De chaos van 2020 heeft niet alleen in Europa het debat over de toekomst van de internationale gemeenschap meer urgentie gegeven. In Peking klinkt steeds luider dat we ons in een epochale omwenteling bevinden. De discussie of China een ‘vijand’ is of slechts probeert de wereld veilig te maken voor haar eigen systeem is interessant, maar om de Chinese uitdaging te begrijpen moet je eerst kijken naar hoe Peking de wereld ziet.
In dit stuk leg ik drie termen uit om door de schone schijn heen te prikken en de aard van het revisionisme van de Volksrepubliek China (PRC) te begrijpen.
De erfenis van het maoïsme werkt nog altijd door in de mechanistische manier waarop partijkaders en ambtenaren naar de wereld leren te kijken, in de laatste iteratie door middel van het Gedachtegoed van Xi Jinping voor het Nieuwe Tijdperk over het Socialisme met Chinese Karakteristieken (习近平新时代中国特色社会主义思想 Xí Jìnpíng xīn shídài zhōngguó tèsè shèhuì zhǔyì sīxiǎng, kort: Gedachtegoed van Xi).
De Chinese Droom van de Grootse Herrijzenis van het Chinese Volk (中华民族伟大复兴的中国梦 zhōnghuá mínzú wěidà fùxīng de zhōngguó mèng, kort: Chinese Droom) duidt op de wens van het terugkrijgen van de natuurlijk dominante plek in de wereld die het moreel goede China volgens een geïdealiseerde blik op de geschiedenis toebehoort.
De krachten van de geschiedenis zijn tenslotte nu in beweging om dat moment dichterbij te brengen in de Epochale Omwenteling (百年未有之大变局 bǎinián wèi yǒu zhī dà biànjú). Dit is de periode waarin alles gaat schuiven.
Wat deze drie termen samenbindt is een mengeling van het historisch determinisme van het marxisme en de erfenis van de dynastieke cyclus: de loop van de geschiedenis (历史潮流 lìshǐ cháoliú, ‘geschiedenistij’).
Volgens de inzichten van de Communistische Partij van China (CPC) is de Chinese Droom in lijn met de ‘objectieve’ krachten in de wereldgeschiedenis én de erfenis van de superieure Chinese beschaving. Aanpassingen van het internationale systeem zijn dan ook geen ‘revisionisme’, maar slechts onderdeel van de natuurlijke loop van de geschiedenis. Dat de rest van de wereld zich aanpast aan het Chinese model is dus al gepredetermineerd.
Er is inderdaad geen National Endowment for Socialism with Chinese Characteristics of een Chinese Internationale om de wereld een ideologisch kamp in te lokken. Maar dat de millenarische strijd van de 20e eeuw niet terug komt, betekent niet dat er geen model wordt geëxporteerd.
De belangrijkste troef van de Chinese kant in de ideologische wedloop is stellen dat er helemaal geen wedloop is. Het Chinese model is geen bedreiging, maar de evolutie van het failliete Amerikaanse model. We moeten slechts de geschiedenis haar Chinese beloop laten. Dammen opwerken, dát is pas revisionisme.
Maoïsme nog altijd van belang
Het is een mooi theologisch vraagstuk hoe communistisch of socialistisch China nog is. Maar ondertussen moeten alle Chinese partijkaders en ambtenaren nog altijd verplicht naar scholing en herscholing om de laatste theoretische ontwikkelingen van het marxisme-leninisme-maoïsme en het Gedachtegoed van Xi Jinping voor het Nieuwe Tijdperk over het Socialisme met Chinese Karakteristieken te leren.
Partijscholen
Onder Xi Jinping is het belang van de partijideologie alleen maar weer toegenomen. Tegenwoordig kan dat ook buiten de partijscholen om, per smartphoneapp. Om te begrijpen wat Chinese bestuurders zeggen, moet je dat serieus nemen, alleen al om hun vocabulaire te verstaan.
Rogier Creemers heeft een punt dat Xi ideologie gebruikt voor zijn machtsstrijd. Maar als Chinese partijleiders continu herhalen dat de Volksrepubliek nog steeds socialistisch is, dan kunnen we dat niet blijven afdoen als lege woorden voor de bühne.
