Tag: united states

  • Biden’s steun voor zelfbeschikking is belangrijkste deel van zijn recente Taiwanuitspraken

    Voor de vierde keer heeft de Amerikaanse president Joe Biden „ja” geantwoord op de vraag of de Verenigde Staten militair betrokken zouden zijn bij een Chinese aanval op Taiwan. In gesprek met CBS’ Scott Pelley had Biden in 60 Minutes de volgende uitwisseling:

    “But would U.S. forces defend the island?” Pelley asked.

    “Yes, if in fact there was an unprecedented attack,” Mr. Biden said.

    “So unlike Ukraine, to be clear, sir,” Pelley said, “U.S. forces, U.S. men and women would defend Taiwan in the event of a Chinese invasion?”

    “Yes,” the president said.

    Biden tells 60 Minutes U.S. troops would defend Taiwan, but White House says this is not official U.S. policy

    De kop stelt dat het Witte Huis gelijk weer met een ‘walkback’ van de opmerkingen kwam. Maar de Amerikaanse veiligheidsfunctionaris Kurt Campbell ontkent dat expliciet. Als de hoogste Amerikaanse leider zulke dingen blijft herhalen, en als zijn adviseurs blijven zeggen dat het Amerikaanse één-Chinabeleid onveranderd is, dan moeten we misschien maar eens ophouden met doen alsof het versprekingen zijn van een seniele bejaarde. Hoe staat het nu met de ‘status quo’?

    Het beleid van de betrokken partijen ten opzichte van de betrekkingen in de Straat van Taiwan heeft verschillende namen. Peking heeft een eigen één-Chinaprincipe (一中原则 yī zhōng yuánzé) en doet alsof anderen dat erkennen. Taipei spreekt over de ‘status quo’ (現狀 xiànzhuàng). Amerika heeft een eigen één-Chinabeleid. Het beleid van géén van deze partijen is constant gebleven. Nogal wiedes. Tijden veranderen en de ontwikkelingen binnen de betrokken landen gaan ook door. Dat Peking de militaire, economische, diplomatieke en juridische druk op Taiwan steeds verder opvoert onder het groeiende etno-nationalisme van president Xí Jìnpíng (习近平) is een verandering van de status quo. Een Taiwan dat onder president Tsai Ing-wen (蔡英文 Cài Yīngwén) meer normaliseert als al-onafhankelijke Republiek China (ROC) verhoudt zich heel anders tot ‘China’ dan voorheen. We hebben allemaal de Amerikaanse ommezwaai sinds 2016 kunnen volgen.

    Het alomtegenwoordige salamisnijden aan de geliefde status quo die alle partijen zeggen te willen beschermen moet je beoordelen op basis van de relatieve verandering ten opzichte van de beweging van de natuurlijke ontwikkeling van de tijd; en op basis van het doel van het bewaren van de regionale vrede en de vrijheid van de Taiwanezen. Als we de uitspraak van Biden bekijken, dan blijkt het hier om wel een erg dun plakje salami te gaan. Met de huidige temperatuur slaat de inflatie ook bij deze slager toe.

    Een zorg onder sommige oudgedienden is dat een Amerikaanse belofte van gegarandeerde steun aan Taiwan te risicovol is. Dat beëindigt namelijk de ‘strategische ambiguïteit’. Onduidelijkheid wegnemen over hoe Washington zou reageren in het geval van oorlog tussen China en Taiwan, zou Peking tot escalatie kunnen bewegen en Taipei een prikkel ontnemen om niet roekeloos de formele onafhankelijkheid uit te roepen.

    Los van het feit dat we nu elders zien dat sommige escalatieroepers soms te makkelijk voorbijgaan aan wat autoritaire leiders nu werkelijk tot ‘escalatie’ beweegt, negeert de focus op de inbindende werking van strategische ambiguïteit op Taipei ook, hoe de wereld daar is veranderd sinds de Koude Oorlog-dromen van herovering van China onder de dictator Chiang Kai-shek (蔣介石 Jiǎng Jièshí). De genoemde normalisering van Taiwan als ROC als al onafhankelijk land maakt, dat de Taiwanese visie op de status quo formele uitroeping niet zo dringend maakt. Dat verlegt de focus op beschermen van wat je al hebt, in plaats van terugveroveren van wat je hebt verloren. Roekeloosheid is dan gevaarlijk.

    Bovendien is Amerika’s strategische ambiguïteit ook niet zo ambigu meer wat Peking betreft. De Amerikaanse Chinadeskundige Lukas Filler stelt, dat Chinese beleidsmakers er toch al vanuit gaan dat de VS betrokken zullen zijn. Militaire oefeningen en aankopen zijn gebaseerd op zulke scenarios. Deze recente uitspraak voegt weinig toe aan die afweging. De echte risico’s liggen elders. Bonnie Glaser merkt terecht op dat de VS moet zorgen de capaciteiten te hebben de beloftes na te komen die Biden maakt.

    Veel interessanter is, dat Biden bij CBS tussen neus en lippen door zegt dat onafhankelijkheid aan de Taiwanezen is: „Taiwan makes their own judgments about their independence.” Dat is een erkenning van zelfbeschikkingsrecht die gevoelig zal liggen in Peking. Volgens de nogal 19e-eeuwse visie op ras en etniciteit daar komt zelfbeschikking enkel toe aan ‘echte’ volkeren. Taiwanese medeburgers zijn gewoon onderdeel van één biologisch, onveranderbaar Chinees Volk. Zoals men uitentreuren blijft herhalen, „Taiwan is het schateiland van het Moederland, is het Taiwan van het 23-miljoen-Taiwanese-medeburgers-bevattende gehele Chinese Volk. De toekomst van Taiwan wordt samen beslist door het gehele Chinese Volk.” (台湾是祖国的宝岛,是包括2300万台湾同胞在内的全体中国人民的台湾,台湾的前途由全体中国人民共同决定。)

    Het Amerikaanse één-Chinabeleid spreekt nog over „de Chinezen aan beide kanten van de Straat [van Taiwan]”. Dat Biden openlijk toe zou kunnen geven er dat er een Taiwanese polis is, die over de eigen toekomst mag beslissen, is veel belangrijker. Niet alleen voor de mate van de verwachte Amerikaanse betrokkenheid bij een oorlog, maar ook voor het salamisnijden op de kortere termijn.

