Tag: taiwan

  • Biden’s steun voor zelfbeschikking is belangrijkste deel van zijn recente Taiwanuitspraken

    Voor de vierde keer heeft de Amerikaanse president Joe Biden „ja” geantwoord op de vraag of de Verenigde Staten militair betrokken zouden zijn bij een Chinese aanval op Taiwan. In gesprek met CBS’ Scott Pelley had Biden in 60 Minutes de volgende uitwisseling:

    “But would U.S. forces defend the island?” Pelley asked.

    “Yes, if in fact there was an unprecedented attack,” Mr. Biden said.

    “So unlike Ukraine, to be clear, sir,” Pelley said, “U.S. forces, U.S. men and women would defend Taiwan in the event of a Chinese invasion?”

    “Yes,” the president said.

    Biden tells 60 Minutes U.S. troops would defend Taiwan, but White House says this is not official U.S. policy

    De kop stelt dat het Witte Huis gelijk weer met een ‘walkback’ van de opmerkingen kwam. Maar de Amerikaanse veiligheidsfunctionaris Kurt Campbell ontkent dat expliciet. Als de hoogste Amerikaanse leider zulke dingen blijft herhalen, en als zijn adviseurs blijven zeggen dat het Amerikaanse één-Chinabeleid onveranderd is, dan moeten we misschien maar eens ophouden met doen alsof het versprekingen zijn van een seniele bejaarde. Hoe staat het nu met de ‘status quo’?

    Het beleid van de betrokken partijen ten opzichte van de betrekkingen in de Straat van Taiwan heeft verschillende namen. Peking heeft een eigen één-Chinaprincipe (一中原则 yī zhōng yuánzé) en doet alsof anderen dat erkennen. Taipei spreekt over de ‘status quo’ (現狀 xiànzhuàng). Amerika heeft een eigen één-Chinabeleid. Het beleid van géén van deze partijen is constant gebleven. Nogal wiedes. Tijden veranderen en de ontwikkelingen binnen de betrokken landen gaan ook door. Dat Peking de militaire, economische, diplomatieke en juridische druk op Taiwan steeds verder opvoert onder het groeiende etno-nationalisme van president Xí Jìnpíng (习近平) is een verandering van de status quo. Een Taiwan dat onder president Tsai Ing-wen (蔡英文 Cài Yīngwén) meer normaliseert als al-onafhankelijke Republiek China (ROC) verhoudt zich heel anders tot ‘China’ dan voorheen. We hebben allemaal de Amerikaanse ommezwaai sinds 2016 kunnen volgen.

    Het alomtegenwoordige salamisnijden aan de geliefde status quo die alle partijen zeggen te willen beschermen moet je beoordelen op basis van de relatieve verandering ten opzichte van de beweging van de natuurlijke ontwikkeling van de tijd; en op basis van het doel van het bewaren van de regionale vrede en de vrijheid van de Taiwanezen. Als we de uitspraak van Biden bekijken, dan blijkt het hier om wel een erg dun plakje salami te gaan. Met de huidige temperatuur slaat de inflatie ook bij deze slager toe.

    Een zorg onder sommige oudgedienden is dat een Amerikaanse belofte van gegarandeerde steun aan Taiwan te risicovol is. Dat beëindigt namelijk de ‘strategische ambiguïteit’. Onduidelijkheid wegnemen over hoe Washington zou reageren in het geval van oorlog tussen China en Taiwan, zou Peking tot escalatie kunnen bewegen en Taipei een prikkel ontnemen om niet roekeloos de formele onafhankelijkheid uit te roepen.

    Los van het feit dat we nu elders zien dat sommige escalatieroepers soms te makkelijk voorbijgaan aan wat autoritaire leiders nu werkelijk tot ‘escalatie’ beweegt, negeert de focus op de inbindende werking van strategische ambiguïteit op Taipei ook, hoe de wereld daar is veranderd sinds de Koude Oorlog-dromen van herovering van China onder de dictator Chiang Kai-shek (蔣介石 Jiǎng Jièshí). De genoemde normalisering van Taiwan als ROC als al onafhankelijk land maakt, dat de Taiwanese visie op de status quo formele uitroeping niet zo dringend maakt. Dat verlegt de focus op beschermen van wat je al hebt, in plaats van terugveroveren van wat je hebt verloren. Roekeloosheid is dan gevaarlijk.

    Bovendien is Amerika’s strategische ambiguïteit ook niet zo ambigu meer wat Peking betreft. De Amerikaanse Chinadeskundige Lukas Filler stelt, dat Chinese beleidsmakers er toch al vanuit gaan dat de VS betrokken zullen zijn. Militaire oefeningen en aankopen zijn gebaseerd op zulke scenarios. Deze recente uitspraak voegt weinig toe aan die afweging. De echte risico’s liggen elders. Bonnie Glaser merkt terecht op dat de VS moet zorgen de capaciteiten te hebben de beloftes na te komen die Biden maakt.

    Veel interessanter is, dat Biden bij CBS tussen neus en lippen door zegt dat onafhankelijkheid aan de Taiwanezen is: „Taiwan makes their own judgments about their independence.” Dat is een erkenning van zelfbeschikkingsrecht die gevoelig zal liggen in Peking. Volgens de nogal 19e-eeuwse visie op ras en etniciteit daar komt zelfbeschikking enkel toe aan ‘echte’ volkeren. Taiwanese medeburgers zijn gewoon onderdeel van één biologisch, onveranderbaar Chinees Volk. Zoals men uitentreuren blijft herhalen, „Taiwan is het schateiland van het Moederland, is het Taiwan van het 23-miljoen-Taiwanese-medeburgers-bevattende gehele Chinese Volk. De toekomst van Taiwan wordt samen beslist door het gehele Chinese Volk.” (台湾是祖国的宝岛,是包括2300万台湾同胞在内的全体中国人民的台湾,台湾的前途由全体中国人民共同决定。)

    Het Amerikaanse één-Chinabeleid spreekt nog over „de Chinezen aan beide kanten van de Straat [van Taiwan]”. Dat Biden openlijk toe zou kunnen geven er dat er een Taiwanese polis is, die over de eigen toekomst mag beslissen, is veel belangrijker. Niet alleen voor de mate van de verwachte Amerikaanse betrokkenheid bij een oorlog, maar ook voor het salamisnijden op de kortere termijn.

    Ook in Taiwannieuws vandaag.
  • China’s Taiwanbeleid is gevaarlijk onhoudbaar

    Mijn laatste week in Singapore voordat ik mijn plek als promovendus daar verruilde voor de positie van werkzoekende in Nederland (neem mij aan!), moest ik – behalve proefschriftschrijven, afscheid nemen en inpakken – ook ineens de media te woord staan over de spanningen rondom het bezoek aan Taiwan van voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden Nancy Pelosi. Van krant tot radio tot televisie, mijn boodschap was steeds: het wordt niet zomaar oorlog en wat we zien is een bewuste Chinese poging om de geloofwaardigheid van Pekings dreigementen te herstellen.

    Ik ben niet gelijk op mijn blog gaan analyseren. Naast dat ik druk was, wilde ik ook de heibel eerst even laten bezinken. Bovendien moesten we nog maar zien welke stappen Peking had voorbereid. Met de raketten gelanceerd en een heus nieuw ‘witboek’ gepubliceerd, is duidelijk dat China weer eventjes klaar is. Ik kijk terug en stel: Pekings dreigementen hebben niet het gewenste effect gehad. De afgenomen Chinese bereidheid ambiguïteit te accepteren zorgt dat Pekings virtuele werkelijkheid – waarin Taiwan onderdeel zou zijn van de Volksrepubliek – steeds harder botst met de realiteit van Taiwanese onafhankelijkheid. Pekings Taiwanbeleid is onhoudbaar. Na het Nationaal Partijcongres van 16 oktober kan dit gevaarlijk worden.

    Zoals analisten in mijn draad der draden over het Pelosi-bezoek op Twitter ook al stelden, de goed geplande militaire oefeningen van China na het bezoek van Pelosi maakten duidelijk dat deze acties al lang voorbereid waren. Peking koos dit moment bewust uit om een punt te maken. Op 10 augustus al verscheen een nieuw witboek (白皮书 bái pí shū) over Taiwan. Genaamd ‘The Taiwan Question and China’s Reunification in the New Era’ (台湾问题与新时代中国统一事业), is dit document nog maar het derde witboek over Taiwan sinds 1993 en 2000. De compilatie van zulke teksten is niet zomaar klaar en moet al een tijd bezig zijn geweest. De bureaucratie moet nu aan de gang deze nieuwe mijlpaal om te zetten in concreet beleid.

    Als een goede pekingoloog ga je kijken wat nieuw is in vergelijking met de eerdere stukken en wat verdwenen is. Zo lijkt men lessen te hebben getrokken uit Hong Kong en is ruimte voor autonomie verdwenen: het stuk noemt niet langer dat Taiwan eigen strijdkrachten zou mogen behouden en benadrukt dat alleen betrouwbare personen het bestuur zullen vormen. „All Taiwan compatriots who support reunification of the country and rejuvenation of the nation will be the masters of the region” (所有拥护祖国统一、民族复兴的台湾同胞将在台湾真正当家作主). „One Country is the precondition and foundation of Two Systems; Two Systems is subordinate to and derives from One Country” (“一国”是实行“两制”的前提和基础,“两制”从属和派生于“一国”并统一于“一国”之内。). Wanneer de vaker agressieve Chinese ambassadeur in Frankrijk Lú Shāyě (卢沙野) zegt dat de verkeerde Taiwanezen ‘heropvoeding’ (再教育 zài jiào yù) te wachten staat, dan geeft dat aan hoe we deze plannen moeten zien. De belofte van gedeeltelijk zeggenschap en de kans om te delen in de glorie van de grootse herrijzenis van het Chinese ras zijn niet aantrekkelijk voor de Taiwanezen, die gewend zijn eigen baas te zijn en waar Chinees nationalisme geen serieuze weerklank vindt.

    Het eerste deel van het witboek vat de door China verdraaide geschiedenis van Taiwan samen. Men liegt over de geschiedenis van Taiwan voor de Qing-dynastie als eerste Chinese staat het eiland veroverde. Men liegt over de betekenis van de VN-resoluties waarmee de Volksrepubliek slechts de Chinese zetel kreeg toegewezen en die met opzet de status van Taiwan niet noemden. Men liegt over de internationale acceptatie van Pekings eigen één-Chinaprincipe, dat anders is dan elk lands eigen één-Chinabeleid. Er is geen enkele ruimte voor de Taiwanese perspectieven. Al een tijdje spreekt men over het nieuwe ‘Comprehensive Plan for Resolving the Taiwan Problem in the New Era’ (新时代党解决台湾问题的总体方略) en het is aan te nemen dat dit Plan tijdens het aankomende Partijcongres ingekleurd gaat worden. Dan is het zorgelijk dat het witboek dat dient als gids voor nieuw Taiwanbeleid niet in staat is de Taiwanese realiteit te noemen.

    Zoals ik elders al gedetailleerder heb beschreven, beschouwen de Taiwanezen zich als onafhankelijk en heeft men – los van culturele en economische banden – geen interesse in politieke verbintenis met China. Daarnaast hebben de vergeldingsdreigementen geen afdoende effect gehad. Taiwans interactie met de democratische wereld gaat door. Hoewel Amerikaanse congresleden Taiwan al regelmatig bezochten, is er nu wel een nieuw record bereikt. Een Franse delegatie en het zoveelste Litouwse bezoek maken duidelijk dat dit niet op zichzelf staat. Een Taiwanese vertegenwoordiger zal de staatsbegrafenis van de vermoorde Abe Shinzō (安倍 晋三) bijwonen. De steeds normalere Amerikaanse wapenverkopen aan Taiwan gaan ook rustig verder. Juist door het spel zo hoog te spelen, heeft Peking bepaalde landen en politici gedwongen om te laten zien dan ze niet zwichten voor Chinese druk.