Maoïstische bubbel
Deze claims komen namelijk uit een politiek systeem waarin partijkranten, toespraken, beleidsnotities, en geschiedschrijving nog steeds deze partijideologie moeten volgen. De top leeft apart met zelfs nog een eigen voedselvoorziening. Deze fysieke isolatie in een maoïstisch milieu wordt versterkt door mentale isolatie.
Het interne verhaal is een stuk ideologischer dan wat buitenstaanders te horen krijgen. De partijchef in een Chinees equivalent van Moddergat zal misschien minder overtuigd zijn, maar je kunt dat niet zonder meer zeggen van mensen die na jaren van ideologische vorming en selectie zijn komen bovendrijven aan de top.
Communistisch nationalisme
Een deel van de elite bestaat uit de zogenaamde ‘Rode Adel’ – afstammelingen van de eerste revolutionairen die geloven dat regeren hun geboorterecht is. Het is dankzij hún heilige Partij dat China als de Volksrepubliek nu weer sterk is. China is daarnaast in de ban van een mythische kijk op de eigen geschiedenis, een simplistisch verhaal van zogenaamd 5000 jaar ononderbroken vreedzame beschaving.
De huidige leiders wijzen naar deze keizerlijke glorie, de communistische overwinning in de Chinese Burgeroorlog, de economische boom post-1978, en de crises van 2008 en 2020 als bewijs dat de ‘wetenschap’ van het Socialisme met Chinese Karakteristieken werkt. Het ‘falen’ van het Westen helpt de superieuriteit van het Chinese systeem nog eens te benadrukken.
Assertiviteit gaat verder terug dan Xi. Op de universiteit van het Chinese ministerie van buitenlandse zaken word al lang zwart-witdenken gedoceerd. Maar met het huidige zelfvertrouwen hoor je steeds vaker openlijk de claim dat het Oosten opkomt terwijl het Westen neer gaat (东升西降 dōng shēng, xī jiàng). Volgens Xi Jinping en andere leiders is Amerika de grootste bedreiging bij deze natuurlijke ontwikkeling.
Natuurlijk recht om te heersen
Na een onfortuinlijke interruptie van twee eeuwen moet bij het honderdjarig bestaan van de Volksrepubliek in 2049 het eens dominante China weer ‘herrezen’ zijn: dan moet de Chinese Droom van de Grootste Herrijzenis van het Chinese Volk bereikt zijn. Chinese trots op wat er bereikt is mengt zich met het gevoel recht te hebben op respect en deferentie, en ongeduld over de voorlopige onvolledigheid van de Herrijzenis.
Sinologe en voormalig beleidsadviseur op het Franse ministerie van defensie Nadège Rolland ziet een sterk verlangen naar wat ze een ‘gedeeltelijke hegemonie’ noemt: een Chinese invloedszone waarin Westerse invloed is uitgebannen en er grote mate van onderdanigheid naar China is. In deze visie zijn de Verenigde Staten uit Oost-Azië verdwenen, is Taiwan geannexeerd en houden Japan en de beide Korea’s zich koest.
Net zoals het rapport van Rolland toont ook het boek van William Callahan over ‘pessoptimistisch’ China de spanning tussen het sterke geloof in het recht op grootmachtstatus voor de eigen superieure beschaving aan de ene kant, en aan de andere kant een enorm gevoel van vernedering en gekrenktheid in een gemene wereld die het op China voorzien heeft. Het Westen en Japan hebben het onschuldige China tijdens de ‘Eeuw van Nationale Vernedering’ (百年国耻 bǎinián guóchǐ) eronder gekregen, maar nu komt het land weer terug dankzij de Partij.
Loop van de geschiedenis
Deze legering van nationalisme en maoïsme speelt ook een rol bij de verwerping van de claim dat China een ‘revisionistische’ grootmacht zal zijn. Chinese academici beargumenteren graag dat Peking uit de cyclus van geweld en anarchie kan breken, omdat China moreel is en haar beschaving intrinsiek goed.
Rolland haalt niet zonder reden de wijlen Belgisch-Australische pekingoloog Pierre Ryckmans aan over het belang om tijd en moeite te steken in het begrijpen van de vaak haast onleesbare ideologische teksten. Woorden als ‘revisionisme’ (修正主义 xiūzhèng zhǔyì) en ‘hegemonie’ (霸权主义 bàquán zhǔyì) hebben in de Chinese traditie een negatieve morele lading; dat zijn dingen voor de Sovjetunie en de Verenigde Staten. De goede confucianistiche heerser volgt het Pad van de Koning (王道 wángdào), niet het Pad van de Tiran (霸道 bàdào).