    Ook in Taiwannieuws vandaag.
  • Minister Hoekstra treft Chinese collega in Bali en ander G20 nieuws

    De G20 komt dit jaar bijeen in het Indonesische Bali. Nederland mag als speciaal genodigde meedoen. De top van regeringsleiders in november wordt nog een hele toer, gezien de onwil van veel democratische leiders om naast Poetin te zitten. De bijeenkomst van ministers van buitenlandse zaken afgelopen week was iets minder problematisch. Onze minister van buitenlandse zaken Wopke Hoekstra was in Zuidoost-Azië, en net als zijn collega’s heeft ook hij een hele boel ontmoetingen. Eén daarvan was met zijn Chinese tegenhanger Wáng Yì (王毅).

    In tegenstelling tot de Nederlandse is de Chinese minister van buitenlandse zaken niet de belangrijke diplomaat van het land. Dat is de directeur van het Kantoor van de Commissie voor Buitenlandsezakenwerk van het Centraal Comité van de Chinese Communistische Partij Yáng Jiéchí (杨洁篪). Maar als ik mijn database van China’s diplomatieke interacties er op na sla, dan moge het duidelijk zijn dat Nederland voor deze belangrijke man niet belangrijk genoeg is.

    Minister Wang is vanuit Chinees perspectief al heel wat voor het kleine Nederland. Maar dat wil niet zeggen dat men daar geen belang hecht aan de positie van Den Haag, gezien ons economisch en technologisch belang (denk: Rotterdam, ASML) en de Nederlandse invloed in Brussel. We hebben niet veel om na te gaan wat er werd besproken tijdens het treffen – Buitenlandse Zaken heeft nog geen persbericht uitgegeven en de Nederlandse pers schreef er ook niet over. We hebben wel een ‘read-out’ van het Chinese ministerie ().

    Wang haalt het in Nederland onopgemerkten gebleven 50-jarig jubileum van Chinees-Nederlandse betrekking op ambassadeursniveau aan. Peking wil graag werken met Nederland aan het behouden van de ‘juiste richting’ in de bilaterale relatie. Net als elke relatie heeft ook die met Nederland een vaste frase die de partijstaatbureaucratie de aanstuurt: ‘open en pragmatische alomvattende samenwerkingspartnerschapsrelatie’ (开放务实的全面合作伙伴关系 kāifàng wùshí de quánmiàn hézuò huǒbàn guānxì). Open in plaats van ‘protectionistisch’, pragmatisch over de ‘systeemverschillen’, alle onderwerpen omvattend en een partnerschap omdat dat win-win samenwerking voorstaat in plaats van de antagonistische bondgenootschappen van de VS.

    Hoekstra (voor wie het zich afvroeg: 胡克斯特拉 hú kè sī tè lā) wordt geciteerd met lof voor de door Wang aangehaalde analogie van Xí Jìnpíng (习近平) dat het tegen de trend van de geschiedenis in zou gaan om de zee van de wereldeconomie te laten opdrogen tot kleine geïsoleerde meren en rivieren. Uit het aanhalen van de economische wetten en het risico voor het post-pandemische herstel laat Wang de Chinese zorgen zien over de Europese heroverweging van de economische afhankelijkheid van China en de sancties tegen Rusland n.a.v. de invasie van Oekraïne. Daarover spreekt men ook:

    The two sides exchanged views on the Ukraine issue. Hoekstra said that the Russia-Ukraine conflict has affected the whole world. The Netherlands advocates upholding multilateralism and expects China to play an important role. Wang Yi said that all parties at the G20 Foreign Ministers’ Meeting called for a ceasefire and cessation of hostilities as soon as possible. China will continue to adhere to promoting peace talks, and support the EU in playing a constructive role in finding practical and feasible solutions.

    Wang Yi Meets with Dutch Deputy Prime Minister and Foreign Minister Wopke Hoekstra

    Verdere ontmoetingen

    Naast de belangrijke top met Hoekstra dàchén had Wang ook nog enkele gesprekken met minder belangrijke landjes als India en de VS, alsmede het door Peking onder druk gezette Australië. Tijdens de ontmoeting met zijn Indiase collega Jaishankar produceert Wang Pekings ‘Drie Zorgen’ over Oekraïne, een duidelijke poging om het Mondiale Zuiden los te weken van de ‘Westerse’ democratisch coalitie. Peking is vooral tegen dingen:

    1. [tegen democratische blokvorming:] ‘China opposes exploiting the situation to incite Cold War mentality, hype up bloc confrontation, and create a “new Cold War”.’
    2. [tegen vergelijkingen van Taiwan met Oekraïne:] ‘China opposes undermining China’s sovereignty and territorial integrity by applying double standards.’
    3. [tegen sancties:] ‘China opposes undermining other countries’ legitimate rights to development.’

    Blijkbaar heeft men geen Zorgen over de Oekraïense soevereiniteit – gegarandeerd tussen Peking en Kyiv in 2013 – en het lijden van de burgerbevolking.

