Mijn laatste week in Singapore voordat ik mijn plek als promovendus daar verruilde voor de positie van werkzoekende in Nederland (neem mij aan!), moest ik – behalve proefschriftschrijven, afscheid nemen en inpakken – ook ineens de media te woord staan over de spanningen rondom het bezoek aan Taiwan van voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden Nancy Pelosi. Van krant tot radio tot televisie, mijn boodschap was steeds: het wordt niet zomaar oorlog en wat we zien is een bewuste Chinese poging om de geloofwaardigheid van Pekings dreigementen te herstellen.
Ik ben niet gelijk op mijn blog gaan analyseren. Naast dat ik druk was, wilde ik ook de heibel eerst even laten bezinken. Bovendien moesten we nog maar zien welke stappen Peking had voorbereid. Met de raketten gelanceerd en een heus nieuw ‘witboek’ gepubliceerd, is duidelijk dat China weer eventjes klaar is. Ik kijk terug en stel: Pekings dreigementen hebben niet het gewenste effect gehad. De afgenomen Chinese bereidheid ambiguïteit te accepteren zorgt dat Pekings virtuele werkelijkheid – waarin Taiwan onderdeel zou zijn van de Volksrepubliek – steeds harder botst met de realiteit van Taiwanese onafhankelijkheid. Pekings Taiwanbeleid is onhoudbaar. Na het Nationaal Partijcongres van 16 oktober kan dit gevaarlijk worden.
Zoals analisten in mijn draad der draden over het Pelosi-bezoek op Twitter ook al stelden, de goed geplande militaire oefeningen van China na het bezoek van Pelosi maakten duidelijk dat deze acties al lang voorbereid waren. Peking koos dit moment bewust uit om een punt te maken. Op 10 augustus al verscheen een nieuw witboek (白皮书 bái pí shū) over Taiwan. Genaamd ‘The Taiwan Question and China’s Reunification in the New Era’ (台湾问题与新时代中国统一事业), is dit document nog maar het derde witboek over Taiwan sinds 1993 en 2000. De compilatie van zulke teksten is niet zomaar klaar en moet al een tijd bezig zijn geweest. De bureaucratie moet nu aan de gang deze nieuwe mijlpaal om te zetten in concreet beleid.
Als een goede pekingoloog ga je kijken wat nieuw is in vergelijking met de eerdere stukken en wat verdwenen is. Zo lijkt men lessen te hebben getrokken uit Hong Kong en is ruimte voor autonomie verdwenen: het stuk noemt niet langer dat Taiwan eigen strijdkrachten zou mogen behouden en benadrukt dat alleen betrouwbare personen het bestuur zullen vormen. „All Taiwan compatriots who support reunification of the country and rejuvenation of the nation will be the masters of the region” (所有拥护祖国统一、民族复兴的台湾同胞将在台湾真正当家作主). „One Country is the precondition and foundation of Two Systems; Two Systems is subordinate to and derives from One Country” (“一国”是实行“两制”的前提和基础,“两制”从属和派生于“一国”并统一于“一国”之内。). Wanneer de vaker agressieve Chinese ambassadeur in Frankrijk Lú Shāyě (卢沙野) zegt dat de verkeerde Taiwanezen ‘heropvoeding’ (再教育 zài jiào yù) te wachten staat, dan geeft dat aan hoe we deze plannen moeten zien. De belofte van gedeeltelijk zeggenschap en de kans om te delen in de glorie van de grootse herrijzenis van het Chinese ras zijn niet aantrekkelijk voor de Taiwanezen, die gewend zijn eigen baas te zijn en waar Chinees nationalisme geen serieuze weerklank vindt.
Het eerste deel van het witboek vat de door China verdraaide geschiedenis van Taiwan samen. Men liegt over de geschiedenis van Taiwan voor de Qing-dynastie als eerste Chinese staat het eiland veroverde. Men liegt over de betekenis van de VN-resoluties waarmee de Volksrepubliek slechts de Chinese zetel kreeg toegewezen en die met opzet de status van Taiwan niet noemden. Men liegt over de internationale acceptatie van Pekings eigen één-Chinaprincipe, dat anders is dan elk lands eigen één-Chinabeleid. Er is geen enkele ruimte voor de Taiwanese perspectieven. Al een tijdje spreekt men over het nieuwe ‘Comprehensive Plan for Resolving the Taiwan Problem in the New Era’ (新时代党解决台湾问题的总体方略) en het is aan te nemen dat dit Plan tijdens het aankomende Partijcongres ingekleurd gaat worden. Dan is het zorgelijk dat het witboek dat dient als gids voor nieuw Taiwanbeleid niet in staat is de Taiwanese realiteit te noemen.