China is een natuurlijke grootmacht, niet alleen volgens zijn nationalisme, maar ook volgens het maoïsme. Een belangrijk onderdeel van het orthodoxe marxisme is het historisch materialisme, waarbij de objectieve krachten de geschiedenis bepalen. Ook het marxisme-leninisme-maoïsme claimt wetenschap te zijn. Als je deze ‘objectieve krachten’ – materiële factoren – goed begrijpt, kun je de gedetermineerde loop van de geschiedenis hieruit afleiden. Dit is de ‘historische trend’ of de loop van de geschiedenis.
China’s Herrijzenis is volgens de laatste wetenschappelijke innovaties van het Socialisme met Chinese Karakteristieken al voorbepaald. In deze context is revisionisme het tegenwerken van de natuurlijk loop van de geschiedenis. Als Chinese persberichten of toespraken het hebben over de ‘onvermijdelijke loop van de geschiedenis’, dan doelen ze hierop. De economische basis van China en Pekings traditionele dominante positie betekenen dat de opkomst van de Volksrepubliek onvermijdelijk is.
Epochale omwenteling
Een terugkerend thema is dat China en de wereld zich momenteel op een cruciaal kantelpunt bevinden, een moment waarop de onderliggende objectieve krachten de geopolitieke situatie herschikken. Dit is de Epochale Omwenteling.
Een belangrijk artikel in het Volksdagblad hierover, ter gelegenheid van het zeventigjarig bestaan van de Volksrepubliek in 2019, schreef dat China niet alleen vrede en stabiliteit biedt in deze woelige periode, maar ook ten voorbeeld dient voor landen die hun ‘eigen’ (lees: niet-Westerse) weg willen volgen.
Deze verschuiving vereist natuurlijk wel enige ‘verbetering’ van het internationaal systeem. Bij Davos Agenda in januari 2021 riep Xi Jinping dan ook op om bij de tijd (lees: loop van de geschiedenis) te blijven. Officieel commentaar sprak zich uit tegen ‘pseudo-multilateralisme’.
Het Chinese antwoord is het idee van de ‘gemeenschap van een gedeeld lot voor de mensheid’ (⼈类命运共同体 rénlèi mìngyùn gòngtóngtǐ, officieel Engels: ‘a global community of shared future’). Een ‘witboek’ over China in het Nieuwe Tijdperk (van Xi Jinping) stelt dat multilateralisme de historische trend is (lees: tegen het unilateralisme van de huidige Amerikaanse ‘hegemonie’).
Langdurig Oorlog
Om deze gevaarlijke kantelperiode door te komen moet China vaste koers houden. Tijdens de toegenomen druk op China onder Trump kwam er hernieuwd aandacht voor het stuk ‘Over Langdurige Oorlog’ van Mao Zedong (21), opnieuw uitgegeven met commentaar in 2018.
Tien maanden na het uitbreken van de oorlog met Japan legt Mao uit waarom mensen die denken dat China snel zal winnen én mensen die denken dat China niet kan winnen beide ongelijk hebben. Vanwege de Chinese zwakte, de juistheid van de zaak, de materiële macht van het grote land, en internationale steun, zal de oorlog lang duren, maar zal China uiteindelijk winnen.
De CPC stelt dat ook in de huidig strijd de ‘loop van de geschiedenis’ aan haar kant staat. Het is dus nodig om ‘Amerikaanse’ pogingen haar in korte tijd op de knieën te krijgen uit te rekken tot een langdurige strijd. Hoe langer China rekt, hoe beter. In de loop van de jaren zal de Chinese macht alleen maar toenemen.
Onderhoud van het internationale systeem vereist veranderingen
De uitspraken van het Chinese leiderschap laten zien dat het probleem volgens Peking zelf het onderhoud van het internationale systeem is. Aanpassingen zijn nodig opdat het ‘eerlijk’ wordt voor de Volksrepubliek (en eventueel andere ontwikkelingslanden).
Dit is hoe het de ogenschijnlijke paradox oplost van het vragen om ingrijpende veranderingen terwijl men claimt geen revisionist te zijn. Het geleidelijk vernieuwen van het internationale systeem is namelijk in lijn met de ‘onvermijdelijke’ loop van de geschiedenis.