    De andere landen kregen ook lijstjes. De nieuwe Australische minister van buitenlandse zaken Penny Wong kreeg vier eisen:

    1. ‘stick to regarding China as a partner rather than a rival’
    2. [stop met kritiek:] ‘stick to the way we get along with each other, which features seeking common ground while reserving differences’
    3. [stop met Quad, AUKUS, NAVO:] ‘stick to not targeting any third party or being controlled by any third party’
    4. [sensibiliseer de publieke opinie:] ‘stick to building positive and pragmatic social foundations and public support’

    De Verenigde Staten kregen niet één lijst met eisen, maar werden geconfronteerd met vier lijsten waarvan we de inhoud niet kennen:

    1. ‘the list of US wrongdoings that must stop’
    2. ‘the list of key individual cases that the US must resolve’
    3. ‘the list of Acts in the 117th Congress of high concern to China’
    4. ‘the list of cooperation proposals in eight areas’

    Pekings neiging om op hoge toon gedragsveranderingen eisen terwijl het niet in staat is toe te geven dat er fundamentele meningsverschillen en belangenconflicten zijn, is contraproductief. De Australische premier Albanese heeft al gezegd dat het land niet toegeeft aan eisen. Het Amerikaanse congres, de Australische publieke opinie, Nederlandse en Europese veiligheidsbelangen in Oekraïne en de zorgen van veel landen over de toekomst van Taiwan staan op zichzelf en kunnen niet per decreet door het Witte Huis opzij geschoven worden. Het Chinese publieke offensief in het Mondiale Zuiden zou echter in vruchtbaardere bodem kunnen vallen.

  • Achtergrond bij Bidens opmerking over Amerikaanse steun in geval van Chinese invasie van Taiwan

    President Joe Biden is momenteel in Japan, waar de Verenigde Staten de Indo-Pacific Economic Framework (IPEF) lanceren. Dit alternatief voor het door Donald Trump en Hillary Clinton getorpedeerde Trans-Pacific Partnership (TPP) moet een antwoord zijn op de vraag uit de regio om nu eindelijk ook te leveren op economisch vlak. Het is een belangrijk moment – onder andere minister-president Lee Hsien Loong van Singapore zei interessante dingen in een interview met Nikkei – maar werd overschaduwd in de internationale pers door een opmerking van Biden over Amerika’s reactie op een mogelijke Chinese invasie van Taiwan.

    Gevraagd door een verslaggever of de Verenigde Staten in tegenstelling tot nu met Oekraïne wel „bereid zouden zijn om militair betrokken te raken om Taiwan te verdedigen” („willing to get involved militarily to defend Taiwan”) antwoordde de Amerikaanse president: „yes” en bevestigde „that is the commitment we made”. Amerika heeft echter nooit zo’n toezegging gedaan. Het Witte Huis stelde gelijk dat het Amerikaanse Taiwan-beleid onveranderd is, maar ontkende niet expliciet de ‘yes’.

    Dit is niet de eerste keer dat Biden zulke opmerkingen heeft gemaakt. Tijdens een ‘town hall’ van CNN in oktober 2021 zei hij ook al ja op een soortgelijke vraag. Dat was niet de enige keer. Elke keer vertellen medewerkers vervolgens dat het standpunt van de VS onveranderd is. Het is nu de vraag wat dit bekent voor het Amerikaanse beleid van ‘strategische ambiguïteit’. Biden zei de volgende dag in ieder geval al dat dit niet is veranderd. Een soortgelijke opmerking van toenmalig president George Bush in 2001 leidde niet tot formele beleidsverandering.

    Taiwan is een complexe zaak. Ik heb een heel stuk gewijd aan de verschillen tussen Pekings één-Chinaprincipe en het één-Chinabeleid dat andere landen hebben. Dat van Washington is extra complex. Het Amerikaanse één-Chinabeleid bestaat uit de Drie Gezamenlijke Communiqués van China en de VS, de Zes Verzekeringen van de VS aan Taiwan, en de Taiwan Relations Act (TRA). Deze laatste wet werd aangenomen door het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden nadat president Carter de formele diplomatieke banden met Taipei verbrak. Wat betreft de status van Taiwan stelt de VS slechts dat het Amerikaanse standpunt over de soevereiniteit van Taiwan niet is veranderd (sic) en dat het „waarneemt dat alle Chinezen [sic] aan beide kanten van de Straat [van Taiwan]” vinden dat Taiwan onderdeel van China is.

    Naast het regelen van de onofficiële diplomatieke betrekkingen tussen de VS en Taiwan, stelt de TRA ook dat de Amerikaanse regering Taiwan in staat moet stellen zichzelf te verdedigen. De Zes Verzekeringen stellen dat Washington geen einddatum heeft voor wapenleveranties aan Taiwan en ze niet met China bespreekt. Daarnaast stellen interne documenten vrijgegeven onder president Trump dat de toezegging in het derde communiqué met China over wapenverkoop aan Taiwan om de leveringen af te bouwen voorwaardelijk was op Pekings vreedzame intenties. Dat alles met elkaar vormt de Amerikaanse rechtvaardiging van het verkopen van militaire goederen aan Taiwan.

    Het bovenstaande zegt niks over directe Amerikaanse militaire steun aan Taiwan in het geval van een Chinese invasie. Het verdragsbondgenootschap tussen de Verenigde Staten en de Republiek China (Taiwan) kwam ten einde toen Washington formele betrekkingen aanging met de Volksrepubliek China per 1 januari 1979. In plaats is daarvoor een beleid van ‘strategic ambiguity’ gekomen. Dit houdt in, dat de VS niet zeggen of ze wel of niet in zouden grijpen bij strijd tussen beide partijen. De bedoeling was om zowel Peking als Taipei van avonturen af te houden.

    Het beleid staat onder druk. De Chinese kant wil een belofte van non-interventie. Een groeiend kamp in Taipei en Washington ziet dat de noodzaak van sterkere toezeggingen om Peking af te schrikken en vindt de gedachte dat Taipei ingehouden moet worden badinerend. Het is in de context van dit debat dat de woorden van Biden zoveel aandacht trekken. Is zijn belofte een verzwakking van de ambiguïteit?

    Dat hangt af van een aantal factoren. De eerste zijn de ‘walk-backs’ van Witte Huis na wat sommigen zien als ‘gaffes’ van Biden. Zolang er geen formele wijziging komt in de beleidsdocumenten, blijft het vaag. Dat is ook het tweede punt: Bidens opmerkingen zijn niet heel concreet en komen als antwoorden op vragen. In dit geval sprak de verslaggever over ‘militaire betrokkenheid’. Dat kan vele vormen aannemen. Je kunt ook stellen dat de wapenleveranties, trainingen, en inlichtingen van de VS ‘militaire betrokkenheid’ om Oekraïne te verdedigen vormen.