    Op Taiwan is men nu vooral bezig met de aanstaande lokale verkiezingen van 26 november. Chinese pogingen om met economische sancties de DPP-achterban te schaden spelen daarbij lang niet zo’n grote rol als de inflatie die overal op de wereld toeslaat. Daarnaast zijn er ook weer de gebruikelijke lokale politieke schandalen die Taiwans levendige democratie kenmerken. De uitkomst van deze verkiezingen zal worden gezien als voorteken voor de landelijke verkiezingen van 2024. Dat jaar gaat niet alleen president Biden op voor herverkiezing, maar moet ook de gematigde president Tsai Ing-wen (蔡英文 Cài Yīngwén) na twee termijnen het veld ruimen. De vraag is of haar opvolger als DPP-voorzitter de door facties geplaagde partij net zo goed bij elkaar kan houden. Als de partij aan de macht kan blijven, speelt ook nog dat Tsai’s opvolger waarschijnlijk meer uitgesproken pro-formele-onafhankelijkheid zal zijn.

    Hoewel de oppositie, de vaak Peking-vriendelijke(re) Chinese Nationalistische Partij (KMT), het slecht doet in de landelijke peilingen, zijn Taiwans lokale verkiezingen altijd weer net wat meer op lokale zaken gericht. In 2018 won de KMT nog 15 van de 22 burgemeesterposities. De DPP heeft om personele redenen ook wat pech dit jaar. Maar de Chinese Communistische Partij (CCP) kan de DPP te hulp komen als het tijdens het Partijcongres met drastische taal de campagne van Tsai helpt, net zoals president Xí Jìnpíng (习近平) dat deed voor de landelijke verkiezingen van 2020. Nogmaals een KMT-verlies na 2020 zal in Peking de partijkaders niet hoopvol doen stemmen over de kansen van de ‘patriottische’ krachten in 2024.

    Er zijn ondertussen grote verwachtingen geschapen in China zelf door (i) de retoriek over de opkomst van China en de vermeende neergang van het westen (东升西降 dōng shēng, xī jiàng) tijdens deze Epochale Omwenteling van Trump, pandemie, Afghanistanafgang en Oekraïne-‘crisis’, (ii) het zogenaamde Chinese militaire succes van de oefeningen na het bezoek van Pelosi, (iii) continue verhalen over hoe slecht het gaat met Taiwan en (iv) het nieuwe Witboek en het ‘Comprehensive Plan’. Het Partijcongres zal hier iets mee doen. Maar de partijorthodoxie én de afnemende ruimte voor kritische geluiden in het Nieuwe Tijdperk van Xi staan de beleidsmakers niet toe te proberen echt bestaande Taiwanezen aan te spreken. In plaats daarvan kan men slechts doen alsof ‘de massa van Taiwanese medeburgers’ (广大台湾同胞 guǎngdà táiwān tóngbāo) alleen maar dankzij hersenspoeling niet net zo open staat voor een Chinese overname als de Oekraïeners die we natuurlijk massaal op straat zagen dansen uit blijdschap toen de Russen ze kwamen bevrijden.

    De maoïstische fictie dat in Taiwan slechts een ‘extreem kleine minderheid’ (极少数 jí shǎo shù) met hulp van ‘buitenlandse krachten’ onafhankelijkheid zou steunen, botst steeds harder op tegen de realiteit. Ik lees tegenwoordig vaker over ongeduld met ‘delen’ van de KMT en Taiwanezen die maar niet hun Chinese patriottische plicht willen doen. De realiteit is, dat het slechts een ‘extreem kleine minderheid’ is, die met de Volksrepubliek samen wil. Grote stappen volgend op het Partijcongres op basis van de Chinese fictie zullen in eerste plaats de Taiwanese vijandigheid nog verder versterken, zoals de militaire dreigementen dat al gedaan hebben. Maar de verbolgen reacties van Chinese nationalisten op de onmacht om het bezoek van Pelosi te voorkomen maken duidelijk dat de werkelijke situatie voor Chinezen steeds moeilijker te ontkennen is én moeilijker te accepteren.

    Taiwan heeft zich heel lang vreedzaam kunnen ontwikkelen, democratiseren en normaliseren dankzij de ambiguïteit die hing boven de wateren van de Straat. Het was gunstig voor Taipei om die mist niet te veel doen opklaren. Bovendien heeft het land ook nog tijd nodig om de verdediging op orde te krijgen. Dit is de reden voor Tsai’s behoedzame Chinabeleid en werd gezien als een welkom contrast met haar onstuimige DPP-voorganger Chen Shui-bian (陳水扁 Chén Shuǐbiǎn, 2000–8). Maar de mist trekt al langzaam op. Met elk voorbijgaand jaar zijn er meer Taiwanezen én buitenlanders die de onafhankelijkheid als natuurlijk beschouwen. Na de Russische invasie van Oekraïne en de groeiende Chinese dreiging lijkt Taipei ook meer een meer van oordeel dat grotere zichtbaarheid en explicietere steun nu in het belang van Taiwan zijn.

    Het Chinese Taiwanbeleid is gebaseerd op onjuiste geschiedenis en het negeren van de werkelijke meningen van de Taiwanese bevolking. De afwezigheid van oprechte pogingen om de Taiwanezen over te halen en de continue nadruk op de economische en militaire onvermijdelijkheid van ‘hereniging’ is bewijs van marxistisch-materialistische onbuigzaamheid die verwacht, dat de andere kant wel op zal moeten geven, net zoals de Britten zonder al te veel tegenslag Hong Kong overdroegen. Maar in tegenstelling tot Hong Kong is Taiwan wel degelijk verdedigbaar en heeft een bevolking die in overweldigende meerderheid een eigen nationale identiteit heeft.

    Peking lijkt ook het geduld te verliezen met de ambiguïteit die de lieve vrede altijd heeft bewaard. Dat dwingt een confrontatie met de onjuiste aannames waarop zijn Chinabeleid is gebaseerd. De meeste landen hebben een één-Chinabeleid omdat ze daartoe gedwongen zijn, niet uit oprecht gevoeld geloof in het één-Chinaprincipe. De Taiwanezen hebben ook geen trek in China’s verhaal. Oekraïens president Volodymyr Zelensky vertelde Rusland eerder deze week de onmogelijkheid van economisch materialistisch determinisme: „zonder gas of zonder jou? zonder jou!”. De Taiwanezen zijn net zo min over te halen op basis van economische argumenten. De afschrikkende werking van de Chinese dreigementen hebben niet de benodigde geloofwaardigheid gewonnen. Het gevaar bestaat dat Peking zal escaleren om te proberen dit alsnog te doen. Maar de fictie waarop het Chinese beleid is gebaseerd, is niet te overschreeuwen. De werkelijkheid zal openlijk geconfronteerd moeten worden. De vraag blijft of de CCP dit aankan zonder binnenlandse dwang tot het nemen van kinetische maatregelen te voelen.

  • China gebruikt oorlogsdreiging om Taiwan in het gareel te houden tijdens Shangri-La Dialogue in Singapore

    Afgelopen weekeinde werd voor het eerst sinds 2019 de normaal jaarlijkse Shangri-La Dialogue gehouden in het gelijknamige hotel in Singapore, georganiseerd door het lokale kantoor van de Britse denktank IISS. Hoewel deze bijeenkomst in Europa normaal weinig aandacht krijgt, is het de belangrijkste en enige plek waar zoveel verschillende politici en experts bijeenkomen en de gelegenheid hebben om met elkaar in gesprek te treden over de Asia/Indo-Pacific. Afgezien van de Russische invasie van Oekraïne werd de toon vooral gezet door de spanningen tussen China en de Verenigde Staten. Misschien juist vanwege Oekraïne waren zorgen over Taiwan hier een belangrijk onderdeel van.

    De drie belangrijkste toespraken waren die van de Japanese minister-president Kishida Fumio (岸田文雄) op vrijdagavond, die van de Amerikaanse minister van defensie Lloyd Austin op zaterdagochtend en die van de Chinese staatsraadslid en minister van defensie generaal Wèi Fènghé (魏凤和) op zondagochtend. (In vergelijk met Austin is de positie van Wei in de Chinese defensiehiërarchie minder belangrijk.) Daarnaast gaf de Oekraïense president Volodymyr Zelensky op zaterdagmiddag een toespraak via videoverbinding. De Nederlandse minister van defensie Kajsa Ollongren gaf een korte toespraak op zondagochtend als onderdeel van een paneldiscussie.

    Japan

    De opening van premier Kishida was voor de goede verstaander een aanval de Chinese dreiging die Tokio steeds meer ontwaart in de regio. De ‘Kishida Vision for Peace’ benadrukte de ‘Free and Open Indo-Pacific’ en de militaire capaciteit en juridische normen die daarvoor vereist zijn. De enige keer dat het woord ‘Taiwan’ viel, was toen de Japanese premier ‘peace and stability across the Taiwan Strait’ noemde als onderdeel van een waslijst aan zorgen waarachter je allemaal China kunt zien. De waarschuwing om de voorkomen dat „Oekraïne vandaag, morgen Oost-Azië” wordt, bevestigt voor mij dat de keynote inderdaad een Japanese waarschuwing aan China over Taiwan bevatte.

    Verenigde Staten

    Tijdens zijn toespraak stelde de Amerikaanse minister Austin dat de Verenigde Staten tegen dominerende grootmachten zijn en beklaagde zich over China’s groeiende dwingelandij en agressiviteit. In zijn toespraak kwam het woord ‘Taiwan’ tien keer voor. Hij herhaalde het Amerikaanse één-Chinabeleid, bestaande uit de Taiwan Relations Act, de drie Joint Communqués en Six Assurances. Volgens Austin bedreigen recente Chinese acties de vrede, stabiliteit en status quo in de Straat van Taiwan.

    China

    Het belangrijkste was echter de Chinese agressie betreffende het Taiwan-vraagstuk. Voor het begin van de Dialogue was er eindelijk de langverwachte ontmoeting tussen Austin en Wei. Volgens de Chinese berichtgeving dreigde Wei tijdens deze ontmoeting dat, in het geval van formele Taiwanese onafhankelijkheid, China ongeacht de prijs niet zou aarzelen om een oorlog te beginnen. Dezelfde boodschap kwam ook terug tijdens de publieke toespraak van Wei.

    Wei begon zijn toespraak met een aanval op Amerikaanse ‘laster’. Waar Kishida’s thema de dreiging van China was, was de dreiging van de VS het hoofdthema van de Chinese bijdrage. Hij suggereerde weer dat Amerika de ‘mastermind’ is achter de oorlog in Oekraïne. De ontwikkeling en grootse herrijzenis van China zijn niet te stoppen. Hij probeerde China te presenteren als vredelievende macht die economische groei, ontwikkeling en win-winsamenwerking bij te dragen heeft aan de wereld. Dat contrasteerde echter met de agressieve, martiale toon over Amerikaanse bedreiging en Taiwan en hij sloeg er niet in om de zorgen van landen in de Aziatische regio weg te nemen.

    Wat Taiwan betreft kwam hij weer met de dreiging met oorlog. Hij denigreerde de Taiwanese regeringspartij DPP als onderworpen aan buitenlandse bazen. Hij claimde dat de VS het één-Chinaprincipe zou hebben overtreden, hoewel dat principe slechts Pekings eigen beleid is en verschilt van het Amerikaanse. Het bezitterige „Taiwan is China’s Taiwan” kwam om de hoek kijken en hij stelde: „Als iemand het waagt om Taiwan af te splitsen, zal het Chinese leger niet aarzelen ten oorlog te trekken, niet aarzelen om tegen elke prijs en resoluut elk afscheidingscomplot voor ‘Taiwanese onafhankelijkheid’ te verpletteren en resoluut de nationale soevereiniteit en territoriale integriteit de beschermen.” (“如果有人胆敢把台湾分裂出去,中国军队必将不惜一战,不惜代价、坚决粉碎任何‘台独’分裂图谋,坚决维护国家主权和领土完整 )

    Daaropvolgend presenteerde de Chinese propaganda de dreiging met oorlog (不惜一战 bù xī yī zhàn) als een belangrijke en succesvolle manier om ongewenste ontwikkeling betreffende het Taiwan-probleem een halt toe te roepen. Staatspersbureau Xinhua lichtte de dreiging er uit. De voor externe propaganda bedoelde Engelstalige China Daily stelde net als de Chinese analisten die het nationalistische tabloid Global Times citeerde dat de „sterkste waarschuwing” tot nu toe een duidelijk signaal was aan Amerika en Taipei.