Volgens deze kijk is ‘status quo’ geen snapshot. Status quo is de natuurlijke richting van de wereldgeschiedenis bepaald door het samenspel van de objectieve krachten: de loop van de geschiedenis. Dit tegenwerken, dát is pas revisionisme.
Onvermijdelijkheid als wapen
De onvermijdelijkheid hiervan is een hulpmiddel om andere landen te overtuigen dat pogingen om China te stoppen tegen hun ‘objectieve’ belangen in gaat. Dat zit bijvoorbeeld achter claims dat oproepen van europarlementariërs om weg te lopen van de inhoudelijk tegenvallende investeringsovereenkomst Europa loze dreigementen zijn.
China probeert minder afhankelijk van de VS te worden en tegelijkertijd de rest van de wereld meer afhankelijkheid van China te maken. Het chaotische Belt and Road-initiatief is geen geheim plan voor werelddominantie. Maar het helpt met de Chinese economische aantrekkingskracht de ‘onvermijdelijkheid’ tot realiteit te maken.
Onvermijdelijkheid kan er ook heel praktisch uitzien. De Zuid-Chinese Zee is niet alleen een voorbeeld van gebroken beloftes, maar ook van de manier waarop Peking hoopt dat andere landen simpelweg opgeven gezien de Chinese overmacht.
China mag misschien niet zo’n actieve missionaris zijn als de VS, maar het probeert wel degelijk zijn ‘wijsheid’ te delen met de wereld. Steeds luider verkondigen Chinese beleidsmakers zoals Yáng Jiéchí (杨洁篪) de bijdragen van het Chinese systeem aan de wereld.
Het Chinese charmeoffensief richt zich vooral op landen buiten het Westen. Hiervoor biedt de Partij actief briefings aan, en het probeert buitenlandse leiders te overtuigen van het Chinese systeem. De boodschap is simpel: het Chinese systeem zal zegevieren, je kunt niet meer om China heen.
Conclusie: ideologische strijd is al aan de gang
Veel stukken wijzen al terecht op de invloed van het Chinese etno-nationalisme. Wat Peking betreft is het herstel van China’s dominantie slechts het ongedaan maken van een historische onrechtvaardigheid en het herstel van de dominantie positie die het als moreel superieur land toekomt. Maar om te begrijpen hoe de CPC dit ziet, kunnen we de erfenis van het maoïsme niet negeren.
Weiss Chen heeft gelijk dat we niet het absolute alles-of-niet van de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog hoeven te verwachten. Maar het geloof in de eigen superioriteit en de onvermijdelijkheid van de toekomstige eigen dominantie zijn wel slecht nieuws voor het op regels gebaseerde internationale systeem.
De genocide op de Oeigoeren, de onderdrukking van Hong Kong, de mishandelde Vietnamese en Filipijnse vissers, en de niet-aflatende stroom van gevangen mensenrechtenverdedigers laten zien hoe afschuwelijk de consequenties zijn voor groepen die in de weg staan. De Nederlandse veiligheidsdienst is niet de enige die cyberoffensieven ziet.
Deze arrogante houding roept weerstand op en maakt het moeilijk voor de Chinese leiders om te begrijpen hoe de rest van de wereld China werkelijk ziet. Peking zal zich dus vaker in de voet schieten. Er valt inderdaad wat te zeggen om de Partij haar eigen gat te laten graven.
Maar de stemresultaten in de VN-mensenrechtenraad laten zien dat de ideologische strijd niet zonder succes is. Het Westen is een numerieke minderheid. Pogingen om internationaal recht te herinterpreteren gaan door. De groeiende Chinese macht in de Indo-Pacific valt ook niet meer te ontkennen. Als Peking de regio militair en economisch domineert, dan doet het er niet meer toe of de buren het leuk vinden of niet.
Peking is nu al zo agressief terwijl het nog gelooft dat het tij van de geschiedenis aan haar kant staat. Maar eens zal de relatieve groei stoppen. Dan zal de Partij gebruik willen maken van de voorsprong die het heeft om haar uitstaande strategische doelen zoveel mogelijk te bereiken. Wanneer de partijkaders beginnen te geloven dat het verstrijken van de tijd niet langer met China is, dan moeten we echt ons hart vasthouden.