    Waarom zou Biden dit doen? Het makkelijkste antwoord is dat dit zijn werkelijke mening is. Dat hij Oekraïne noemt als verzwarende reden, geeft aan dat de recente geopolitieke ontwikkelingen wat hem betreft ook implicaties voor het Taiwanbeleid hebben. Voor Taipei is dat geruststellend, aangezien Biden in ieder geval tot januari 2025 degene is die uiteindelijk beslist welke kant de ambiguïteit uitvalt mocht een Chinese invasie plaatsvinden. Dan blijft nog wel de vraag, hoe gebonden zijn opvolger zou zijn aan deze opmerkingen. Columnist Hal Brands heeft een punt, als hij zegt dat het probleem niet de al verwachte Amerikaanse toewijding is, maar de Amerikaanse vaardigheden om überhaupt in te kunnen grijpen. Op beloftes moeten concrete acties volgen om het beleid voeten te geven.

    Daarnaast zou ook mee kunnen spelen dat uit peilingen blijkt dat de Amerikaanse non-interventie in Oekraïne na de Russische invasie onder Taiwanezen het vertrouwen dat de VS te hulp zullen schieten is ingestort. Het is ook koren op de molen van de Chinese propaganda, die altijd heeft beweerd dat Amerika slechts Taiwan chanteert om zuurverdiend belastinggeld uit te geven aan het eigen militair-industrieel complex en geen vinger uit zal steken wanneer de Chinese overmacht besluit ‘het Taiwan-probleem’ voor eens en altijd ‘op te lossen’. Misschien vindt Biden het nodig om hier wat te corrigeren.

    De context is namelijk één van groeiende frustratie in Washington over de continue misrepresentatie van Peking van het Amerikaanse één-Chinabeleid. Al verschillende keren heeft het Department of State het Chinese ministerie van buitenlandse zaken gecorrigeerd, wanneer de laatste weer eens (opzettelijk) het eigen Principe met Amerika’s Beleid verwart. Hierop reageerde woordvoer Huà Chūnyíng (华春莹) afgelopen avond met een serie tweets die logen over vermeende Amerikaanse steun voor het Principe en valselijk deden alsof de VN-resoluties uit 1971 over de zetel van China deze ook onderschreven. Het is duidelijk dat ook Peking probeert de ambiguïteit uit de wereld te helpen. Echter (net als wanneer het doet, alsof het beter weet dan de Europese Unie hoe de top van 1 april ging) kan het averechts uitpakken.

    Wat betreft de gevolgen van deze uitspraak, hij past in een trend van langzaam toenemende Amerikaanse steun voor Taiwan. De Chinezen hebben op zich wel een punt als ze klagen over ‘salamitactieken’. De reactie van woordvoerder Wāng Wénbīn (汪文斌) herhaalde de gebruikelijke opgeblazen taal over interventie in binnenlandse aangelegenheden en de onbreekbare wil van 1,4 miljard Chinezen. Naast de gebruikelijke oproep aan de VS om het één-Chinaprincipe (sic) en de Drie Gezamenlijke Communiqués in acht te nemen, stelde Wang nu ook apart dat Amerika de „belangrijke toezegging” om ‘Taiwanese onafhankelijkheid’ niet te steunen in acht moet nemen (“恪守有关不支持‘台独’的重要承诺”), in lijn met de al opgemerkte recente pogingen van Peking om het Amerikaanse beleid in de gewenste richting te duwen. Aan het einde zegt hij ook nog dat China de noodzakelijke maatregelen zal nemen om de soevereiniteit en veiligheidsbelangen te beschermen (“中方必将采取坚定行动,维护自身主权和安全利益,我们说到做到。”). In reactie op een vraag over de beschuldiging van het State Department dat China het Amerikaanse één-Chinabeleid vertekent, antwoordde Wang tijdens dezelfde persconferentie dat Amerika het één-Chinaprincipe (sic) niet getrouw heeft uitgevoerd, vertekende de VN-resoluties uit 1971 en loog over Amerikaanse toezeggingen. Het Chinese Kantoor voor Taiwanzaken herhaalde de vaste klacht dat de VS „met vuur spelen” en loog dat het één-Chinaprincipe de hoeksteen van de VS-Chinabetrekkingen en de consensus van de internationale gemeenschap zou zijn.

    Gezien de meevallende aard van de opmerking van Biden verwacht ik geen al te grote gebaren. Misschien komt de Chinese luchtmacht weer langs in de Taiwanese luchtverdedigingszone (ADIZ). Maar de woordenstrijd tussen beide kampen over het Amerikaanse Taiwanbeleid neemt wel toe aan intensiteit. Dus (verbale) verrassingen zijn niet uit te sluiten.

    Draadje met de meest relevante berichtgeving.
  • Chinese nationalist schiet Taiwanees-Amerikaanse kerkganger dood

    Zondag 15 mei schoot de 68-jarige David Wenwei Chou (周文偉 Zhōu Wénwěi) één Taiwanees-Amerikaanse kerkganger dood en verwondde vijf anderen bij een aanval op de Irvine Taiwanese Presbyterian Church in Laguna Woods, Orange County, in de Amerikaanse staat Californië. Amerikaanse politie vond schrijfels in Chou’s auto waarin hij stelde dat Taiwan niet onafhankelijk van China moest zijn. De FBI onderzoekthate crime’. Deze aanval vond plaats tegen een achtergrond van haatdragende, soms gewelddadige Chinese retoriek tegen Taiwan en de overvloed aan wapens in een steeds chaotischere Verenigde Staten. Maar er is ook de erfenis van bloedige KMT-dictatuur. Gezien de complexiteit van de tragedie, wil ik in dit stuk wat achtergrond verschaffen.