    Er volgde ook weer de gebruikelijke Chinese leugens die China populairder moeten doen lijken. Global Times citeerde een analist die claimde dat het publiek harder klapte voor generaal Wei dan voor minister Austin. Xinhua citeerde Peking-vriendelijke buitenlanders om te claimen dat Xi Jinpings ‘Global Security Initiative’ een warm welkom vond, hoewel het nauwelijks werd genoemd.

    Taiwan

    Taiwan antwoordde dat de ‘Republiek China (Taiwan)’ een soeverein en onafhankelijk land is en dat Taiwan nooit onder de jurisdictie van de Chinese regering heeft gevallen (「中華民國台灣是主權獨立國家,台灣從未受中國政府管轄」). Tijdens de gelijktijdige Copenhagen Democracy Summit roemde President Tsai Ing-wen (蔡英文 Cài Yīngwén) de Oekraïense verzetswil en zei dat Taiwan zich ook zou verdedigen. Premier Su Tseng-chang (蘇貞昌 Sū Zhēnchāng) zei dat Taiwan bereid is om op basis van gelijkwaardigheid de dialoog aan te gaan met China, maar dat Peking de onredelijke partij is. De Mainland Affairs Council, verantwoordelijk voor betrekkingen met China, veroordeelde de Chinese oorlogstaal.

    Analyse

    Het is zorgelijk dat Peking zo trots is op de oorlogsdreiging en het ziet als een effectieve manier om wat het ziet als een onwenselijke trend een halt toe te roepen. De trend in vele delen van de wereld is juist dat toenemende bekendheid met Taiwan en met de groeiende Chinese dreiging juist zorgt voor toenemend begrip voor Taiwans realiteit. Het wordt steeds gebruikelijker voor ministers uit Amerika, Japan en zelfs Europa om vrede en stabiliteit in de Straat van Taiwan te noemen. De Russische aanval Oekraïne en Moskous legitimatie daarvoor alsmede de economische consequenties daarvan hebben in vele hoofdsteden de aandacht voor soortgelijke Chinese aanval op Taiwan verscherpt.

    Ik heb uitvoerig geschreven over het feit dat de Taiwanezen zichzelf al een onafhankelijk land vinden en dat die eigen nationale identiteit en oppositie tegen Chinese dwingelandij alleen maar toeneemt. De trend is duidelijk: Taiwanezen willen de realiteit en erkenning van hun onafhankelijkheid onder de formele naam ‘Republiek China’ versterken. De groeiende coalitie van landen die zich zorgen maken over de opkomst van dit nationalistische China bekommert zich ook steeds meer om Taiwan. Het groeiende Chinese ongeduld en de trots op dreigende, agressieve taal – die decennia teruggaat, en dodelijke gevolgen kan hebben, zoals de recente schietpartij in een Californische kerk liet zien – gaan juist in de andere richting. Nu bericht Bloomberg dat China claimt dat de internationale wateren in de 130–180km-brede Straat van Taiwan geen internationale wateren zouden zijn.

    De kans op een oorlog op de korte termijn blijft laag. Tegelijkertijd moet het de wereld inmiddels wel duidelijk zijn dat het risico op Chinese ‘grey zone’-maatregelen rap toeneemt en dat op de langere termijn ook oorlog niet uit te sluiten is.

    Draadje dat de Engelstalige berichtgeving samenvoegt.
  • Achtergrond bij Bidens opmerking over Amerikaanse steun in geval van Chinese invasie van Taiwan

    President Joe Biden is momenteel in Japan, waar de Verenigde Staten de Indo-Pacific Economic Framework (IPEF) lanceren. Dit alternatief voor het door Donald Trump en Hillary Clinton getorpedeerde Trans-Pacific Partnership (TPP) moet een antwoord zijn op de vraag uit de regio om nu eindelijk ook te leveren op economisch vlak. Het is een belangrijk moment – onder andere minister-president Lee Hsien Loong van Singapore zei interessante dingen in een interview met Nikkei – maar werd overschaduwd in de internationale pers door een opmerking van Biden over Amerika’s reactie op een mogelijke Chinese invasie van Taiwan.

    Gevraagd door een verslaggever of de Verenigde Staten in tegenstelling tot nu met Oekraïne wel „bereid zouden zijn om militair betrokken te raken om Taiwan te verdedigen” („willing to get involved militarily to defend Taiwan”) antwoordde de Amerikaanse president: „yes” en bevestigde „that is the commitment we made”. Amerika heeft echter nooit zo’n toezegging gedaan. Het Witte Huis stelde gelijk dat het Amerikaanse Taiwan-beleid onveranderd is, maar ontkende niet expliciet de ‘yes’.

    Dit is niet de eerste keer dat Biden zulke opmerkingen heeft gemaakt. Tijdens een ‘town hall’ van CNN in oktober 2021 zei hij ook al ja op een soortgelijke vraag. Dat was niet de enige keer. Elke keer vertellen medewerkers vervolgens dat het standpunt van de VS onveranderd is. Het is nu de vraag wat dit bekent voor het Amerikaanse beleid van ‘strategische ambiguïteit’. Biden zei de volgende dag in ieder geval al dat dit niet is veranderd. Een soortgelijke opmerking van toenmalig president George Bush in 2001 leidde niet tot formele beleidsverandering.

    Taiwan is een complexe zaak. Ik heb een heel stuk gewijd aan de verschillen tussen Pekings één-Chinaprincipe en het één-Chinabeleid dat andere landen hebben. Dat van Washington is extra complex. Het Amerikaanse één-Chinabeleid bestaat uit de Drie Gezamenlijke Communiqués van China en de VS, de Zes Verzekeringen van de VS aan Taiwan, en de Taiwan Relations Act (TRA). Deze laatste wet werd aangenomen door het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden nadat president Carter de formele diplomatieke banden met Taipei verbrak. Wat betreft de status van Taiwan stelt de VS slechts dat het Amerikaanse standpunt over de soevereiniteit van Taiwan niet is veranderd (sic) en dat het „waarneemt dat alle Chinezen [sic] aan beide kanten van de Straat [van Taiwan]” vinden dat Taiwan onderdeel van China is.

    Naast het regelen van de onofficiële diplomatieke betrekkingen tussen de VS en Taiwan, stelt de TRA ook dat de Amerikaanse regering Taiwan in staat moet stellen zichzelf te verdedigen. De Zes Verzekeringen stellen dat Washington geen einddatum heeft voor wapenleveranties aan Taiwan en ze niet met China bespreekt. Daarnaast stellen interne documenten vrijgegeven onder president Trump dat de toezegging in het derde communiqué met China over wapenverkoop aan Taiwan om de leveringen af te bouwen voorwaardelijk was op Pekings vreedzame intenties. Dat alles met elkaar vormt de Amerikaanse rechtvaardiging van het verkopen van militaire goederen aan Taiwan.

    Het bovenstaande zegt niks over directe Amerikaanse militaire steun aan Taiwan in het geval van een Chinese invasie. Het verdragsbondgenootschap tussen de Verenigde Staten en de Republiek China (Taiwan) kwam ten einde toen Washington formele betrekkingen aanging met de Volksrepubliek China per 1 januari 1979. In plaats is daarvoor een beleid van ‘strategic ambiguity’ gekomen. Dit houdt in, dat de VS niet zeggen of ze wel of niet in zouden grijpen bij strijd tussen beide partijen. De bedoeling was om zowel Peking als Taipei van avonturen af te houden.

    Het beleid staat onder druk. De Chinese kant wil een belofte van non-interventie. Een groeiend kamp in Taipei en Washington ziet dat de noodzaak van sterkere toezeggingen om Peking af te schrikken en vindt de gedachte dat Taipei ingehouden moet worden badinerend. Het is in de context van dit debat dat de woorden van Biden zoveel aandacht trekken. Is zijn belofte een verzwakking van de ambiguïteit?

    Dat hangt af van een aantal factoren. De eerste zijn de ‘walk-backs’ van Witte Huis na wat sommigen zien als ‘gaffes’ van Biden. Zolang er geen formele wijziging komt in de beleidsdocumenten, blijft het vaag. Dat is ook het tweede punt: Bidens opmerkingen zijn niet heel concreet en komen als antwoorden op vragen. In dit geval sprak de verslaggever over ‘militaire betrokkenheid’. Dat kan vele vormen aannemen. Je kunt ook stellen dat de wapenleveranties, trainingen, en inlichtingen van de VS ‘militaire betrokkenheid’ om Oekraïne te verdedigen vormen.

    Waarom zou Biden dit doen? Het makkelijkste antwoord is dat dit zijn werkelijke mening is. Dat hij Oekraïne noemt als verzwarende reden, geeft aan dat de recente geopolitieke ontwikkelingen wat hem betreft ook implicaties voor het Taiwanbeleid hebben. Voor Taipei is dat geruststellend, aangezien Biden in ieder geval tot januari 2025 degene is die uiteindelijk beslist welke kant de ambiguïteit uitvalt mocht een Chinese invasie plaatsvinden. Dan blijft nog wel de vraag, hoe gebonden zijn opvolger zou zijn aan deze opmerkingen. Columnist Hal Brands heeft een punt, als hij zegt dat het probleem niet de al verwachte Amerikaanse toewijding is, maar de Amerikaanse vaardigheden om überhaupt in te kunnen grijpen. Op beloftes moeten concrete acties volgen om het beleid voeten te geven.

    Daarnaast zou ook mee kunnen spelen dat uit peilingen blijkt dat de Amerikaanse non-interventie in Oekraïne na de Russische invasie onder Taiwanezen het vertrouwen dat de VS te hulp zullen schieten is ingestort. Het is ook koren op de molen van de Chinese propaganda, die altijd heeft beweerd dat Amerika slechts Taiwan chanteert om zuurverdiend belastinggeld uit te geven aan het eigen militair-industrieel complex en geen vinger uit zal steken wanneer de Chinese overmacht besluit ‘het Taiwan-probleem’ voor eens en altijd ‘op te lossen’. Misschien vindt Biden het nodig om hier wat te corrigeren.

    De context is namelijk één van groeiende frustratie in Washington over de continue misrepresentatie van Peking van het Amerikaanse één-Chinabeleid. Al verschillende keren heeft het Department of State het Chinese ministerie van buitenlandse zaken gecorrigeerd, wanneer de laatste weer eens (opzettelijk) het eigen Principe met Amerika’s Beleid verwart. Hierop reageerde woordvoer Huà Chūnyíng (华春莹) afgelopen avond met een serie tweets die logen over vermeende Amerikaanse steun voor het Principe en valselijk deden alsof de VN-resoluties uit 1971 over de zetel van China deze ook onderschreven. Het is duidelijk dat ook Peking probeert de ambiguïteit uit de wereld te helpen. Echter (net als wanneer het doet, alsof het beter weet dan de Europese Unie hoe de top van 1 april ging) kan het averechts uitpakken.

    Wat betreft de gevolgen van deze uitspraak, hij past in een trend van langzaam toenemende Amerikaanse steun voor Taiwan. De Chinezen hebben op zich wel een punt als ze klagen over ‘salamitactieken’. De reactie van woordvoerder Wāng Wénbīn (汪文斌) herhaalde de gebruikelijke opgeblazen taal over interventie in binnenlandse aangelegenheden en de onbreekbare wil van 1,4 miljard Chinezen. Naast de gebruikelijke oproep aan de VS om het één-Chinaprincipe (sic) en de Drie Gezamenlijke Communiqués in acht te nemen, stelde Wang nu ook apart dat Amerika de „belangrijke toezegging” om ‘Taiwanese onafhankelijkheid’ niet te steunen in acht moet nemen (“恪守有关不支持‘台独’的重要承诺”), in lijn met de al opgemerkte recente pogingen van Peking om het Amerikaanse beleid in de gewenste richting te duwen. Aan het einde zegt hij ook nog dat China de noodzakelijke maatregelen zal nemen om de soevereiniteit en veiligheidsbelangen te beschermen (“中方必将采取坚定行动,维护自身主权和安全利益,我们说到做到。”). In reactie op een vraag over de beschuldiging van het State Department dat China het Amerikaanse één-Chinabeleid vertekent, antwoordde Wang tijdens dezelfde persconferentie dat Amerika het één-Chinaprincipe (sic) niet getrouw heeft uitgevoerd, vertekende de VN-resoluties uit 1971 en loog over Amerikaanse toezeggingen. Het Chinese Kantoor voor Taiwanzaken herhaalde de vaste klacht dat de VS „met vuur spelen” en loog dat het één-Chinaprincipe de hoeksteen van de VS-Chinabetrekkingen en de consensus van de internationale gemeenschap zou zijn.

