Toen Covid-19 afgelopen mei door de Taiwanese verdediging brak, kwam er na een voorbeeldige zeventien maanden pandemiebeheersing paniek over de grootste zwakte van het beleid: het gebrek aan vaccins. Taipei had al miljoenen vaccins van AstraZeneca en Moderna besteld. Maar levering bleef achter en het vaccinatieplan was afhankelijk van het succes van eigengemaakte vaccins van Medigen en UBI. Die waren echter nog in Fase II van het testen. Inmiddels lijken de onderzoeksresultaten daarvan positief en heeft 18% van de Taiwanezen al een eerste dose gehad – niet alleen dankzij leveringen van fabrieken in Thailand en de Europese Unie, maar ook na grote donaties van Japan en de Verenigde Staten. De uitbraak is ook weer grotendeels onder controle.
De politieke spanning die de uitbraak veroorzaakte is nog niet weg. Chinese misinformatie over verborgen gevallen en zogenaamd overweldigde ziekenhuizen daargelaten, de oppositie en Peking gebruikten het gebrek aan vaccins om de DPP-regering aan te vallen. President Tsai Ing-wen (蔡英文 Cài Yīngwén) sloeg terug door te stellen dat Chinese druk een overeenkomst met BioNTech op het laatste moment had doen kapseizen in januari 2021. Afgelopen maandag 12 juli kondigden chipfabrikant TSMC en de Yonglin Foundation aan dat ze alsnog geslaagd waren om 10 miljoen doses te kopen voor Taiwan. Deze indirecte route is een mooie gelegenheid om te kijken hoe groot Chinese invloed is bij een voor Europa zo cruciaal bedrijf als de Duitse farmaceut BioNTech.
Het Pfizer/BioNTech-vaccin tozinameran gaat tegenwoordig onder de merknaam Comirnaty, maar de meeste mensen hebben het slechts over ‘Pfizer’. Dat is niet helemaal eerlijk: de technologie is ontwikkeld door BioNTech, Pfizer is slechts investeerder, begeleider van onderzoeken, en één van de fabrikanten. Er was echter nog een andere investeerder: Shanghai Fosun Pharmaceutical (上海复星医药). Fosun Pharma was vroege investeerder en is betrokken bij sommige testen. Ook is het de bedoeling dat het gaat produceren in China. In ruil hiervoor kreeg het de licentie voor ‘Greater China’. In Hong Kong spreekt men dan ook van het Fosun/BioNTech-vaccin, hoewel het product vooralsnog uit dezelfde BioNTech-fabriek in Duitsland komt als de Europese ‘Pfizer’.
Het probleem voor Taiwan is dat ‘Greater China’ niet alleen de Volksrepubliek China betreft – het Chinese Vasteland, Hong Kong en Macao – maar ook het door China geclaimde Taiwan. China en Taiwan erkennen elkaar niet. Er is geen juridisch kader voor het importeren van geneesmiddelen uit het Chinese Vasteland naar Taiwan. De problemen tussen AstraZeneca, de Europese Unie, en het Verenigd Koninkrijk over een fabriek in Leiden laten zien hoe complex regulering al is onder normale omstandigheden, laat staan wanneer één partij duizenden raketten op de ander heeft gericht. Het is de vraag waarom BioNTech dan toch de licentie voor Taiwan aan Fosun Pharma gaf. De compleet voorspelbare problemen die hieruit voortkomen zijn het eerste duidelijke gevolg van Chinese invloed: als Peking niet per se Taiwan moest annexeren, dan waren al die blokkades er niet.
De meest detailleerde beschrijving van wat er in januari mis ging kwam van de Taiwanese vertegenwoordiger in Duitsland Shieh Jhy-Wey (謝志偉 Xiè Zhìwěi). Op Facebook schreef hij dat er een contract lag en dat BioNTech tegen juli 5 miljoen doses zou leveren. Maar op het laatste moment verscheen er ineens een nieuw contactpersoon die eiste dat Taiwan niet als land (我国) werd aangeduid, gebruikmakend van de vereenvoudigde Chinese karakters die men op het Chinese Vasteland gebruikt. Hoewel Taipei snel akkoord ging met de gevraagde wijzigingen, viel hierna ineens alles uiteen. Het contract kwam er niet. Het is niet duidelijk wie of wat hierachter zat.
China heeft altijd ontkend in te hebben gegrepen. Dit moet je zien tegen de achtergrond van een campagne om Taiwan de Chinese vaccins van Sinovac en Sinopharm op te dringen. Verschillende pro-annexatiefiguren uit Taiwan gingen een vaccin halen in China, terwijl Peking en oppositiepartij KMT luid riepen dat de DPP-regering helemaal geen moeite deed om vaccins te kopen, omdat ze niet op het politiek, juridisch en praktisch onmogelijke Chinese aanbod inging. Ondertussen verdedigde China de licentie van Fosun en stelde dat het lokale overheden, organisaties en bedrijven uit Taiwan vrij stond om via Fosun het vaccin van BioNTech te kopen. De centrale regering in Taipei kwam niet voor in dit lijstje.