    Er is enige verwarring onder Amerikaanse functionarissen en media over de achtergrond van de dader. Hij is echter geen ‘Chinese immigrant’. Volgens de pro-KMT UDN en de Taiwanese vertegenwoordiging in Los Angeles is Chou een ‘tweede-generatie waishengren’ die als klein kind van Taiwan naar de VS emigreerde. Zogeheten wàishěngrén (外省人, Buitenprovincialen) zijn de ~1 miljoen ‘Vastelanders’ die met het restant van de Chinese Nationalistische Partij (KMT) rond 1949 van het Chinese vasteland naar Taiwan zijn gekomen. Daar kwamen ze bij 6 miljoen Taiwanezen (本省人 běnshěngrén, Deze-provincie-alen).

    Tijdens de staat van beleg (戒嚴 jièyán) – de dictatuur die vanaf 1987 ten einde liep – deed de regering in Taipei alsof de Republiek China (ROC) het ‘echte’ China was. Deze periode begon met de moord op Taiwanese notabelen na het Incident van 28 Februari (二二八事件 èr èr bā shìjiàn) in 1947 en de Witte Terreur (白色恐怖 báisè kǒngbù). Hij werd gekenmerkt door de politieke, culturele en zakelijke dominantie van de wàishěngrén. Sommige Taiwanese běnshěngrén onafhankelijkheidstrijders beschrijven de partijstaat van de ROC-KMT daarom als een koloniaal regime. De elite van de zichzelf meestal als Chinees identificerende tweede generatie wàishěngrén groeide op in een tijd waarin ze, dankzij censuur en onderdrukking, binnen hun bubbel daarentegen konden leven als (bevoorrechte) Vrije Chinezen. De democratisering en Taiwanisering die daarop volgde, voelde voor deze groep vaak als aanval op hun identiteit en verworvenheden.

    Voor 9DASHLINE schreef ik, hoe in het hedendaagse Taiwan de binnenlandse spanningen zijn afgenomen, omdat de steeds ‘Taiwanesere’ en democratischere Republiek China voor de steeds ‘Taiwanesere’ en democratischere bevolking beter te accepteren is als de staat van Taiwan. De 20e-eeuwse geschiedenis van het eiland heeft echter wel geleid tot conflicten tussen de wàishěngrén en běnshěngrén. In mijn analyse van het publieke debat tijdens mijn promotieonderzoek kwam ik in 2008 nog zorgen tegen over ‘etnische spanningen’. Dat duidt niet op de gastarbeiders of bruiden uit Zuidoost-Azië, maar op de tegenstelling tussen Vastelanders en Taiwanezen.

    Deze inmiddels afnemende spanningen leven nog steeds in bepaalde uithoeken. Voor een deel van de oudere generaties in Taiwan zelf is het nog van essentieel belang. De angst van Vastelanders voor het verlies van hun superieure Chinese beschaving aan de Taiwanese ‘vulgariteit’ en herinneringen aan gevechten tussen straatgangs komen af en toe naar boven. Het leeft ook nog in de grote overzeese gemeenschap in de Verenigde Staten. Degenen die voor de democratisering uit Taiwan vertrokken, zitten soms nog vast in die tijd.

    Bejaarde elite-Vastelanders in/uit Taiwan zoals voormalig president Ma Ying-jeou (馬英九 Mǎ Yīngjiǔ) behoren vaak tot de minderheid die zich nog identificeert als Chinees. Op hun Taiwanese identificatiebewijzen en die van hun nakomelingen stond tot voor kort nog hun ‘plaats van oorsprong’ (籍貫 jíguàn) in China. Pas relatief recentelijk is er op Taiwanese paspoorten aan het verwarrende ‘Republic of China’ een groot TAIWAN toegevoegd. Tot 1979 erkende de VS de ROC ook nog als ‘China’. Daarnaast probeert de Volksrepubliek China (PRC) het één-Chinaprincipe aan de wereld op te dringen, met als gevolg dat sommige (onwetende) bureaucraten Taiwanezen ook als Chinees registreren. Alle die factoren kunnen verklaren waarom David Chou volgens de Amerikaanse autoriteiten een ‘Chinese immigrant’ was.

    Vastelander-Taiwanezen die decennia geleden naar de VS immigreerden, identificeren zich ook vaak als Chinees-Amerikaan. Voorbeeld is de bekende informaticus en AI-guru Kai-Fu Lee, voormalige baas van Google China en investeerder in de surveillancefirma’s die de Chinese genocide in Xinjiang mogelijk maken. Hij werd geboren in Taipei als zoon van Vastelander Li Tien-Min (李天民 Lǐ Tiānmín), historicus en parlementslid namens de Chinese provincie Sichuan in Chiang Kai-sheks Vrij-China-poppenkast, en immigreerde naar de VS in de jaren zeventig, toen de Taiwanese identiteit nog onderdrukt werd.

    Het doelwit van schutter Chou was juist onderdeel van de strijd tegen de dictatuur die voor deze onderdrukking zorgde. De Presbyteriaanse Kerk in Taiwan (臺灣基督長老敎會 tâi-oân ki-tok tiúⁿ-ló kàu-hoē) was een belangrijke speler in de strijd voor democratie en onafhankelijkheid in Taiwan. De bekendste bijdrage daaraan is de ‘Statement on our National Fate’ van 29 december 1971. De banden met de Taiwanese běnshěngrén-diaspora in de vrije VS waren belangrijk, zeker toen activisten nog in ballingschap moesten vluchten.

    Nieuwsorganisaties in Taiwan berichten dat Chou actief was als bestuurder van de afdeling in Las Vegas van de National Association for China’s Peaceful Unification ((美國)中國和平統一促進會, NACPU). Een foto van een NACPU-bijeenkomst voor de kandidaat van de KMT bij de presidentsverkiezingen van 2020, Han Kuo-yu (韓國瑜, Hán Guóyú), toont hem voor een spandoek die oproept tot het „snel en agressief uitroeien van onafhankelijkheidsduivels” (順勢速擊,迅猛滅獨妖!). AP beschrijft een eenzame man die gescheiden was van zijn vrouw. Voor zo iemand zou de haat richting de regerende Democratic Progressive Party (DPP) van president Tsai Ing-wen (蔡英文 Cài Yīngwén) en het zelfbeklag van de Vastelanders over de teloorgang van hun dominantie een verleidelijke afleiding zijn. De pro-KMT-media staat er vol mee.