    Gezien de meevallende aard van de opmerking van Biden verwacht ik geen al te grote gebaren. Misschien komt de Chinese luchtmacht weer langs in de Taiwanese luchtverdedigingszone (ADIZ). Maar de woordenstrijd tussen beide kampen over het Amerikaanse Taiwanbeleid neemt wel toe aan intensiteit. Dus (verbale) verrassingen zijn niet uit te sluiten.

    Draadje met de meest relevante berichtgeving.
  • Chinese nationalist schiet Taiwanees-Amerikaanse kerkganger dood

    Zondag 15 mei schoot de 68-jarige David Wenwei Chou (周文偉 Zhōu Wénwěi) één Taiwanees-Amerikaanse kerkganger dood en verwondde vijf anderen bij een aanval op de Irvine Taiwanese Presbyterian Church in Laguna Woods, Orange County, in de Amerikaanse staat Californië. Amerikaanse politie vond schrijfels in Chou’s auto waarin hij stelde dat Taiwan niet onafhankelijk van China moest zijn. De FBI onderzoekthate crime’. Deze aanval vond plaats tegen een achtergrond van haatdragende, soms gewelddadige Chinese retoriek tegen Taiwan en de overvloed aan wapens in een steeds chaotischere Verenigde Staten. Maar er is ook de erfenis van bloedige KMT-dictatuur. Gezien de complexiteit van de tragedie, wil ik in dit stuk wat achtergrond verschaffen.

    Er is enige verwarring onder Amerikaanse functionarissen en media over de achtergrond van de dader. Hij is echter geen ‘Chinese immigrant’. Volgens de pro-KMT UDN en de Taiwanese vertegenwoordiging in Los Angeles is Chou een ‘tweede-generatie waishengren’ die als klein kind van Taiwan naar de VS emigreerde. Zogeheten wàishěngrén (外省人, Buitenprovincialen) zijn de ~1 miljoen ‘Vastelanders’ die met het restant van de Chinese Nationalistische Partij (KMT) rond 1949 van het Chinese vasteland naar Taiwan zijn gekomen. Daar kwamen ze bij 6 miljoen Taiwanezen (本省人 běnshěngrén, Deze-provincie-alen).

    Tijdens de staat van beleg (戒嚴 jièyán) – de dictatuur die vanaf 1987 ten einde liep – deed de regering in Taipei alsof de Republiek China (ROC) het ‘echte’ China was. Deze periode begon met de moord op Taiwanese notabelen na het Incident van 28 Februari (二二八事件 èr èr bā shìjiàn) in 1947 en de Witte Terreur (白色恐怖 báisè kǒngbù). Hij werd gekenmerkt door de politieke, culturele en zakelijke dominantie van de wàishěngrén. Sommige Taiwanese běnshěngrén onafhankelijkheidstrijders beschrijven de partijstaat van de ROC-KMT daarom als een koloniaal regime. De elite van de zichzelf meestal als Chinees identificerende tweede generatie wàishěngrén groeide op in een tijd waarin ze, dankzij censuur en onderdrukking, binnen hun bubbel daarentegen konden leven als (bevoorrechte) Vrije Chinezen. De democratisering en Taiwanisering die daarop volgde, voelde voor deze groep vaak als aanval op hun identiteit en verworvenheden.

    Voor 9DASHLINE schreef ik, hoe in het hedendaagse Taiwan de binnenlandse spanningen zijn afgenomen, omdat de steeds ‘Taiwanesere’ en democratischere Republiek China voor de steeds ‘Taiwanesere’ en democratischere bevolking beter te accepteren is als de staat van Taiwan. De 20e-eeuwse geschiedenis van het eiland heeft echter wel geleid tot conflicten tussen de wàishěngrén en běnshěngrén. In mijn analyse van het publieke debat tijdens mijn promotieonderzoek kwam ik in 2008 nog zorgen tegen over ‘etnische spanningen’. Dat duidt niet op de gastarbeiders of bruiden uit Zuidoost-Azië, maar op de tegenstelling tussen Vastelanders en Taiwanezen.

    Deze inmiddels afnemende spanningen leven nog steeds in bepaalde uithoeken. Voor een deel van de oudere generaties in Taiwan zelf is het nog van essentieel belang. De angst van Vastelanders voor het verlies van hun superieure Chinese beschaving aan de Taiwanese ‘vulgariteit’ en herinneringen aan gevechten tussen straatgangs komen af en toe naar boven. Het leeft ook nog in de grote overzeese gemeenschap in de Verenigde Staten. Degenen die voor de democratisering uit Taiwan vertrokken, zitten soms nog vast in die tijd.

    Bejaarde elite-Vastelanders in/uit Taiwan zoals voormalig president Ma Ying-jeou (馬英九 Mǎ Yīngjiǔ) behoren vaak tot de minderheid die zich nog identificeert als Chinees. Op hun Taiwanese identificatiebewijzen en die van hun nakomelingen stond tot voor kort nog hun ‘plaats van oorsprong’ (籍貫 jíguàn) in China. Pas relatief recentelijk is er op Taiwanese paspoorten aan het verwarrende ‘Republic of China’ een groot TAIWAN toegevoegd. Tot 1979 erkende de VS de ROC ook nog als ‘China’. Daarnaast probeert de Volksrepubliek China (PRC) het één-Chinaprincipe aan de wereld op te dringen, met als gevolg dat sommige (onwetende) bureaucraten Taiwanezen ook als Chinees registreren. Alle die factoren kunnen verklaren waarom David Chou volgens de Amerikaanse autoriteiten een ‘Chinese immigrant’ was.

    Vastelander-Taiwanezen die decennia geleden naar de VS immigreerden, identificeren zich ook vaak als Chinees-Amerikaan. Voorbeeld is de bekende informaticus en AI-guru Kai-Fu Lee, voormalige baas van Google China en investeerder in de surveillancefirma’s die de Chinese genocide in Xinjiang mogelijk maken. Hij werd geboren in Taipei als zoon van Vastelander Li Tien-Min (李天民 Lǐ Tiānmín), historicus en parlementslid namens de Chinese provincie Sichuan in Chiang Kai-sheks Vrij-China-poppenkast, en immigreerde naar de VS in de jaren zeventig, toen de Taiwanese identiteit nog onderdrukt werd.

    Het doelwit van schutter Chou was juist onderdeel van de strijd tegen de dictatuur die voor deze onderdrukking zorgde. De Presbyteriaanse Kerk in Taiwan (臺灣基督長老敎會 tâi-oân ki-tok tiúⁿ-ló kàu-hoē) was een belangrijke speler in de strijd voor democratie en onafhankelijkheid in Taiwan. De bekendste bijdrage daaraan is de ‘Statement on our National Fate’ van 29 december 1971. De banden met de Taiwanese běnshěngrén-diaspora in de vrije VS waren belangrijk, zeker toen activisten nog in ballingschap moesten vluchten.

    Nieuwsorganisaties in Taiwan berichten dat Chou actief was als bestuurder van de afdeling in Las Vegas van de National Association for China’s Peaceful Unification ((美國)中國和平統一促進會, NACPU). Een foto van een NACPU-bijeenkomst voor de kandidaat van de KMT bij de presidentsverkiezingen van 2020, Han Kuo-yu (韓國瑜, Hán Guóyú), toont hem voor een spandoek die oproept tot het „snel en agressief uitroeien van onafhankelijkheidsduivels” (順勢速擊,迅猛滅獨妖!). AP beschrijft een eenzame man die gescheiden was van zijn vrouw. Voor zo iemand zou de haat richting de regerende Democratic Progressive Party (DPP) van president Tsai Ing-wen (蔡英文 Cài Yīngwén) en het zelfbeklag van de Vastelanders over de teloorgang van hun dominantie een verleidelijke afleiding zijn. De pro-KMT-media staat er vol mee.

    Maar dat hij betrokken lijkt bij de NACPU, is veelzeggend. Nog meer anti-Taiwanhaat komt namelijk uit China. Chinese sociale media en staatspers staat vol met agressie. Bovendien probeert de Chinese partijstaat via het Verenigd Front (United Front) ook Chinese (en Taiwanese, Tibetaanse, Oeigoerse) gemeenschappen buiten China onder controle te brengen. De vele takken van de China Peaceful Unification Promotion Society vormen een belangrijk mechanisme bij deze strijd. Ook in Nederland positioneert de Chinese ambassade deze groep als spin in het web van organisaties om de gemeenschap te controleren.

    Natuurlijk speelt de vrije beschikbaarheid van moordwapens in de VS een essentiële rol. We moeten daarnaast ook de erfenis van de KMT-dictatuur niet vergeten. In Taiwan zelf heeft het regime tienduizenden mensen geëxecuteerd en nog veel meer gevangengezet en gemarteld op basis van dezelfde ideologie die David Chou ook steunt. De Taiwanese gemeenschap in de VS is ook meermaals het slachtoffer geweest van moordaanslagen georganiseerd vanuit Taipei. Deze gewelddadige dictatuur is vanaf eind jaren tachtig stap voor stap ontmanteld. Inmiddels voelen de meeste Taiwanezen zich onafhankelijk. De Taiwanese kerken in de VS zijn trots op hun bijdrage aan dit feit.

    De haatdragende taal die Peking echter de wereld instuurt, is ook een probleem. Toen president Xí Jìnpíng (习近平) opriep Taiwanese onafhankelijkheid te „verpletteren” (粉骨碎身 fěn gǔ suì shēn), was er controverse over de agressie in dat spreekwoord. Maar Chinese woordvoerders schreeuwen al vanaf 1949 dat „het niet goed zal aflopen” met „verraders” die uiteindelijk hun verdiende straf zullen krijgen. Chinese sociale media zoals WeChat censureert alleen wat voor Peking politiek gevoelig is. Wat zich daar verder afspeelt, is een blinde vlek voor veel landen. Veel van de Chinese media waarin Mandarijn-sprekende mensen over de hele wereld zich mee omgeven, fulmineert dagelijks tegen Taiwanezen. Dit leidt tot genocidale oproepen online van Chinese nationalisten om het eiland Taiwan te behouden en niet de mensen (留岛,不留人). Ook voor een klein groepje Vastelanders met wrok houdt dit de oude moorddadigheid in leven, of radicaliseert hen zelfs. In dit geval met dodelijke afloop.

  • Implicaties voor Taiwan van Russische invasie van Oekraïne geen reden voor acuut alarmisme

    De verschrikkelijke invasie van Oekraïne door Poetins Rusland is nog in volle gang en het is onmogelijk om te voorspellen hoe dat af gaat lopen. Zelfs de uiteindelijke positie van China is nog niet duidelijk, hoewel de weigering om van een ‘invasie’ (侵略 qīnlüè) te spreken de richting aangeeft. Het is de moeite waard om de opvallend lange, soms chagrijnige, anti-Amerikaanse persconferentie van de woordvoerder Huá Chūnyíng (华春莹) van het ministerie van buitenlandse zaken van donderdag 24 februari terug te lezen. Ondertussen speculeren mensen wel lustig over de implicaties voor Taiwan.

    Wat er nu gebeurt, is voor geen enkel democratisch land goed. Er zijn ook redenen voor Taiwan om zich zorgen te maken over de lange-termijnimplicaties. Taiwan heeft de invasie veroordeeld en sluit zich aan bij sancties. Er is echter geen reden tot alarmisme. Drie korte observaties volgen.

    Onmiddellijke gevolgen

    Er komt geen Chinese invasie van Taiwan die gebruik maakt van de Russische inval in Oekraïne. De bestaande argumenten tegen militaire acties zijn niet veranderd. Voordat de nachtmerrie begon, hoorden we al weken over de Russische militaire opbouw aan de Oekraïense grenzen. Bij een Chinese invasie van Taiwan zullen we ook zulke voorbereidingen moeten zien.

