Deze week loopt de spanning rond Taiwan weer op. Amerika heeft richtlijnen aangepast voor contact met Taiwan en president Joe Biden stuurt een delegatie gepensioneerde functionarissen op bezoek. Daarop komt er vanuit Peking verbaal geweld en zien we veel militaire bewegingen. Ondertussen verwachten we dat Japan ook voorzichtig een beetje kleur bekent tijdens de top met Amerika. Het geopolitieke belang van Taiwan is groot. Maar het is makkelijk om je te snel op te winden. Het is dus verstandig om even adem te halen en te kijken wat er nu precies aan de hand is.
Chinese acties
Maandag 6 april kondigde China aan dat de oefeningen van het vliegkampschip ‘Liaoning’ (辽宁号 Liáoníng hào) en haar escorte in wateren tussen Japan en Taiwan een vast element worden. Ondertussen ging de luchtmacht van het Volksbevrijdingsleger (PLA) door met het testen van de Taiwanese luchtverdedigingszone. Op 7 april maakten twee inlichtenvliegtuigen een tangbeweging om Taiwan heen, langs de Taiwanese zuidkust en door de Japanse Okinawa-eilandengroep. De grootste vliegbeweging ooit kwam 12 april, met vijfentwintig Chinese vliegtuigen. Vandaag stelt Pekings Kantoor voor Taiwanzaken (TAO) dat er gevechtsoefeningen gepland zijn om de ‘nationale soevereiniteit’ te beschermen.
Hierbij komt nog een hoop verbaal geweld vanuit Peking. Dreigementen van de Global Times zijn niet zo belangrijk – dat is een tabloid dat de vrijheid heeft om de rechtsbuiten te spelen. Belangrijker is wat de centrale staatsmedia zeggen en vooral wat de uitspraken van relevante Chinese autoriteiten. Bovenop de gebruikelijke teksten over verderfelijke separatisten en dode wegen riep het Chinese ministerie van buitenlandse zaken gisteren de Verenigde Staten op om ‘niet met vuur te spelen’ met Taiwan. Je kunt de vliegbewegingen en aankondigingen van militaire oefeningen ook zien als onderdeel van de publiciteitscampagne.
Amerikaanse acties
Deze Chinese acties komen deels als reactie op enkele Amerikaanse handelingen. Op 10 april kondigde het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken nieuwe richtlijnen aan voor contact tussen Amerikaanse en Taiwanese functionarissen. Onder president Trump hadden de VS de oude beperkingen plotseling afgeschaft. Nu komen er een aantal beperkingen (‘guard rails’) voor terug, waardoor er nog wel enige controle op deze gevoelige relatie zit, maar waaronder er nog steeds veel meer interactie mogelijk is dan voorheen. Het is hierop dat Peking zegt dat Washington niet met vuur moet spelen.
Verder bezoekt vandaag 14 april een Amerikaanse delegatie bestaand uit voormalige Amerikaanse senator Chris Dodd en twee gepensioneerde diplomaten Taipei als ‘persoonlijk teken’ van Bidens toewijding. Op zulke gebeurtenissen moet ook altijd een Chinees antwoord komen. Verder voert het Witte Huis de druk op om (indirecte) Taiwanese chipleveranties aan Chinese militaire projecten te stoppen. Het Taiwanese TSMC (台積電 tái jī diàn) is – met hulp van machines van het Nederlandse ASML – een van de grootste chipproducenten in de wereld. Het zint Washington niet dat een deel van de productie terechtkomt in supercomputers die China gebruikt om de wapens te ontwikkelen waarmee het Taiwan en de VS bedreigt.
Japan
Vorige week schreef ik over het toenemende belang dat Japan hecht aan Taiwan. Eind maart berichtte Nikkei Asia dat de gezamenlijke verklaring na de top tussen president Biden en minister-president Suga Yoshihide (菅 義偉) deze week waarschijnlijk voor het eerst sinds 1969 een verwijzing naar Taiwan zal bevatten, vandaag bevestigd door de Financial Times. China’s minister van buitenlandse zaken Wáng Yì (王毅) belde afgelopen week speciaal met zijn Japanse collega Motegi Toshimitsu (茂木 敏充) om te klagen over Hong Kong, Xinjiang, maar vooral Taiwan. Het zal waarschijnlijk niet helpen. Ook hier moet een reactie op komen.