    Maar dat hij betrokken lijkt bij de NACPU, is veelzeggend. Nog meer anti-Taiwanhaat komt namelijk uit China. Chinese sociale media en staatspers staat vol met agressie. Bovendien probeert de Chinese partijstaat via het Verenigd Front (United Front) ook Chinese (en Taiwanese, Tibetaanse, Oeigoerse) gemeenschappen buiten China onder controle te brengen. De vele takken van de China Peaceful Unification Promotion Society vormen een belangrijk mechanisme bij deze strijd. Ook in Nederland positioneert de Chinese ambassade deze groep als spin in het web van organisaties om de gemeenschap te controleren.

    Natuurlijk speelt de vrije beschikbaarheid van moordwapens in de VS een essentiële rol. We moeten daarnaast ook de erfenis van de KMT-dictatuur niet vergeten. In Taiwan zelf heeft het regime tienduizenden mensen geëxecuteerd en nog veel meer gevangengezet en gemarteld op basis van dezelfde ideologie die David Chou ook steunt. De Taiwanese gemeenschap in de VS is ook meermaals het slachtoffer geweest van moordaanslagen georganiseerd vanuit Taipei. Deze gewelddadige dictatuur is vanaf eind jaren tachtig stap voor stap ontmanteld. Inmiddels voelen de meeste Taiwanezen zich onafhankelijk. De Taiwanese kerken in de VS zijn trots op hun bijdrage aan dit feit.

    De haatdragende taal die Peking echter de wereld instuurt, is ook een probleem. Toen president Xí Jìnpíng (习近平) opriep Taiwanese onafhankelijkheid te „verpletteren” (粉骨碎身 fěn gǔ suì shēn), was er controverse over de agressie in dat spreekwoord. Maar Chinese woordvoerders schreeuwen al vanaf 1949 dat „het niet goed zal aflopen” met „verraders” die uiteindelijk hun verdiende straf zullen krijgen. Chinese sociale media zoals WeChat censureert alleen wat voor Peking politiek gevoelig is. Wat zich daar verder afspeelt, is een blinde vlek voor veel landen. Veel van de Chinese media waarin Mandarijn-sprekende mensen over de hele wereld zich mee omgeven, fulmineert dagelijks tegen Taiwanezen. Dit leidt tot genocidale oproepen online van Chinese nationalisten om het eiland Taiwan te behouden en niet de mensen (留岛,不留人). Ook voor een klein groepje Vastelanders met wrok houdt dit de oude moorddadigheid in leven, of radicaliseert hen zelfs. In dit geval met dodelijke afloop.

  • Zuidoost-Azië moet en wil iets met China en de Verenigde Staten

    Afgelopen vrijdag 13 mei werd alsnog de lang verwachte top gehouden tussen de Verenigde Staten en ASEAN, de regionale organisatie van de tien landen in Zuidoost-Azië: Brunei, Cambodja, de Filipijnen, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar, Singapore, Thailand, en Vietnam. Niet de hele regio was er. Timor-Leste mag niet lid worden, Myanmar staat in het verdomdenhoekje vanwege coup en burgeroorlog, en de Filipijnen waren druk met machtsoverdracht van gewelddadige populist Duterte naar dictatorszoon Marcos jr. Ook de ‘ASEAN handshake’ ontbrak vanwege het coronaprotocol. Maar toch was er dan een foto van de (meeste) regionale regeringsleiders naast president Biden voor het Witte Huis.

    Waar Europa tijdens de Koude Oorlog de frontlijn vormde tussen het Westerse blok en de Sovjetwereld, is Zuidoost-Azië waar China en de Verenigde Staten elkaar tegenkomen. We lezen vaak over China’s illegale irredentistische claims op de Zuid-Chinese Zee en de strubbelingen met de Filipijnen, Indonesië, Maleisië, Vietnam en de Verenigde Staten die daaruit voortkomen. Vanuit Chinees perspectief speelt ook nog mee dat Amerika militaire banden heeft met de Filipijnen, Singapore en Thailand. Ondertussen bouwt Peking zijn invloed in Cambodja en Laos uit. Elk land heeft bovendien ook te maken met de erfenis van inwoners van Chinese komaf.

    Net als in Europa, is ook in Zuidoost Azië de Amerikaanse militaire macht een aantrekkelijk tegengewicht voor het steeds sterker aanwezige China. De strategen in Washington zien de regio als belangrijk strijdtoneel om tegen Peking te balanceren. Ondertussen is China wel de belangrijkste economische partner. Dit leidt tot enige onrust en onvrede bij alle betrokken partijen. China besteedt veel aandacht aan de zuiderburen – de klassieke Chinese naam voor de regio is ‘de Zuidelijke Zeeën’ (南洋 nányáng), de Zuid-Chinese Zee wordt vaak afgekort tot Zuidzee (南海 nánhǎi); en de landgrenzen waren vroeger nogal poreus. De klachten onder de landen in de regio betrof altijd Amerikaanse verwaarlozing.

    Een belangrijk onderdeel daarvan is de klacht dat Washington de economisch component van de relatie niet serieus neemt. De vage belofte’s over een ‘Indo-Pacific Economic Framework’ komen niet in de buurt bij wat de door Donald Trump afgeschoten vrijhandelsverdrag ‘Trans-Pacific Partnership’ (TPP) had kunnen betekenen. Er was grote hoon op sociale media over de op top beloofde US$150 miljoen (~€142m) aan investeringen.

    Het is een feit dat de ASEAN-landen steeds vaker naar China kijken voor handel en investering. De miljarden vliegen je ook om de oren, als er weer eens een Chinese functionaris langs komt. Het is echter belangrijk de zaak niet te overschatten. Dat de kleine en arme Cambodja en Laos langs deze weg volledig zijn ingepalmd door Peking is vooral vervelend omdat het de vereiste unanimiteit voor ASAEN-beslissingen moeilijker maakt. De grotere prijzen zijn moeilijker te kopen.