    Enkele media berichtten gisteren over de mededelingen van de Taiwanese defensie dat 9 vliegtuigen van de Chinese luchtmacht de Taiwanese luchtverdedigingszone binnen waren gedrongen. Dit is echter niet nieuw of ongebruikelijk. Ik heb eerder uitgelegd wat zo’n ADIZ-schending inhoudt. Tegenwoordig gebeurt dit bijna dagelijks. Het aantal is misschien ietsje hoger dan de gebruikelijke 2-5, dus daar zou je een signaaltje in kunnen zien, maar de records liggen nog véél hoger.

    Middellange termijn

    China is dit jaar met drie dingen bezig. De pandemie en de gevolgen daarvan zijn nog altijd niet voorbij. De economische uitdagingen groeien nu het Chinese groeimodel steeds meer onder druk komt te staan. Daarnaast is de binnenlandse politiek druk bezig met het komende Partijcongres van oktober en de daaropvolgende parlementszitting van maart 2023. Het succes van de regering van Xí Jìnpíng (习近平) en zijn politieke toekomst worden nu bepaald.

    Tijdens zulke periode’s ligt de nadruk altijd op stabiliteit. Daarnaast is China nog niet autarkisch genoeg om de destabiliserende gevolgen voor de regio en de te verwachten sancties te dragen zonder dat dit de Chinese Droom van de Grootse Herrijzenis van het Chinese Volk (中华民族伟大复兴的中国梦 zhōnghuá mínzú wěidà fùxīng de zhōngguó mèng) in gevaar brengt. Oorlog zou die Grootse Herrijzenis in kapotmaken en daarmee de legitimiteit van de verregaande centralisering van de macht in de persoon van Xi.

    Lange termijn biedt wel risico’s

    Pas op de langere termijn zal China de internationale situatie gunstig genoeg achten, dat het avonturen rond Taiwan aan meent te kunnen zonder al te grote kleerscheuren. De Russische invasie van Oekraïne en de Westerse reactie daarop fungeren daarom voor China niet als dekmantel voor een onmiddellijke invasie. Maar wat er nu gebeurt, fungeert wel als demonstratie van de grootte van die kleerscheuren die Peking mogelijk te wachten zouden staan bij een invasie.

    Ten eerste zou dit voor de Chinese Communistische Partij kunnen dienen als bewijs van het historische kantelpunt – de Epochale Omwenteling (百年未有之大变局 bǎinián wèi yǒu zhī dà biànjú) – waarin we ons zouden bevinden. Eerder deze week schreef ik al dat het front dat nu ontstaat in Europa ook de Chinese Europapolitiek kapot maakt. Evan Feigenbaum legt haarfijn uit voor welke onverenigbare keuze’s Peking nu staat: kiezen tussen het strategische partnerschap met Rusland, zijn fundamentele principe’s van soevereiniteit en non-interventie, en het beperken van de schade aan (handels)banden met de VS en Europa.

    Feigenbaums conclusie echoot die van Gideon Rachman in The Economist: Peking groeit onvermijdelijk toe naar Moskou. De richting die China op glijdt is wel duidelijk uit de anti-Amerikaanse persconferentie waarnaar ik verwees in de introductie van dit stuk en de nadruk die de Chinese minister van buitenlandse zaken Wáng Yì (王毅) gisteren in een telefoongesprek met zijn Russische collega Sergej Lavrov legde opRussia’s legitimate concerns on security issues” en het tegengaan van ‘Koude Oorlog-mentaliteit’.

    Chaos in het Westen is een vast onderdeel van de Chinese claim dat het Oosten (lees: China) opkomt en het Westen neergaat (东升西降 dōng shēng, xī jiàng). Bij een Russische overwinning zal in Peking het geloof in de Westerse onmacht om iets te doen tegen zulke ingrepen alleen maar toenemen. Daarnaast zou een verdeling van de wereld in een Westers kamp en een Sino-Russisch kamp de beperkingen die Pekings zichzelf oplegde vanwege de droom van een multipolaire wereldorde ook doen verzwakken.

    Ten tweede illustreert de sterkte van de Westerse sancties tegen Rusland hoe ver niet alleen de Verenigde Staten maar ook de rest van de rijke landen bereid zijn te gaan. Een belangrijke prikkel die een Chinese invasie van Taiwan afschrikt, is de verwachting dat dit de wereldeconomie in tweeën zou scheuren. China is momenteel nog afhankelijk van de handelsrelatie met het Westen. Duidelijkheid over het gevaar dat die relatie zou lopen in het geval van een annexatiepoging hangt ook af van hoe ver Europa nu durft te gaan tegen Rusland.

  • De kans op oorlog om Taiwan is klein maar de risico’s groeien

    De laatste tijd heeft men het ook in Nederland1Boekestijn en De Wijk, ‘De gevaarlijkste plek op aarde’BNR Nieuwsradio, 29 oktober 2021. steeds vaker over de risico’s op een oorlog om Taiwan. Als Taiwanexpert wil ik ook graag mij duit in het zakje doen. De eerste duit is een verwijzing naar het opiniestuk van Natasha Kassam, waarin ze oproept om vooral te luisteren naar wat de Taiwanezen zélf willen.2Natasha Kassa, ‘What Taiwan Really Wants’The New York Times, 29 oktober 2021.

    Het zou het niet om een oorlog gaan óm Taiwan, maar mét Taiwan. Het is belangrijk om te begrijpen wat Taiwanezen bedoelen met status quo en onafhankelijkheid. Het is niet (slechts) een geopolitieke strijd, maar vanuit dat perspectief een gevecht om het voortbestaan van de democratische en vrije staat op het eiland.

    Het is ook belangrijk om de Chinese binnenlandse politiek niet te vergeten. Mijn argument is dat China vooralsnog niet de intentie heeft om een oorlog te beginnen. De binnenlandse uitdagingen zijn nog te groot, zolang formele Taiwanese onafhankelijkheid nog kan worden afgeschrikt.

    Maar het risico op escalatie groeit wel. Hoe meer vliegtuigen Taiwan tarten en hoe sterker het nationalisme, hoe groter de kans dat het een eigen leven gaat leiden. Net als in 1914 in Europa zouden een ongeluk of overmoedigheid een vicieuze cirkel op gang kunnen brengen.

    China heeft vooralsnog niet de intentie

    Peilingen in Taiwan laten zien dat de mensen daar een oorlog nog niet zo waarschijnlijk achten.3CNA, ‘Most Taiwanese don’t think war in Taiwan Strait is probable: poll’Focus Taiwan, 2 november 2021. Analyse van de uitspraken van Chinese leiders geeft hier reden toe. In gezaghebbende stukken – zoals de recente geschiedenisresolutie van het Centraal Comité4‘Full Text: Resolution of the CPC Central Committee on the Major Achievements and Historical Experience of the Party over the Past Century’Xinhua Net, 16 november 2021. – zijn er nog altijd geen nieuwe concepten geïntroduceerd om het oude vertrouwde ‘vreedzame hereniging’ (和平统一 hépíng tǒngyī) te vervangen.

    De Amerikaanse expert Bonnie Glaser is de meest overtuigde uitdrager van deze lezing:5Fairbank Center for Chinese Studies, ‘Critical Issues Confronting China featuring Bonnie Glaser’YouTube, 30 september 2021. het beleid van Peking – druk bezig met de Grootse Herrijzenis – is volgens haar nu nog niet gericht op het nastreven van ‘hereniging’ met Taiwan, maar op het ontmoedigen van het verderfelijke ‘Taiwanese onafhankelijkheid’ (台独 táidú).6Richard Bush, Bonnie Glaser, en Ryan Hass, ‘Opinion: Don’t Help China By Hyping Risk of War Over Taiwan’NPR, 8 april 2021.

    In tegenstelling tot de Taiwanese president Tsai Ing-wen (蔡英文 Cài Yīngwén) 7CNA, ‘President vows to defend sovereignty’Taipei Times, blz. 1, 11 oktober 2021. houdt Peking namelijk nog altijd vol dat ‘het eiland Taiwan’ juridisch gewoon onderdeel is van de Volksrepubliek China (PRC) vanaf de oprichting op 1 oktober 1949. De ontkenning van de claim van Tsai dat Taiwan al onafhankelijk is,8John Sudworth, ‘China needs to show Taiwan respect, says president’BBC News, 14 januari 2020. is essentieel om niet een conflict ingesleurd te worden.

    China is namelijk wettelijk verplicht om militair in te grijpen, als het vaststelt dat Taiwan zich ‘onafhankelijk’ heeft verklaard.9Chunjuan Nancy Wei, ‘China’s Anti-Secession Law and Hu Jintao’s Taiwan Policy’. Yale Journal of International Affairs, jrg. 5. no. 1, blz. 121, winter 2010. Dat is de rode lijn waarvoor men dikwijls waarschuwt. Maar een oorlog komt de Chinese Communistische Partij (CCP) nu niet goed uit.

    Binnenlandse politieke beslommeringen

    Het grote doel van de CCP is de Grootse Herrijzenis van de Chinese Natie (中华民族伟大复兴 zhōnghuá mínzú wěidà fùxīng).10‘Full Text: Speech by Xi Jinping at a ceremony marking the centenary of the CPC’Xinhua Net, 1 juli 2021. Tegen 2049 moet China rijk, sterk en dominant zijn.11Rush Doshi, The Long Game: Chinas Grand Strategy to Displace American Order, Oxford: Oxford University Press, 2021. Maar dat is nog niet makkelijk.12Scott Rozelle en Natalie Hell, Invisible China: How the Urban-Rural Divide Threatens China’s Rise, Chicago: The University of Chicago Press, 2020; George Magnus, ‘The downfall of Evergrande foreshadows a difficult decade for China – and for Xi Jinping’The New Statesman, 15 december 2021. De gevolgen van een oorlog zouden alles in gevaar brengen. Een verlies zou het einde betekenen van het leiderschap, maar zelfs bij succes is het nog maar de vraag of de kosten opwegen tegen de baten.

    Het huidige moment is bovendien ook te kwetsbaar. Het economische model staat steeds meer onder druk.13Alexandra Stevenson, Michael Forsythe en Cao Li, ‘China and Evergrande Ascended Together. Now One Is About to Fall.’The New York Times, 28 september 2021. Op de korte termijn speelt een andere factor: binnenlandse politiek maakt dat de CCP politieke stabiliteit nu boven alles stelt.

    De pandemie is nog niet afgelopen. In februari 2022 zijn de Olympische Winterspelen van Peking. Maar bovenal: oktober 2022 is het Partijcongres waarop grote leider Xí Jìnpíng (习近平) naar verwachting zijn ongebruikelijke derde termijn zal krijgen, gevolgd door de parlementszitting van maart 2023 die de nieuwe machtsverhoudingen bevestigt.

    Ik verwacht dat China tot dan geen avonturen wil beginnen. Misschien duurt dat moment nog wel tot duidelijk wordt wie de vertrekkende Tsai Ing-wen opvolgt bij de Taiwanese verkiezingen van januari 2024 en of Joe Biden later dat jaar in het Witte Huis mag blijven.

    Risico op escalatie groeit wel

    Dat wil niet zeggen dat de kans op oorlog nul is. Daarvoor nemen de spanningen te veel toe. Groeiende Chinese zelfoverschatting,14 ‘Why the US will abandon the island of Taiwan: Global Times editorial’, The Global Times, 18 augustus 2021. nationalistisch ongeduld15Zhang Zhouxiang, ‘High-speed train to Taiwan song goes viral’China Daily, 12 november 2021; 「統一後,台灣省買房怎麼選?」 中國網紅豎大拇指點名這城市Apple Daily TW, 1 november 2021. en Westers falen kunnen ervoor zorgen dat Peking de risico’s anders gaat wegen. Hoewel de gezaghebbende publicaties het nog niet reflecteren, spreken Chinese functionarissen achter de schermen steeds overtuigder over de Chinese kansen in geval van oorlog.16Oriana Skylar Mastro, ‘The Taiwan Temptation: Why Beijing Might Resort to Force’Foreign Affairs, jrg. 100, no. 4, juli/augustus 2021.

    Men kan concluderen dat het ontmoedigen van formele onafhankelijkheid nu minder waard is geworden.17A.A. Bastian, ‘Threatening Taiwan Gets China More Than Invading It Would’Foreign Policy, 30 november 2021. Men kan concluderen – na nog een geopolitiek kantelpunt zoals die de recessie van 2008 of de pandemie van 202018Uitgelegd in ideaalvorm in: Rush Doshi, The Long Game: Chinas Grand Strategy to Displace American Order, Oxford: Oxford University Press, 2021. – dat het Westen nu echt te zwak is om tegenstand te bieden. Maar het grootste risico bestaat uit ongewilde escalatie.