Zoals ik elders al gedetailleerder heb beschreven, beschouwen de Taiwanezen zich als onafhankelijk en heeft men – los van culturele en economische banden – geen interesse in politieke verbintenis met China. Daarnaast hebben de vergeldingsdreigementen geen afdoende effect gehad. Taiwans interactie met de democratische wereld gaat door. Hoewel Amerikaanse congresleden Taiwan al regelmatig bezochten, is er nu wel een nieuw record bereikt. Een Franse delegatie en het zoveelste Litouwse bezoek maken duidelijk dat dit niet op zichzelf staat. Een Taiwanese vertegenwoordiger zal de staatsbegrafenis van de vermoorde Abe Shinzō (安倍 晋三) bijwonen. De steeds normalere Amerikaanse wapenverkopen aan Taiwan gaan ook rustig verder. Juist door het spel zo hoog te spelen, heeft Peking bepaalde landen en politici gedwongen om te laten zien dan ze niet zwichten voor Chinese druk.
Op Taiwan is men nu vooral bezig met de aanstaande lokale verkiezingen van 26 november. Chinese pogingen om met economische sancties de DPP-achterban te schaden spelen daarbij lang niet zo’n grote rol als de inflatie die overal op de wereld toeslaat. Daarnaast zijn er ook weer de gebruikelijke lokale politieke schandalen die Taiwans levendige democratie kenmerken. De uitkomst van deze verkiezingen zal worden gezien als voorteken voor de landelijke verkiezingen van 2024. Dat jaar gaat niet alleen president Biden op voor herverkiezing, maar moet ook de gematigde president Tsai Ing-wen (蔡英文 Cài Yīngwén) na twee termijnen het veld ruimen. De vraag is of haar opvolger als DPP-voorzitter de door facties geplaagde partij net zo goed bij elkaar kan houden. Als de partij aan de macht kan blijven, speelt ook nog dat Tsai’s opvolger waarschijnlijk meer uitgesproken pro-formele-onafhankelijkheid zal zijn.
Hoewel de oppositie, de vaak Peking-vriendelijke(re) Chinese Nationalistische Partij (KMT), het slecht doet in de landelijke peilingen, zijn Taiwans lokale verkiezingen altijd weer net wat meer op lokale zaken gericht. In 2018 won de KMT nog 15 van de 22 burgemeesterposities. De DPP heeft om personele redenen ook wat pech dit jaar. Maar de Chinese Communistische Partij (CCP) kan de DPP te hulp komen als het tijdens het Partijcongres met drastische taal de campagne van Tsai helpt, net zoals president Xí Jìnpíng (习近平) dat deed voor de landelijke verkiezingen van 2020. Nogmaals een KMT-verlies na 2020 zal in Peking de partijkaders niet hoopvol doen stemmen over de kansen van de ‘patriottische’ krachten in 2024.
Er zijn ondertussen grote verwachtingen geschapen in China zelf door (i) de retoriek over de opkomst van China en de vermeende neergang van het westen (东升西降 dōng shēng, xī jiàng) tijdens deze Epochale Omwenteling van Trump, pandemie, Afghanistanafgang en Oekraïne-‘crisis’, (ii) het zogenaamde Chinese militaire succes van de oefeningen na het bezoek van Pelosi, (iii) continue verhalen over hoe slecht het gaat met Taiwan en (iv) het nieuwe Witboek en het ‘Comprehensive Plan’. Het Partijcongres zal hier iets mee doen. Maar de partijorthodoxie én de afnemende ruimte voor kritische geluiden in het Nieuwe Tijdperk van Xi staan de beleidsmakers niet toe te proberen echt bestaande Taiwanezen aan te spreken. In plaats daarvan kan men slechts doen alsof ‘de massa van Taiwanese medeburgers’ (广大台湾同胞 guǎngdà táiwān tóngbāo) alleen maar dankzij hersenspoeling niet net zo open staat voor een Chinese overname als de Oekraïeners die we natuurlijk massaal op straat zagen dansen uit blijdschap toen de Russen ze kwamen bevrijden.
