaanse’ campagne een beetje raar af bij de recente KMT-campagne tegen de beslissing van President Tsai om ‘gevaarlijk’ Amerikaans varkensvlees toe te laten in een poging blokkades voor een vrijhandelsverdrag uit te de weg te ruimen.

    Daarnaast kun je het zelfs ook zien als cadeautje voor een deel van het conservatieve KMT-kamp (‘diep-Blauw’). De motie gaat namelijk niet in tegen het Één-China-Beleid dat de Republiek China formeel ook nog heeft. Hoewel de gewone Taiwanezen zelf ‘Republiek China’ (ROC) vooral als formele naam van de Taiwanese staat zien, moet Taipei nog vasthouden aan de formele claim in de grondwet dat de ROC het enige ‘echte’ China is. Niet alleen heeft Peking geen betrekkingen met landen die Taipei erkennen, maar wanneer een land de Volksrepubliek erkent, dan verbreekt Taiwan ook zelf actief de relatie op basis van dit Beleid. Als Taiwan die claim opgeeft, dan zou Peking dat namelijk interpreteren als formele onafhankelijkheidsverklaring, een casus belli volgens de Anti-Afscheidingswet. Tegelijkertijd bestaat er nog een kleine (meestal bejaarde) groep KMT-prominenten die nog werkelijk het idee van de ROC als het echte China aanhangen. De moties doen ook hun een plezier.

    De reden dat het parlement beide moties unaniem heeft aangenomen, heeft te maken met het feit dat beide kampen uiteindelijk voor het versterken van de ‘Republiek China’ zijn (of, zeker in het geval van het pro-Peking deel van de KMT, moeten doen alsof), ondanks het feit dat ze verschillende definities van de ‘ROC’ hanteren. Daarnaast is de motie die oproept tot Amerikaanse steun voor de verdediging van Taiwan zeker nu erg relevant. Eerder schreef ik al dat Europa nu na moet gaan denken over het risico van een Chinese invasie van Taiwan. Tot nu toe is Taiwans verdediging vooral afhankelijk van de VS. Verdere versterking van deze band is hard nodig.

    De Chinese dreiging neemt onverminderd toe. Een voorbeeld van het soort taalgebruik is de reactie op de moties van het Kantoor voor Taiwan Zaken (TAO) van de Chinese Staatsraad. Na eerst vooral de regeringspartij DPP aan te vallen, stelt de woordvoerder dat: ‘Elk woord en elke daad die in strijd zijn met het Één-China-Principe of de fundamentele belangen van het Chinese Volk beschadigen, zullen op de resolute tegenstand van het geheel van de zonen en dochters van het Chinese ras stuiten.’ (任何违背一个中国原则、损害中华民族根本利益的言行,都将遭到全体中华儿女的坚决反对。) Bloomberg had vandaag een goed stuk over de steeds toenemende invasiedreiging. Taiwan heeft dit jaar al €755 miljoen uitgegeven aan het tegengaan van de scherp toegenomen plaagstoten van de Chinese luchtmacht. De druk neemt toe.

  • Taiwanese regering ontkent dat oorspronkelijke bewoners ‘Chinees’ zijn

    Ophef over twee gebeurtenissen laat zien dat de positie van de oorspronkelijk bewoners van Taiwan nog altijd politiek gevoelig is. Politici veroordeelden kritiek in de media op de outfit van de 16-jarige winnaar van een Gouden Klok, de jeugdtelevisiepresentator Pangoyod. Daarnaast uitten de Raad van Oorspronkelijke Bewoners en regeringspartij DPP kritiek op een lid van de Amis-stam dat op Chinees eenheidsfront-evenement stelde een troste Chinees te zijn. Een blik op de geschiedenis van Taiwans oorspronkelijke bewoners helpt de gevoeligheden te begrijpen en laat zien waarom het politiek zo belangrijk is voor een land dat zijn onderscheid met China benadrukt.

    Volgens het Chinese nationalisme is Taiwan altijd al onderdeel geweest van ‘China’. Op basis van de aanwezigheid van enkele Chinese handelaren op het eiland, verwijzingen naar Taiwan op kaarten en in reisverslagen, en een kortstondige militaire aanwezigheid op de kleine Penghu eilandengroep van de Ming-dynastie claimt Peking dat Taiwan sinds de oudheid (自古以来 zìgǔ yǐlái) onbetwistbaar onderdeel is van ‘China’. Dit is dezelfde methode waarmee Chinezen de eilanden in de Zuid-Chinese Zee claimen. In het geval van deze eilanden negeert China niet alleen het belang van hedendaags internationaal recht, maar is ook nogal etnocentrisch: het waren niet alleen Chinese vissers en ontdekkingsreizigers die naar deze ‘eilanden’ ver van de Chinese kust gingen, er waren net zo goed Vietnamese en Filipijnse en andere lokale mensen – ze liggen namelijk vlak voor de kust van deze landen in Zuidoost Azië. Alleen telt hun geschiedschrijving blijkbaar niet.