    Nu de temperatuur oploopt19John Liu, Jing Li, en Samson Ellis, ‘China Moves to Quash Online Rumors That Taiwan War Looms’Bloomberg, 4 november 2021. en de nationalistische propaganda van China en de consoliderende nationale identiteit op Taiwan20Sense Hofstede, ‘Taiwan’s Democratic Journey and Stabilising National Identity’9DASHLINE, 9 december 2020. steeds verder uiteen staan, zou een incident een kettingreactie op gang kunnen brengen die tot een uitkomst leidt, die niemand wil.

    De activiteiten van de Chinese luchtmacht ten zuiden van Taiwan21Silva Shih, Daniel Kao, Sylvia Lee, Yingyu Chen en Shuren Koo, ‘Why the Chinese Military Has Increased Activity Near Taiwan’CommonWealth Magazine, 2 november 2021. zijn naast signaal en oefening ook contactmomenten met de Taiwanese luchtmacht. Hoe meer contactmomenten, hoe groter de kans op ongelukken. Hetzelfde geldt voor toenemende activiteiten van Chinese vissers,22CNA, ‘Chinese fishing boat, crew held after poaching near Penghu’Focus Taiwan, 28 juni 2021. maritieme militie23Jason Pan, ‘Shots fired as Chinese boats ram coast guard ship’Taipei Times, blz. 3, 22 maart 2020. en baggeraars.24Louise Watt, ‘Line in the sand: Chinese dredgers are stealing Taiwan, bit by bit’Nikkei Asia, 16 juni 2021.

    Militaire oefeningen en bewegingen die Peking gebruikt om Taiwan een defaitisme aan te praten, voeden ook de lust van de Chinese haviken. De nationalistische rellen die uitbraken in China nadat de Japanse kustwacht een Chinese kapitein arresteerde in 2010, zijn een duidelijke illustratie van de binnenlandse druk waar Peking rekening mee moet houden.

    Daarnaast moeten we beducht zijn op een economische of politieke crisis in China zelf. Peking vertrouwt nu nog dat de ‘loop van de geschiedenis’25Zie een van de stukken uit een vierluik met achtergrond: Sense Hofstede, ‘100 jaar CCP: de loop van de geschiedenis’China2025.nl, 11 oktober 2021. de Partij bevoordeelt en dat uiteindelijk de machtsverhoudingen zo zullen worden, dat Taiwan geen keus heeft of dat China sterk genoeg is om de gevolgen van sancties te weerstaan.

    Wanneer dat vertrouwen weg is, dan zou de Partij misschien wel gebruik willen maken van de voorsprong die het nu (al/nog) meent te hebben. Of het zou een invasie van Taiwan als een nuttige nationalistische afleiding kunnen zien.

    Ten slotte is het belangrijk om de dynamiek on the ground in de gaten te houden. De centrale regering in Peking kan misschien wel niet de intentie hebben om aan te vallen, maar de logica van escalerende reacties kan ervoor zorgen dat de betrokken partijen toch stapje voor stapje richting een kinetisch conflict bewegen. Hoe meer vliegtuigen rond Taiwan vliegen, hoe meer kansen op ongelukken. Hoe warmer de temperatuur in de lucht boven de Straat, hoe meer de boel een eigen leven kan gaan leiden.

    De Europese mogendheden hadden ook niet de intentie elkaar in het verderf te storten voor de zomer van 1914. Maar het Chinese nationalisme en de zelfoverschatting van het eigen kunnen nemen zienderogen toe, terwijl men steeds geringschattender doet over het ‘neergaande’ Westen.26Chris Buckley, ‘“The East Is Rising”: Xi Maps Out China’s Post-Covid Ascent’The New York Times, 3 maart 2021.

    De grootste uitdaging voor Nederland

    Een opiniestuk in de NRC riep Nederland en Europa op om al vast na te denken over een eventuele oorlog.27Tim Sweijs en Joris Teer, ‘Stel, China valt Taiwan aan. Wat doen wij dan?’NRC, 8 oktober 2021. Ik sluit mij grotendeels daarbij aan. Voor de Clingendael Spectator schreef ik eerder al over het belang om de factor Taiwan mee te nemen wanneer Nederland nadenkt over de Indo-Pacific,28Sense Hofstede, ‘Risico op escalatie Indo-Pacific met Chinese druk op Taiwan’Clingendael Spectator, 9 december 2020. en ben daar niet de enige in.29Gerrit van der Wees, ‘Nederland hoort achter Taiwan te gaan staan’De Telegraaf, 21 oktober 2021.

    Economische afschrikking kan daarbij een belangrijke rol spelen,30Fred Sengers, ‘Maak de prijs om Taiwan binnen te vallen zo hoog, dat China het wel uit zijn hoofd laat’Trouw, 29 oktober 2021. hoewel wij niet moeten onderschatten hoe agressief Peking alleen al een aankondiging van potentiële tegensancties zou vinden. Echter, een Chinese invasie van Taiwan zou politiek niet het lastigste scenario zijn.

    De humanitaire ramp, de overduidelijke Chinese agressie, de geopolitieke consequenties en de Amerikaanse betrokkenheid zouden de politieke keuze voor Europa relatief makkelijk maken bij een conventionele oorlog, hoe moeilijk het militaire antwoord ook zou zijn.

    Moeilijker zou het zijn, als China na 2023 of 2024 creatiever om gaat met Taiwan. Er zijn verschillend manieren waarop het kan proberen om Taiwan uit te lokken het eerste schot te lossen. Hoe daarop te reageren is de echte politiek uitdagende vraag.

    Laat Den Haag de KLM doorvliegen naar Taipei als Peking het Taiwanese luchtruim sluit? Wat doen de rederijen als de Chinese douane hen vraagt om vracht van Rotterdam naar Taiwan vooraf aan China aan te melden? Laten wij de Taiwanese kustwacht vrachtschepen uit Nederland escorteren om door een Chinese blokkade te breken?

    Het zou nuttig zijn als Europa helpt bij het verkrijgen van asymmetrische defensieve capaciteiten, of in ieder geval niet in de weg staat wanneer privébedrijven dat doen. De mogelijke economische kosten duidelijk communiceren aan Peking helpt bij het versterken van de afschrikking. Een sterke EU helpt het Chinese verhaal van Westerse neergang te ontkrachten. Samenwerking met Taipei op allerlei vlakken helpt Chinese psychologische druk te ondermijnen.

    Maar uiteindelijk is de Chinese wens om Taiwan te annexeren niet gebaseerd op een kosten-batenanalyse, maar op etno-nationalisme. Afschrikking kan niet alle risico’s wegnemen. De kosten die China ons zou laten betalen bij steun aan Taiwan in dit gevoelige dossier zouden hoog zijn. Het is dus ook de zaak om al vast de moeilijke politieke besluiten door te spelen vóórdat Rutte ineens door de KLM uit zijn bed wordt gebeld.

  • Presidenten Xi Jinping en Tsai Ing-wen spreken over Taiwan

    Het afgelopen weekend hielden de presidenten Xí Jìnpíng (习近平) en Tsai Ing-wen (蔡英文 Cài Yīngwén) elk een belangrijke toespraak. Tien oktober was het 110 jaar sinds de opstand van 1911 in Wuhan die de Xinhai-revolutie (辛亥革命 xīnhài gémìng) inluidde waarmee het Qing-keizerrijk ten einde kwam. Vanaf 1 januari 1912 bestond er een Republiek China (ROC, 中華民國 zhōnghuá mínguó) die de mantel van de Chinese beschaving en het territorium van de multinationale Qīng () claimde. Xi’s Volksrepubliek China (PRC, 中华人民共和国 zhōnghuá rénmín gònghéguó) claimt de erfgenaam te zijn van de in 1949 door de Chinese Communistische Partij (CCP, 中国共产党 zhōngguó gòngchǎn dǎng) verslagen ROC. De na 1949 op Taiwan opgebouwde staat claimt formeel nog steeds de ROC te zijn. De leiders van beide landen staan daarom stil bij deze dag. Nu de spanning oploopt, is het nuttig om te kijken wat beiden gezegd hebben over de wederzijdse betrekkingen.

    (more…)
  • Waarom valt de Chinese luchtmacht Taiwan lastig?

    De laatste paar dagen is er wereldwijd aandacht voor de ongeëvenaarde aantallen vliegtuigen waarmee de Chinese luchtmacht Taiwan lastigvalt. Wat is er precies aan de hand? China’s Volksbevrijdingsleger voert al een langere tijd de druk op. Het vliegt oorlogsvliegtuigen in de zuidwesthoek van de Taiwanese luchtverdedigingszone (ADIZ). De cijfers van Gerald C. Brown laten een rijzende trend zien. De vier dagen sinds de nationale dag van de Volksrepubliek China op 1 oktober zijn er drie keer nieuwe records gebroken: er vlogen achtereenvolgend 38, 39, 16 en 56 vliegtuigen richting Taiwan. De meest directe trigger lijken de Chinese nationale dag en westerse militaire oefeningen in de regio te zijn. Maar er zit meer achter. Ik bespreek waarom.

    Technische achtergrond

    Ten eerste enkele technische details: een ADIZ is wat anders dan luchtruim. Dat is de lucht boven het grondgebied of de territoriale wateren (grofweg: tot 12 zeemijl uit de kust). Daarin is een land soeverein. Chinese jachtvliegtuigen in het Taiwanese luchtruim zouden gewapend conflict riskeren. Om dat luchtruim te beschermen en misverstanden te voorkomen, hebben sommige landen op bepaalde plekken een luchtverdedigingszone uitgeroepen.

    Zo’n ADIZ heeft geen betekenis in het internationaal recht. Er zijn verschillende variaties, maar doorgaans komt het er op neer dat een land vraagt aan (bepaalde) vliegtuigen om zich aan te melden voordat ze het gebied binnen vliegen. Doen ze dat niet, dan kan het de luchtmacht sturen om te kijken wat de bezoeker wil. Deze regeling geeft de luchtverdediging de tijd om te reageren voordat een potentieel vijandig vliegtuig het soevereine luchtruim bereikt.

    Dat het vooral een regeling betreft om het beheer van het luchtruim te versimpelen, betekent niet dat je het ongestraft kunt negeren. Daarmee signaleert een ‘binnendringende’ buur toch een zekere vijandigheid. China is zich bewust van het signaal dat het afgeeft. In het geval van Taiwan wijst men er dikwijls op dat Taiwans ‘Republic of China ADIZ’ (中華民國防空識別區 zhōnghuá mínguó fángkōng shìbié qū) voor bijna de helft het Chinese vasteland beslaat. Dat is echter een erfenis van de geclaimde Taipei Flight Information Region (FIR). De Taiwanese luchtmacht beperkt zich in de praktijk vanzelfsprekend tot wat zich afspeelt aan de Taiwanese kant van de middenlijn in de Straat van Taiwan.

    Er zijn twee verschillende manieren waarop de Chinese luchtmacht Taiwan lastig valt. De eerste, de meest serieuze, is wanneer het rechtstreeks over de middenlijn tussen Taiwan en China vliegt. Dat is zeldzaam. De tweede manier is wat we doorgaans zien. Dan vliegt het Volksbevrijdingsleger linksonder de Taiwanese helft van de ADIZ in. In de zuidwesthoek vliegt het dan tussen Taiwan zelf en het door Taiwan gecontroleerde Pratas-eiland (東沙島 dōngshā dǎo) in de Zuid-Chinese Zee. Meestal gaan de vliegtuigen slechts heen en weer, maar afgelopen maart vormden ze een tangbeweging samen met vliegtuigen die langs het Japanse Okinawa (沖縄) vlogen.

    Redenen voor China’s gepor

    Het Chinese Volksbevrijdingsleger (PLA) blijft moeilijk te doorgronden, maar er zijn genoeg redenen waarom het nu een krachtig signaal af zou willen geven. Dat signaal is niet alleen op Taiwan gericht, maar ook op de binnenlandse politiek.