    China kan miljarden beloven tijdens schitterende persconferenties, omdat het zo’n groot deel van de economie direct controleert. Amerikaanse bedrijven investeren ook miljarden in de regio, maar die doen dat niet in opdracht van Biden. De grootse Chinese beloftes worden daarnaast vaak niet waargemaakt. De grootste beloofde investeringen komen van China. De grootste geleverde investeringen in infrastructuur in de regio komen uit Japan. Geografie maakt dat buurland China altijd een handelsvoordeel zal hebben over verre vriend Amerika. Bovendien had Peking heel lang mee dat iedereen gouden bergen zag in een rijzende Chinese economie.

    Dat is aan het veranderen. Dit heeft politieke redenen – een agressiever en nationalistischer China maakt de ASEAN-landen bang – en economische – het Chinese groeimodel werkt steeds minder goed en de coronamaatrdegelen doen er nog een schepje bovenop. De jaarlijkse peiling van elite’s in de regio van het Singapore ISEAS–Yusuf Ishak Institute laat zien dat men de economische macht en politieke invloed van het land hoog inschat, maar niet onverdeeld positief is over de wenselijkheid van deze invloed. Dat zal misschien invloed hebben gehad op een poging van het nationalistische Chinese tabloid The Global Times om in samenwerking met Renmin University of China een alternatieve peiling te lanceren om te suggereren dat Zuidoost-Azië positiever is over China.

    Singapore

    De regio is buitengewoon divers, dus in plaats van algemeenheden over elk land te bezigen, hou ik het bij mijn specialisme. Pas onafhankelijk sinds 1965 en met een bevolking waarvan driekwart van Chinese komaf is en waarvan veel Chinese talen spreken, Singapore heeft altijd een special verhouding gehad met China. In de jaren tachtig en negentig promootte de kwestieuze democratie een ‘Asian Values’-verhaal om Westerse mensenrechtenkritiek weg te wuiven met argumenten die je tegenwoordig ook in Peking hoort. Toch heeft het land altijd nauwe militaire banden gehad met de Verenigde Staten, vooral sinds het vertrek van de Britse militaire bases in 1971.

    Het leiderschap in de gestratificeerde stadstaat legde altijd vooral nadruk op de kansen van het opkomende China. Inmiddels komt er wel meer aandacht voor de risico’s. In een stuk voor Foreign Affairs liet premier Lee Hsien Loong de angst doorschijnen om opgesloten te worden in de regio mochten China en Amerika de Stille Oceaan in twee invloedssferen opdelen. Dit is ook waarom premier Lee expliciet de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Singapore verwelkomde tijdens het bezoek van vice-president Kamala Harris. Hij herhaalde vrijdag weer dat niemand deze Amerikaanse rol kan vervullen.

    Op basis van wat ik hoor, is er echter nog wel grote naïviteit en onwetendheid binnen de bureaucratie over de toenemende Chinese inmenging en invloed in het land. Een simpele samenvatting van mijn hand over de pro-Chinese toon in de tweede krant van het land, Lianhe Zaobao, was echt nieuws voor mensen die geen Chinees kunnen lezen. Pas sinds de regering enigszins verrast lijkt te zijn door de Chinese pro-Russische geluiden in de samenleving sinds de Singaporese sancties tegen Rusland, bericht de net als Zaobao indirect door de overheid gecontroleerde The Straits Times over pro-Chinese Singaporezen. Maar ik zie geen bewustzijn van de grote kloof tussen de Engelssprekende, in het Westen opgeleide elite en de lagere lagen die nog altijd meer Chinees spreken en door diezelfde elite altijd is ingeprent dat het Westen hypocriet en decadent is.

    De houding van de Singaporese overheid blijft, dat men niet wil kiezen tussen de VS en China. Toen ik in Peking studeerde, spraken mijn hoogleraren daar net zo honend over als de nationalistische commentatoren die nu op Chinese sociale media Singapore uitschelden voor Amerikaanse hond. Vanuit Chinees perspectief leunt Singapore al naar Amerika vanwege de defensiekeuze’s, terwijl het ‘profiteert’ van de economische groei die Peking zo vriendelijk aanbiedt aan de wereld.

    Maar men houdt er aan vast. Zondag waarschuwde defensieminister Ng Eng Hen in Estland voor pogingen om allianties tegen China in Zuidoost-Azië te brengen. Voor de toespraak van Ng had voormalig ambassadeur en gewilde dialoogpartner Bilahari Kausikan in Foreign Affairs al weer eens uitgelegd dat de landen in Zuidoost-Azië het zich niet kunnen veroorloven om China van zich te vervreemden. Feit blijft dat de landen hier zich militair op de VS verlaten, omdat het in hun nationaal belang is. Het is om diezelfde reden dat ze economische samenwerking met China zoeken. Het Westen moet geen ideologische alliantie verwachten.

  • China breidt stap-voor-stap Russische rechtvaardiging oorlog tegen Amerikaans blok uit naar Indo-Pacific

    Op het tropische Hainan introduceerde Xi Jinping vanochtend een nieuw veiligheidsinitiatief als antwoord op de mondiale chaos. Gezien de ‘crisis’ in Oekraïne en de rijzende spanning in Oost-Azië is het hoog tijd om de bron van de onrust aan te pakken: Amerikaans hegemonisme. Waar China eerder al de Russische rechtvaardiging van de ‘speciale militaire operatie’ echode, breidt Peking de afgelopen weken deze uitleg steeds vaker uit naar de eigen regio.

    Vandaag 21 april begon het jaarlijkse Bo’ao Forum for Asia (BFA) in de gelijknamige badplaats met een keynote van president Xí Jìnpíng (习近平). Ten onrechte besteden wij in Europa weinig aandacht aan wat een van de belangrijkste fora is voor China om de internationale gemeenschap bijeen te brengen zoals het land het graag ziet: zonder het achterhaalde Westen. Vorig jaar zette Xi een wereldorde uiteen waarin China het centrum was. Dit jaar ging het minder over Belt and Road en meer over veiligheid.