Uitgangspunten stellen nog gerust
De betrekkingen tussen beide kanten van de Straat van Taiwan zijn verre van gezond. Dat zijn ze overigens nooit geweest. Maar de combinatie van toegenomen Chinees zelfvertrouwen en Pekings teleurstelling dat Biden het Taiwanbeleid van Trump juist consolideert, betekent wel dat de spanning toeneemt. Bovendien is een situatie stabiel tot hij dat plotseling niet meer is. Onder de huidige omstandigheden is het altijd mogelijk dat een onverwacht incident tot escalatie leidt. Maar een invasie blijft nog altijd onwaarschijnlijk.
Het Chinese Taiwanbeleid heeft verschillende doelen. Inderdaad wil Peking op termijn Taiwan annexeren. Daar oefent het Volksbevrijdingsleger ook voor. Daarnaast moet het op de kortere termijn ook zorgen, dat de opkomst van ontwikkelend China niet geschaad wordt. Het is de zaak om oorlog, met rampzalige economische en internationale gevolgen, te voorkomen. Maar de propaganda binnen het leger is oorlogszuchtig en er is een substantiële groep hardliners in China zelf. Peking moet ook zorgen dat deze groepen tevreden blijven.
Het voornaamste doel van China is dan ook niet het annexeren van Taiwan, maar het voorkomen van ‘onafhankelijkheid’. De partijleiding wil dat Taiwan geen aanleiding geeft, die de hardliners kunnen aangrijpen voor een vernietigende invasieoorlog. Taipei vindt zichzelf al een onafhankelijke staat, maar zolang het de status quo bewaart en ‘Één China’ niet formeel verwerpt, kunnen beide kanten nog doen alsof.
Er staat geen invasie voor de deur. Dit jaar 2021 is het honderdjarig bestaan van de Chinese Communistische Partij (CCP). Volgend jaar oktober 2022 is een belangrijk partijcongres waar Xí Jìnpíng (习近平) mogelijk een ongehoorde derde termijn krijgt. Beide mogen niet verstoord worden. Als de troepen zich al aan het verzamelen waren, dan had een Amerikaanse satelliet dat al lang opgepikt. De beleidsmakers in Peking slapen nog rustig, ook omdat ze nog altijd geloven dat de ‘trend van de geschiedenis’ aan hun kant staat. Op termijn zal de zwaartekracht van China’s militaire en economische macht het eiland onvermijdelijk dichterbij brengen, zo denken ze.
Salamitactieken
Wat gaan we dan wel zien? De druk zal nu verder opgevoerd worden. Dit kan bestaan uit sancties en andere maatregelen om derde landen en internationale bedrijven in het gareel te krijgen, of luidruchtige veroordelingen van gedrag dat voorheen nog kon. We zullen ook meer psychologische en juridische druk zien. Doel is om de Taiwanezen defaitisme aan te praten en te doen geloven in de onvermijdelijkheid van een Chinese overwinning. De vliegbewegingen en propaganda over militaire oefeningen ‘in de buurt’ van Taiwan horen hier bij.
We kunnen ook ‘grey zone warfare’ gaan zien, vooral vanaf 2023. De buitenliggende eilanden van Taiwan zouden een mooi doelwit zijn voor salamitactiek. Kustwacht en luchtmacht zouden kunnen helpen om Taiwan in quarantaine te plaatsen, net zoals president Kennedy dat ooit deed met Cuba. China’s maritieme militie zou een handig middel zijn om het vrachtverkeer naar eiland Taiwan te ontregelen. Het Chinese doel blijft echter om directe oorlog te voorkomen. Juist het creëren van het gevoel van permanente crisis en dreiging helpt Peking bij haar doel om Taiwan de isoleren en demoraliseren.
Ongelukken zijn nooit uit te sluiten. Meer contactmomenten bieden meer kans op een onverhoopte oorlog. Binnenlandse politieke of economische onrust in China zou een nationalistisch avontuur een aantrekkelijke afleiding kunnen maken. Op het moment dat Peking gelooft dat de trend van de geschiedenis niet langer in haar voordeel is, zou het kunnen proberen om haar vermeende voorstand snel te verzilveren. Maar ongelukken zijn per definitie niet te voorspellen. Dus tot het zo ver is, kunnen we maar beter eerst even rustig ademhalen en wennen aan het feit dat China een permanente sfeer van dreiging in stand zal willen houden.