    Praktische redenen spelen een rol. Het annexeren van Taiwan is een van de voornaamste taken waarop het Volksbevrijdingsleger oefent. Daarbij helpt het bekend te raken met het luchtruim rondom Taiwan. Bovendien vertelde een Taiwanese bron aan persbureau Reuters dat volgens hem de vliegtuigen ook oefenen op het bombarderen van een Amerikaanse ‘carrier strike group’. Een belangrijk onderdeel van de Chinese strategie voor een invasie van Taiwan bestaat uit het voorkomen dat bondgenoten het eiland te hulp kunnen schieten.

    Over een ‘carrier strike group’ gesproken, de CSG van de Britse Queen Elizabeth – met de Nederlandse Zr.Mr. Evertsen – is ook in de regio en voer gisteren de Zuid-Chinese Zee in via het Bashi-kanaal (巴士海峽 bāshì hǎixiá). Dit kanaal scheidt Taiwan en de Filipijnen van elkaar in het zuiden van de Taiwanese ADIZ. Eerder al oefenende de Queen Elizabeth met twee Amerikaanse en een Japanese collega. (EDIT: Volgens een bron van het Japanese persbureau Kyodo was dit de reden voor Xi Jinping om instructies te geven om militaire druk uit te oefenen.) Tegelijkertijd vertrok een delegatie Franse senatoren voor een werkbezoek aan Taiwan onder luid Chinees protest. Bovendien had Amerika de eerst golf vliegtuigen veroordeeld. Zulke ‘provocaties’ kunnen vanuit Pekings perspectief ook niet ongestraft blijven. Dit zal de meest directe aanleiding zijn voor dit specifieke moment.

    Het is daarnaast een nuttige manier om Taiwan op kosten te drijven. Elke keer weer zo’n ‘scramble’ kost niet alleen energie en tijd, het kost ook geld. Taipei geeft miljoenen uit aan de reacties, defensiebudget dat nu niet kan worden besteed aan modernisering. Uitgaven aan onderhoud en scrambles zijn met 56% gerezen sinds China een antagonistische houding aannam vanaf de verkiezen van president Tsai Ing-wen (蔡英文 Cài Yīngwén). Daarnaast wordt Taiwan zo ook gedwongen reactietijden en tactieken prijs te geven aan de bezoekende Chinese vliegtuigen.

    In China neemt het agressieve nationalisme aan kracht toe de afgelopen jaren. Men verliest het geduld met Taiwan, terwijl het eiland juist alleen maar meer internationale erkenning krijgt. 1 oktober was de nationale dag van de Volksrepubliek. Dat was een uitstekend moment voor een signaal. Taiwan lastig vallen is een relatief goedkope optie: er is geen groot gevaar op een werkelijk conflict, maar het lijkt wel lekker daadkrachtig en agressief.

    Werkelijke winst voor China

    De echte winst zit voor Peking elders. Het claimt Taiwan als Chinees grondgebied en kan zo volgens de nationalistische professor Zhū Fēng (朱锋) normaliseren dat zijn luchtmacht in ‘eigen’ land opereert. Door regelmatig in het gebied rond Taiwan te opereren, suggereert de Chinese defensie een beeld van ‘effectieve controle’. Bovendien is het een uitdaging naar Taiwan en de Verenigde Staten: jullie kunnen toch niks terug doen. Het is onderdeel van een salamitactiek om feiten op de grond te creëren die we ook zien met de nepeilanden in de Zuid-Chinese Zee.

    Sommige Taiwanese observatoren maken zich ook zorgen dat het ook gemakzucht kan kweken. Wanneer op een dag de Chinese bommenwerpers niet omkeren, zal dat een verrassing zijn. Maar het is lastig om de aandacht niet te laten verslappen. Berichtgeving over de huidige golf valt niet echt op temidden van het gebruikelijke sensationalisme van de Taiwanese media. Voor de gemiddelde Taiwanees is het vooral een bevestiging van de onaantrekkelijkheid van China.

    De escalatie van China is onverantwoord. Een ongeluk kan altijd tot ongewilde escalatie leiden. Maar tot een oorlog zal het niet zo snel komen. De komende tijd zal voor Peking juist alles gericht zijn op het bewaren van stabiliteit. Er mag niks misgaan voor de Olympische Winterspelen in Peking van februari 2022, het Partijcongres van oktober 2022 waar Xi Jinping zijn ongekende derde termijn zal krijgen, en de parlementszitting van maart 2023 waarop de nieuwe machtsverhoudingen bevestigd moeten worden. Je zou juist de druk op Taiwan kunnen zien als een poging om te zorgen dat Taipei geen rare sprongen maakt in een periode waarin de Partij druk bezig is met interne gevechten.

    Ik verwacht dat vanaf 2023 China actief zal gaan proberen om Taiwan te annexeren. Tot die tijd poogt het Chinese Taiwanbeleid twee dingen: formele onafhankelijkheid ontmoedigen en defaitisme aanpraten. De militaire druk dient als waarschuwing en ook om de Taiwanezen ervan te overtuigen dat verzet zinloos is. Het is onderdeel van wat het Volksbevrijdingsleger ‘psychologische oorlogsvoering’ (心理战 xīnlǐ zhàn) noemt. In die zin heeft alle aandacht voor de Chinese luchtmacht in Taiwans ADIZ juist het effect dat het Pekings boodschap versterkt.

    Bonnie Glaser legt uit waarom we niet direct oorlog hoeven te verwachten.
  • De verkiezingen voor de KMT’s partijvoorzitter laten zien hoe stuk de grootste Taiwanese oppositiepartij is

    Taiwans grootste oppositiepartij is de Chinese Nationalistische Partij (中國國民黨 zhōngguó guómíndǎng), kortaf: KMT, spil van het ‘Blauwe Kamp’. De partij was de regering tijdens Taiwan’s bloedige autoritaire periode en is nog altijd tegen ‘Taiwanese onafhankelijkheid’. Na het verlies van de verkiezingen in januari 2020 stapte, zoals gebruikelijk in Taiwan, de voorzitter op. Zijn termijn werd afgemaakt door Johnny Chiang Chi-chen (江啟臣 Jiāng Qǐchén). Op 25 september zijn er verkiezingen voor de permanente vervanger.

    Na het dramatische verlies in 2016 – waarbij de Democratisch Progressieve Partij (民主進步黨 mínzhǔ jìnbù dǎng, DPP) van president Tsai Ing-wen (蔡英文 Cài Yīngwén) voor het eerst zowel het presidentschap als een meerderheid in het parlement won voor het ‘Groene Kamp’ – en een herhaling in 2020, wonnen de stemmen binnen de KMT aan kracht die sinds de anti-Chinaprotesten van 2014 roepen op hervorming van het Chinabeleid van de partij.

    Even leek het erop dat ze onder de ‘jonge’ interimvoorzitter Johnny Chiang (49 jaar) een hervormer hadden gevonden die het aandurfde om aansluiting te zoeken bij een China-sceptisch publiek. Maar al snel stuitte Chiang op verzet van conservatieven en begon hij zelfs ‘Republiek China’ te benadrukken ten koste van ‘Taiwan’.

    De kandidaten voor de verkiezingen zijn naast Chiang de gevestigde KMT-mastodont Eric Chu Li-lun (朱立倫 Zhū Lìlún), die vooropgaat in de peilingen; het pro-Chinese verrassingssucces Chang Ya-chung (張亞中 Zhāng Yàzhōng); en de kansloze Cho Po-yuan (卓伯源 Zhuō Bóyuán). De belofte’s van de kandidaten om de banden met China aan te halen en de ‘Republiek China’ te beschermen laten zien, dat de campagne juist een draai naar orthodox ‘Diep Blauw’ teweeg brengt.

    Nu Taiwanezen steeds duidelijker een Taiwanese identiteit steunen, is deze terugkeer naar orthodox ‘Republiek China’-nationalisme electoraal lastig te verklaren. Ik dit stuk leg ik uit hoe deze scheefgroei teruggaat op een historische misstap in 2001 en waarom de KMT nu stuk aan het gaan is. Omdat Taiwan een twee-partijenstelsel is, moet je niet onderschatten hoe sterk de partij nog terug kan veren. Maar op de lange termijn is deze KMT ten dode opgeschreven.

    Groeiende demografische uitdaging

    Van de 113 zetels in het parlement, de Wetgevende Yuan (立法院 lìfǎyuàn), heeft de KMT 38 zetels, tegen 62 voor de regerende DPP. Potentiële concurrent voor de KMT’s rol as conservatievere en China-gematigdere partij, de Taiwanese Volkspartij (台灣民眾黨 táiwān mínzhòng dǎng, TPP) van Taipeis burgemeester Ko Wen-je (柯文哲 Kē Wénzhé) heeft er 5. De rest is verveeld over twee kleinere partijen en onafhankelijke leden.

    Tijdens verkiezingen stemmen Taiwanezen twee keer: een keer voor de 73 zetels gekozen in ‘first-past-the-post’ kiesdistricten of de 6 zetels voor de oorspronkelijke stammen, en een keer voor de 34 zetels gekozen via evenredige vertegenwoordiging. De president, die gelijktijdig wordt gekozen, is de kandidaat met het grootste aantal stemmen in een enkele ronde. Dat betekent dat Taiwan in feite een twee-partijenstelsel heeft. Vooralsnog helpt dit de KMT. Maar de partij wordt steeds kwetsbaarder voor een geloofwaardige tegenhanger.

    Mislukte lokalisering van de KMT

    De huidige KMT op Taiwan is een heruitvinding van de oude Chinese Nationalistische Partij die in 1949 de Chinese Burgeroorlog verloor van de communisten. Toen de ruwweg 1 miljoen Vastelanders aankwamen op Taiwan, bouwden ze een nieuwe partijstaat op het fundament van de oude Japanese koloniale staat en de 6 miljoen Taiwanezen die er al woonden, die men ook ‘Republiek China’ (ROC) noemde.

    Deze partijstaat was moorddadig en koloniaal. Hij buitte de lokale bevolking uit en bevoordeelde de Vastelanders, die de bovenkant van de samenleving domineerden. Tienduizenden mensen werden vermoord tijdens de ‘Witte Terreur’ (白色恐怖 báisè kǒngbù). Partij en Staat waren met elkaar verweven. De DPP komt voort uit de bewegingen voor democratie en onafhankelijkheid van de ROC.

    De democratisering van Taiwan was geleidelijk. Er is geen revolutie geweest, dus de mensen die er zaten tijdens de partijstaat, zitten er soms nog. Enkele DPP-politici moeten nog altijd ambtenaren en KMT-politici tegenover zich dulden die betrokken waren bij hun gevangenneming of marteling. De KMT kwam maar geleidelijk los van de bureaucratie, het leger, en de top van de samenleving.

    Tijdens de dictatuur, die tot de jaren negentig duurde, drong de KMT ook een orthodox Chinees nationalisme op aan de Taiwanezen. Tegelijkertijd vertrouwde het ze hen niet genoeg en zorgde dat de top van partij en regering gedomineerd werden door Vastelanders. Pas in de jaren tachtig begon een voorzichtige lokalisering.


    Zoals Lin Ai-te uitlegt voor Voicettank, was dat ook de periode dat de groep elite-Vastelanders die nu de KMT domineert, de politieke arena betrad. Dit was de enige generatie die zich echt als Vastelander identificeert. Hun ouders waren nog verbonden aan specifieke provincies in China. Hun kinderen voelen zich tegenwoordig vooral Taiwanees. Maar deze groep was geïsoleerd van de lokale Taiwanezen en zag hoe om zich heen hun monopolie op macht en cultuur verdween. Ze voelden zich slachtoffer.

    Nog altijd komen uit deze groep geklaag over ‘etnische’ haat en beschuldigingen dat de DPP tegenstellingen tussen groepen in de samenleving op zou drijven. Bovendien vertrouwt men mensen buiten de eigen groep nog altijd niet. Hoewel ze zelfs binnen mensen van Vastelandse komaf tegenwoordig een minderheid vormen, heeft deze elitaire groep nog altijd veel invloed.

    Toen president Chiang Ching-kuo (蔣經國 Jiǎng Jīngguó, 1978–88) in 1988 overleed, werd hij opgevolgd door Lee Teng-hui (李登輝 Lǐ Dēnghuī, 1988–2000). Lee was de eerste lokale Taiwanese president. Hij overzag niet alleen Taiwans geleidelijke democratisering, maar ook een poging tot Taiwanisering van de KMT onder zijn ‘Mainstream-factie’ (主流派 zhǔliú pài). De verwachting was, dat na Lee de KMT verder zou lokaliseren en niet meer zo spastische hoefde te doen over Taiwanese identiteit.