De maoïstische fictie dat in Taiwan slechts een ‘extreem kleine minderheid’ (极少数 jí shǎo shù) met hulp van ‘buitenlandse krachten’ onafhankelijkheid zou steunen, botst steeds harder op tegen de realiteit. Ik lees tegenwoordig vaker over ongeduld met ‘delen’ van de KMT en Taiwanezen die maar niet hun Chinese patriottische plicht willen doen. De realiteit is, dat het slechts een ‘extreem kleine minderheid’ is, die met de Volksrepubliek samen wil. Grote stappen volgend op het Partijcongres op basis van de Chinese fictie zullen in eerste plaats de Taiwanese vijandigheid nog verder versterken, zoals de militaire dreigementen dat al gedaan hebben. Maar de verbolgen reacties van Chinese nationalisten op de onmacht om het bezoek van Pelosi te voorkomen maken duidelijk dat de werkelijke situatie voor Chinezen steeds moeilijker te ontkennen is én moeilijker te accepteren.
Taiwan heeft zich heel lang vreedzaam kunnen ontwikkelen, democratiseren en normaliseren dankzij de ambiguïteit die hing boven de wateren van de Straat. Het was gunstig voor Taipei om die mist niet te veel doen opklaren. Bovendien heeft het land ook nog tijd nodig om de verdediging op orde te krijgen. Dit is de reden voor Tsai’s behoedzame Chinabeleid en werd gezien als een welkom contrast met haar onstuimige DPP-voorganger Chen Shui-bian (陳水扁 Chén Shuǐbiǎn, 2000–8). Maar de mist trekt al langzaam op. Met elk voorbijgaand jaar zijn er meer Taiwanezen én buitenlanders die de onafhankelijkheid als natuurlijk beschouwen. Na de Russische invasie van Oekraïne en de groeiende Chinese dreiging lijkt Taipei ook meer een meer van oordeel dat grotere zichtbaarheid en explicietere steun nu in het belang van Taiwan zijn.
Het Chinese Taiwanbeleid is gebaseerd op onjuiste geschiedenis en het negeren van de werkelijke meningen van de Taiwanese bevolking. De afwezigheid van oprechte pogingen om de Taiwanezen over te halen en de continue nadruk op de economische en militaire onvermijdelijkheid van ‘hereniging’ is bewijs van marxistisch-materialistische onbuigzaamheid die verwacht, dat de andere kant wel op zal moeten geven, net zoals de Britten zonder al te veel tegenslag Hong Kong overdroegen. Maar in tegenstelling tot Hong Kong is Taiwan wel degelijk verdedigbaar en heeft een bevolking die in overweldigende meerderheid een eigen nationale identiteit heeft.
Peking lijkt ook het geduld te verliezen met de ambiguïteit die de lieve vrede altijd heeft bewaard. Dat dwingt een confrontatie met de onjuiste aannames waarop zijn Chinabeleid is gebaseerd. De meeste landen hebben een één-Chinabeleid omdat ze daartoe gedwongen zijn, niet uit oprecht gevoeld geloof in het één-Chinaprincipe. De Taiwanezen hebben ook geen trek in China’s verhaal. Oekraïens president Volodymyr Zelensky vertelde Rusland eerder deze week de onmogelijkheid van economisch materialistisch determinisme: „zonder gas of zonder jou? zonder jou!”. De Taiwanezen zijn net zo min over te halen op basis van economische argumenten. De afschrikkende werking van de Chinese dreigementen hebben niet de benodigde geloofwaardigheid gewonnen. Het gevaar bestaat dat Peking zal escaleren om te proberen dit alsnog te doen. Maar de fictie waarop het Chinese beleid is gebaseerd, is niet te overschreeuwen. De werkelijkheid zal openlijk geconfronteerd moeten worden. De vraag blijft of de CCP dit aankan zonder binnenlandse dwang tot het nemen van kinetische maatregelen te voelen.