Een regering die wel inmenging toe gaf, was de Duitse. Vertrekkend vertegenwoordiger Thomas Prinz vertelde Central News Agency dat Berlijn contact had gezocht met BioNTech over de deal. Prinz gaf toe dat de Chinese licentiehouder wel een factor was geweest bij het mislukken in januari. Dit is het eerste onduidelijke gevolg van Chinese invloed: het is onduidelijk of het directe probleem lag bij werknemers van BioNTech, bij Fosun, of bij Chinese overheidsdruk op de betrokkenen.
Het tweede onduidelijke gevolg van Chinese invloed bleek toen – na de problemen van de centrale overheid – plotseling verschillende privé-partijen, eenheidsfrontfiguren en door de KMT bestuurde lokale overheden met allerlei vage aanbiedingen kwamen van vaccins via Chinese partijen. De centrale regering gaf uiteindelijk toe dat privé-partijen met autorisatiebrief namens Taipei mochten inkopen, zolang het contract maar direct met de fabrikant was en de fabriek niet in China stond. Nadat eerst de oprichter van Hon Hai Precision (denk: iPhone-maker Foxconn) Terry Gou (郭台銘 Guō Táimíng) zei BioNTech te kopen via zijn Yonglin Foundation (永齡基金會), kwam daarna het politiek zeer invloedrijke TSMC (台積電) erbij. Met deze zet bracht Taipei extra politiek gewicht en mondiale aandacht te berde. Uiteindelijk sloten beide een deal met BioNTech en een dochteronderneming van Fosun Pharma in Hong Kong om elk 5 miljoen doses te kopen en te doneren aan de Taiwanese regering. Een overeenkomst voor derde batch van 5 miljoen via de boeddhistische hulporganisatie Tzu Chi Foundation (慈濟基金會) is nog in de maak. De vaccins gaan van Hongkongse distributeur Fosun Industrial naar Singaporese distributeur Zuellig Pharma, betrokken bij de meeste vaccinleveringen in Zuidoost-Azië en Taiwan.
Het persbericht van BioNTech maakt een tweede duidelijk gevolg van Chinese invloed zichtbaar: de titel spreekt van ‘Taiwan Region’ en de CEO van Fosun Pharma spreek van ‘Taiwanese compatriots’. Beide zijn standaardtaal uit de Chinese propagandarichtlijnen. BioNTech is geen overheidsorgaan, maar zelfs regeringen hoeven zich onder hun eigen één China-beleid niet per se te houden aan de regels van Pekings één China-principe. Toch gebeurt dat hier, omdat BioNTech een deal is aangegaan met een groot Chinees bedrijf. Maar Taiwan is gewoon een land.
Ondertussen gaat de KMT gewoon door met het proberen om politieke punten te scoren. Zo riep de partij op om de BioNTech-vaccins te reserveren voor tieners, terwijl de regering daar al voor het plannen was. Hoewel er al miljoenen vaccins zijn weggepikt in Taiwan en er nog meer onderweg zijn, doet de KMT nog graag alsof de DPP geen moeite doet voor vaccins. Na het success van TSMC en Yonglin, probeert het nog steeds om toestemming te krijgen dat lokale KMT-besturen diezelfde route mogen volgen, hoewel Taipei zegt dat er voorlopig genoeg besteld zijn en niet alle lokale KMT-besturen mee willen doen.
Peking gaat ook door: het beschuldigt Taipei van gestolen glorie door het claimen van het harde werk van privé-partijen terwijl de DPP zelf niks zou doen. Daarbij gaat het voorbij aan het feit van de betrokkenheid van de Taiwanese vertegenwoordiging in Berlijn en de Duitse regering, maar ook de samenwerking tussen het ministerie voor volksgezondheid en TSCM en Yonglin. Niettemin is het derde duidelijke gevolg van Chinese invloed al zichtbaar in de politieke onrust en nepnieuws die China teweeg brengt in Taiwan, ook over de effectiviteit en bijwerkingen van mRNA-vaccins zoals die van BioNTech.
De samenwerking tussen BioNTech en Fosun Pharma heeft geleid tot drie duidelijke gevallen van Chinese invloed: distributie aan Taiwan is moeilijk geworden, het bedrijf moet Chinese propagandataal volgen als het over Taiwan praat, en het is een politiek conflict ingetrokken. Er zijn ook twee onduidelijke gevallen van Chinese invloed die onderzoeksjournalisten in Duitsland en China zouden moet natrekken: om onduidelijke maar waarschijnlijk politieke redenen ging een verkoopcontract van BioNTech op het laatste moment niet door, en de verkoop van BioNTech-producten belande in een schemerzone en werd gemaakt tot een politiek wapen dat China-vriendelijke krachten zou versterken. Moderna en AstraZeneca konden wel gewoon aan Taiwan verkopen en zijn ook geen ongewilde handlangers geworden van anti-regeringskrachten.
Dit geval laat duidelijk zien dat er voor Europese bedrijven grote risico’s kleven aan samenwerking met Chinese partijen. Zodra je op een politiek gevoelig onderwerp stoot, dwingt de aanwezigheid van de Chinese partner tot het volgen van Chinees beleid. Europese bedrijven dreigen zo niet alleen in een potentieel commercieel schadelijk politiek mijnenveld te geraken, ze dreigen ook gebruikt te worden als hulpmiddel in het Chinees buitenlandbeleid.