    Dit is nog erger als het op Taiwan aankomt. Volgens het Han-centrische etno-nationalisme dat nu hoogtij viert in China zijn alle ‘minderheden’ onderdeel van het Chinese Volk (中华民族 zhōnghuá mínzú) en hebben dezelfde oorsprong als de Hàn (). Hier is geen bewijs voor. Daarnaast is het ook nogal beledigend om de oorspronkelijke bewoners ‘minderheden’ (少数民族 shǎoshù mínzú) te noemen in hun eigen land. Het klopt dat dankzij kolonisatie en stimulans van migratie de Tibetanen, Oeigoeren, Mantjsoerijnen en Mongolen in China nu overal numeriek in de minderheid zijn. Ook de oorspronkelijke bewoners van Taiwan zijn verdreven van hun landerijen en maken nu nog maar 2.4% uit van de Taiwanese bevolking. Maar ooit waren ze eigen baas.

    Want Taiwan was helemaal geen onderdeel van ‘China’ voordat de Qing de boel overnam in 1684. De verschillende stammen – samengevat als oorspronkelijke bewoners (原住民 yuánzhùmín, Engels: ‘aborigines’ of ‘indigenous peoples’) – bestuurden zichzelf. Deze groepen spreken verschillende talen en zijn verwant aan de volken in de Stille Oceaan, Filipijnen, Borneo, en Maleisië. In de 17e eeuw kwamen de Europeanen naar Oost-Azië. Na enkele mislukte Spaanse pogingen stichtte de Nederlandse VOC de kolonie Formosa op Taiwan in 1624, met als hoofdstad Zeelandia in de huidige stad Tainan. Het was de VOC die, net als op Java, in grote aantallen immigranten uit het Chinese keizerrijk hield om het land te ontginnen. In 1662 nam de Japans-Chinese piratenkoning en Ming-loyalist Koxinga (國姓爺 Kok-sèng-iâ, ook: 鄭成功 Zhèng Chénggōng) de boel over en dreef de Nederlanders van Taiwan. De Qing, die vanaf 1644 de baas waren in China, voelden zich bedreigd en namen in 1684 Taiwan over. Voor het eerst werd het eiland door een Chinees rijk bestuurd, tot het in 1895 werd afgesplitst. Tegenwoordig stelt het Chinese nationalisme dat Koxinga een Chinese nationale held was die Taiwan ‘terugveroverde’ op de Nederlandse imperialisten en de Chinezen daar ‘bevrijdde’.

    In die tijd koloniseerden de Han-Chinezen het eiland. De oorspronkelijke bewoners werden geassimileerd of de heuvels ingedreven. Tijdens de Japanese koloniale periode van 1895–1945 en de KMT-dictatuur van 1945 tot de jaren 90 kwamen de ‘achtergebleven’ stammen onder nog meer druk te staan om te ‘moderniseren’. Nu nog worden de verschillende stammen opgedeeld in twee groepen, de ‘plains aborigines’ (平埔族 píngpǔzú) en de ‘mountain aborigines’ (高山族 gāoshānzú). Volgens het Één-China-Principe van de Volksrepubliek is Taiwan met al zijn bewoners echter een onderdeel van China. Dit betekent ook dat de oorspronkelijke bewoners niet ‘oorspronkelijk’ genoemd mogen worden volgens de politieke correctheid van de Partij. Dat zou namelijk kunnen suggereren dat de ‘Chinezen’ niet de ‘oorspronkelijke’ eigenaren van het eiland zijn! In de officiële classificatie van Peking vallen de verschillende stammen op Taiwan dan ook allemaal onder één van de officieel erkende ‘minderheden’, namelijk de ‘Kaoshan’ (高山族 gāoshānzú). Net als alle minderheden, kun je ook die vrolijk zien dansen op festivals in China.

    Recent hield China in Xiamen het jaarlijkse ‘Cross-Strait Forum’, dat als doel heeft om pro-China figuren uit Taiwan naar China te halen en een indruk te geven dat ‘hereniging’ brede steun geniet. Een van de sprekers was een lid van de Amis-stam, Yang Pin-hua (楊品驊). Hij stelde een trotste Chinees te zijn, in lijn met de orthodoxie. Hierop kwam een felle reactie van de Raad van Oorspronkelijke Bewoners in Taiwan, een overheidsorgaan dat de belangen van de stammen vertegenwoordigt en de regeringspartij DPP. De regering stelde dat de oorspronkelijke bewoners van Taiwan geen onderdeel zijn van het ‘Chinese Volk’ (中華民族 zhōnghuá mínzú) en niet de ‘nazaten van Yan en de Gele Keizer’ (炎黃子孫 Yán-Huáng zǐsūn) zijn – de mythische voorouders van de Chinezen. Peking doet er juist alles aan om te stellen dat alle ‘minderheden’ onderdeel zijn van het Chinese Volk met de Han als voorbeeld en standaard. Voor de Taiwanezen is het daarentegen belangrijk om het verschil met China te benadrukken. Dat uit zich niet alleen in het creëren van een burgernationalisme met democratie en vrijheid als belangrijke elementen van de Taiwanese identiteit, het bestaat ook uit het benadrukken van de erfenis van de Japanners, de Nederlanders, en de oorspronkelijke bewoners. Maar het incident Pangoyod laat zien dat er nog genoeg werk te doen is om de cultuur van de oorspronkelijke stammen respect te tonen.