    Maar Lee werd tegengewerkt door de Non-Mainstream-factie (非主流派 fēi zhǔliú pài), geleid door gevestigde elite-Vastelanders, die niet alleen bang waren voor hun macht en invloed, maar ook hun Chinese identiteit bedreigd zag worden. Na het dramatische verlies van het presidentschap aan de DPP in 2000 zag deze groep zijn kans schoon. In 2001 werd Lee Teng-hui de KMT uitgewerkt. De lokalisering werd ongedaan gemaakt, en de KMT veerde terug naar ROC-nationalisme.

    Verkeerd begrepen signalen

    Deze aanpak leek uit te betalen toen in 2008 de KMT het presidentschap en een parlementaire meerderheid won onder elite-Vastelander Ma Ying-jeou (馬英九 Mǎ Yīngjiǔ). De groep rondom Ma interpreteerde dit als bevestiging van hun orthodoxe en China-vriendelijke houding. Maar zoals politicoloog Nathan Batto uitlegt, dat was een misvatting.

    De structuur van het Taiwanese electoraat zat deze KMT al tegen vanaf begin deze eeuw. Ze waren er slechts in geslaagd om een tijdelijke kiezerscoalitie te smeden vanwege het amateurisme en de corruptie van de DPP onder president Chen Shui-bian (陳水扁 Chén Shuǐbiǎn), de reputatie als gematigde en vaardige economische managers die de KMT nog had vanwege het economische wonder, en het wereldwijde optimisme over China. Maar identificatie met Taiwan was al ten nadele van de KMT veranderd.

    De tragiek voor de KMT is dat op dit moment de partij het domein was geworden van de elite-Vastelanders die nog altijd vasthouden aan een impopulair orthodox ROC-nationalisme. Pas bij de studentenprotesten tegen dreigende pro-Chinese monopolisering van de media in 2012 en tegen economische integratie met China in 2014 tijdens de ‘Zonnebloembeweging’ (太陽花學運 tàiyánghuā xuéyùn) werd dit duidelijk. Maar tegen die tijd had de Diep-Blauwe elite zich al teruggetrokken in een eigen mediabubbel die overal de zwarte hand van de DPP achter zag.

    Hopeloze demografische situatie

    Vooral 2014 was een kantelpunt. Jongere Taiwanezen waren altijd al meer pro-Taiwan, maar hadden relatief weinig interesse in een politiek die machteloos leek om iets te doen aan hun economische uitzichtloosheid. Vanaf de Zonnebloembeweging werd het behouden van Taiwans progressieve en democratische identiteit onder Chinese dreiging echter een mobilisator.

    De ‘normalisatie’ van de Republiek China als Taiwan nam alleen maar verder toe onder president Tsai. De toegenomen Chinese nationalistische dreiging onder Xí Jìnpíng (习近平) hielp met een rappe toename van identificatie als Taiwanees alleen in peilingen na 2018, een tweede kantelpunt. Bij de studentenverkiezingen in december 2019 kreeg de KMT-kandidaat 4.7%. Steun voor formele onafhankelijkheid is substantieel groter onder Taiwanezen jonger dan 40.

    De KMT houdt ondertussen niet alleen vast aan een orthodoxe interpretatie van de ROC, maar ook aan China-vriendelijk beleid dat in toenemende mate impopulair is. Tijdens de regering van Ma (2008–16) volgde Taiwan de zogeheten ‘Consensus van 1992’ (九二共識 jiǔ èr gòngshì). De KMT claimt dat deze inhoudt dat China en Taiwan erkennen dat er één China is, maar dat ze verschillen van interpretatie. Peking heeft dat laatste element nooit erkend, maar beschouwt het label wel als voorwaarde voor dialoog.

    De Consensus is nooit DPP-beleid geweest en China gebruikt Tsai’s weigering als reden om gesprekken af te wijzen. De KMT gebruikt dit weer om de DPP aan te vallen en te beschuldigen van het heimelijk nastreven van ‘Taiwanese onafhankelijkheid’ (台獨 táidú), nog altijd een weerzinwekkend idee voor de elite-Vastelanders. Maar elk jaar neemt de steun toe voor formele onafhankelijkheid of het zien van Taiwan als onafhankelijk onder de formele naam ‘Republiek China’.

    Structurele veranderingen verzwakken de KMT nog meer. Momenteel werken de partijen in het parlement aan een verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd van 20 naar 18 jaar. Als dat slaagt, dan zou dat betekenen dat bij de verkiezingen van 2024 er vier jaar aan afname van oudere kiezers is, tegenover zes jaar aan nieuwe kiezers.

    Essentieel is ook de oprichting van de Ill-Gotten Party Assets Settlement Commission (CIPAS) in 2016 met als doel om partijbezit uit de dictatuur te onderzoeken. Eens de rijkste politieke partij ter wereld, de KMT is nu ontdaan van de constellatie van partij-gelieerde bedrijven en organisaties, en het gestolen vastgoed en kapitaal waarmee het zo’n grote invloed kon blijven houden na het begin van de democratisering. Bovendien helpt de Transitional Justice Commission (TJC), openbare discussies in de pers, en herzieningen van tekstboeken met het scheppen van bewustzijn over de misdaden van de KMT in het verleden.

    Wisseling van electorale rol

    Onder Ma Ying-jeou kon de partij nog leunen op haar reputatie als vaardige en no-nonsense economische specialist. De DPP kwam voort uit koppige activisten die goed wisten hoe ze aandacht moesten zoeken, maar aan de macht minder ervaren bleken in het maken van beleid. De KMT wilde behouden wat er was, terwijl de DPP om ideologische redenen het staatsbestel omver wilde werpen.

    Kiezers stemmen niet graag voor onzekerheid. Slechts zo’n één-derde is voor formele onafhankelijkheid – de reden wordt duidelijk uit het feit dat dit stijgt naar een dikke twee derde onder de voorwaarde dat China geen oorlog begint. De DPP had lang last van de reputatie een stelletje ideologisch fanatieke stoelengooiers van het platteland te zijn.

    Inmiddels zijn de rollen van de KMT en DPP omgedraaid. De DPP heeft nog altijd het voordeel als pro-Taiwan-partij te boek te staan. Maar inmiddels is de ROC zo gedemocratiseerd én gelokaliseerd, dat Tsai Ing-wen kan stellen dat Taiwan al onafhankelijk is als ‘Republic of China, Taiwan’. De DPP wil dit behouden. Met het succes van de covidbestrijding en de huidige economische groei heeft de partij ook haar technocratische reputatie versterkt.

    Ondertussen is de KMT een toneel geworden van steeds bejaardere elite-Vastelanders die continu boos zijn, en vaardige technocraten als burgemeester van New Taipei, Hou You-yi (侯友宜 Hóu Yǒuyí) contrasteren met de incompetente gewezen populistische burgemeester van Kaohsiung, Han Kuo-yu (韓國瑜 Hán Guóyú) – die in 2020 van Tsai verloor. Juist de KMT stelt enge experimenten voor, zoals economische integratie met China of zelfs een vredesverdrag.

    Diepblauwe wenteling

    Interimvoorzitter Johnny Chiang stelde begin 2020 nog voor om bijvoorbeeld de Consensus van 1992 te herzien, maar gaf snel op onder grote druk van Ma Ying-jeou en andere elite-Vastelanders. Sindsdien is de KMT juist verder toegewijd geworden aan Diep Blauw. Zelfs Chiang, om nog enige kans te maken bij de verkiezingen, praat tegenwoordig over de ‘dictatuur’ van Tsai en het belang om de geschiedenis van de ROC niet ‘uit te wissen’.

    Kenmerkend is het succes van de terugkeer van Jaw Shaw-kong (趙少康 Zhào Shǎokāng), die in de jaren negentig uit de KMT vertrok vanwege de lokalisering van Lee Teng-hui en een China-vriendelijke mediapersoonlijkheid werd. Hij is nu terug bij de KMT en heeft een meerderheid van de KMT-parlementariërs zover gekregen dat ze zich aan hebben gesloten bij zijn Strijdend Blauw (戰鬥藍 zhàndòu lán), een beweging die de Chinese kant hoopvol stemt.

    De voorzittersverkiezing gaat nu niet langer om wie het goed zou doen bij het Taiwanese publiek. In plaats daar van proberen de vier kandidaten steun te halen bij de orthodoxe, China-vriendelijke krachten binnen de KMT. Dit werkt misschien om de hardcore supporters te motiveren, gezien het gebrek aan jonge leden en de zakelijke belangen in China van veel bestuursleden. Electoraal is het kansloos. Er zijn stemmen te winnen onder mensen die de DPP te extreem vinden. Maar met de ROC-symbolen mobiliseer je slechts een klein groepje bejaarden.

    Taiwanezen voelen zich, nou ja, Taiwanees. Na de onfortuinlijke covid-uitbraak in Taiwan afgelopen mei liepen Tsai Ing-wen en de DPP een behoorlijke deuk op in de peilingen. Uitzonderlijk is niet alleen dat ze hier al weer grotendeels van hersteld zijn, maar ook dat de KMT hier niet van heeft geprofiteerd. De uitgesproken negatieve campagne van de KMT, van misinformatie over vaccins tot iedereen en alles beschuldigen van corruptie, werkt niet.

    Toekomst

    We moeten de KMT niet te snel afschrijven. De van oorsprong leninistische partij blijft een machtsmachine. De 38.61% van de gefaalde presidentskandidaat Han Kuo-yu steekt schril af tegen de 57.13% van Tsai Ing-wen. Maar voor het parlement won de KMT nog altijd 33.36% van de evenredige stem tegenover 33.98% voor de DPP (de TPP kreeg 11.22%). In een tweepartijenstelsel heeft de oppositie altijd een bonus.

    In 2024 moet Tsai vertrekken na een voor de DPP ongewoon stabiele periode onder haar leiding. Het is nog maar te zien of de kiezers niet iets nieuws willen na acht jaar. Maar het verschil met bijvoorbeeld de Verenigde Staten is, dat de KMT steeds duidelijker de China-vriendelijke partij is in een electoraal landschap waarin China niet alleen de bepalende factor is, maar ook steeds duidelijker anti-China kantelt.

    Er zijn drie mogelijkheden. De eerste is dat de KMT zich herpakt. Dit kan een combinatie zijn van een gematigde voorzitter als Eric Chu die de discipline herstelt, een technocratische presidentskandidaat als Hou You-yi, en ruzie binnen de DPP over wie Tsai op mag volgen.

    De tweede mogelijkheid is dat de KMT niet in staat blijkt om een fatsoenlijk gevecht te leveren in 2024 en wordt vervangen door de TPP. Dat zou waarschijnlijk wel vereisen dat die laatste partij groter wordt dan burgemeester Ko en zijn substantiële ego. Dit zou een langzaam proces zijn.

    De derde mogelijkheid overlapt met de tweede. Het zou kunnen dat de tegenstellingen tussen de (soms sterk) uiteenlopende houdingen tegenover China binnen de partij leiden tot het uiteenvallen van de KMT. Het is dan afhankelijk van welke factie de KMT-structuur behoudt of er een herboren KMT komt op termijn, of dat de partij wegzakt terwijl een gematigder deel overloop naar de TPP of een nieuwe partij.

    Wat er na 25 september gebeurt, hangt niet alleen af van wie wint – waarschijnlijk Eric Chu of Johnny Chiang – maar ook hoe sterk de pro-herenigingskandidaat Chang Ya-chung het gaat doen en hoe sterk de winnaar in het rood zal staan bij de Diep Blauwe supporters die nodig waren om te winnen.

    EDIT 17 september:
    Volgens een peiling van pro-KMT televisienetwerk TVBS onder partijleden gaat Chang Ya-chung nu aan kop, net boven Eric Chu. Het artikel van Storm Media hiervoor citeert een partijlid dat dit verklaart door te wijzen dat slechts 3% van de stemgerechtigde leden onder de 40 is, terwijl het aandeel dat ouder dan 65 jaar is tot 70% is.