    Eerder al had Xi een Global Development Initiative (GDI, 全球发展倡议 quánqiú fāzhǎn chàngyì). Dit jaar gebruikte hij het BFA voor de introductie van een nieuw Global Security Initiative (全球安全倡议 quánqiú ānquán chàngyì). Staatspersbureau Xinhua introduceerde het in de volgende zes keer „vasthouden aan” (坚持 jiānchí):

    1. „We stay committed to the vision of common, comprehensive, cooperative and sustainable security, and work together to maintain world peace and security;”
    2. „We stay committed to respecting the sovereignty and territorial integrity of all countries, uphold non-interference in internal affairs, and respect the independent choices of development paths and social systems made by people in different countries;”
    3. „We stay committed to abiding by the purposes and principles of the UN Charter, reject the Cold War mentality, oppose unilateralism, and say no to group politics and bloc confrontation;”
    4. „We stay committed to taking the legitimate security concerns of all countries seriously, uphold the principle of indivisible security, build a balanced, effective and sustainable security architecture, and oppose the pursuit of one’s own security at the cost of others’ security;”
    5. „We stay committed to peacefully resolving differences and disputes between countries through dialogue and consultation, support all efforts conducive to the peaceful settlement of crises, reject double standards, and oppose the wanton use of unilateral sanctions and long-arm jurisdiction;”
    6. „We stay committed to maintaining security in both traditional and non-traditional domains, and work together on regional disputes and global challenges such as terrorism, climate change, cybersecurity and biosecurity.”

    De meeste punten zijn niet zo spannend. Ze echoën oudere Chinese wensen, zoals een wereldorde zonder Westerse dominantie, respect voor China’s irredentisme, erkenning van Pekings visie op één China, veroordeling van vermeende buitenlandse inmenging, het eigen ontwikkelingsmodel als mensenrecht, geen (Amerikaans) unilateralisme, conflicten ‘vreedzaam’ oplossing in dialogen waarin China zijn grootte maximaal uit kan buiten, en het bestrijden van terrorisme zoals het WhatsApp-gebruik van Oeigoeren.

    Wat mij opvalt is punt 4. Het woordgebruik daar echoot Russische zorgen en bevat taalgebruik op basis waarvan ik in de Clingendael Spectator schreef dat China in Europa hetzelfde einddoel nastreeft als Rusland qua regionale ordening.

    Chinese diplomaten bezigden eerder de frase „legitieme veiligheidsbelangen van elk land” (各国合理安全关切 gèguó hélǐ ānquán guānqiè) om er op te wijzen dat Rusland ‘zorgen’ serieus genomen moeten worden. Het ‘principe van ondeelbare veiligheid’ (安全不可分割原则 ānquán bùkě fēngē yuánzé) wijst op de Russische misinterpretatie van de Helsinki-akkoorden van 1975 op basis waarvan Moskou claimt dat NAVO-uitbreiding de Russische soevereiniteit schendt. (Amerikaans) ‘unilateralisme’ en ‘hegemonisme’ moet vervangen worden door „gebalanceerde, effectieve en duurbare veiligheidsarchitectuur” (均衡、有效、可持续的安全架构 jūnhéng, yǒuxiào, kě chíxù de ānquán jiàgòu) waarin de veiligheid van de één niet ten koste gaat van de andere.

    De uitgelichte Chinese frasen komen ook steeds voor in de communicatie uit Peking over de oorlog in Oekraïne. China stelt daarin expliciet, dat de Verenigde Staten en de uitbreiding van de door Amerika ‘gecontroleerde’ NAVO de oorzaak zijn van ‘de Oekraïne-crisis’. Amerika is de boosdoener (始作俑者 shǐzuòyǒngzhě). Europa moet Amerikaanse manipulatie van zich afschudden, onderhandelen met Rusland over een nieuwe regionale ordening, en met de rest van de wereld het multipolarisme steunen. Deze multipolaire toekomstdroom is geen wonderland voor Oekraïense zelfbeschikking, maar een wereld waarin Kyiv zich schikt in de rol van brug tussen Oost en West.

    Waar voorheen deze frasen zich beperkten tot commentaar op de situatie in Europa, breidt de visie zich langzaam uit naar de eigen buurt van China. Xi Jinping heeft het nu onderdeel gemaakt van een Global veiligheidsinitiatief, geïntroduceerd tijdens een top die zich op Azië richt. Het principe van ‘ondeelbare veiligheid’ gaat oostwaarts.

    In zijn toespraak (Chinees) introduceert Xi de paragraaf over het initiatief met de gebruikelijke uithalen naar (lees: Amerikaans) hegemonisme, ‘Koude Oorlog-denken’ en blokvorming (lees: NAVO, Quad, AUSUK). De kernzin is echter: „Veiligheid is de voorwaarde voor ontwikkeling, de mensheid is een gemeenschap van ondeelbare veiligheid.” (安全是发展的前提,人类是不可分割的安全共同体。 Ānquán shì fāzhǎn de qiántí, rénlèi shì bùkě fēngē de ānquán gòngtóngtǐ.)

    Deze zin vermengt Xi’s eerdere ‘gemeenschap met een gedeeld lot voor de mensheid’ (人类命运共同体 rénlèi mìngyùn gòngtóngtǐ) met het principe van ondeelbare veiligheid. Is het principe van ondeelbare veiligheid dan in gevaar door meer zaken dan enkel de verfoeide NAVO-uitbreiding in Europa? Ja. Xi Jinping is niet de enige Chinees die een mondiale toepassing ziet voor het concept.

    Peking heeft duidelijk gemaakt, dat Amerika met de uitbreiding van de NAVO de soevereiniteit en nationale veiligheid van Rusland heeft geschaad. Daarmee zou Amerika Rusland in een hoek hebben gedreven en geen andere keus hebben gelaten. De VS heeft de legitieme veiligheidsbelangen van Rusland en het principe van ondeelbare veiligheid geschonden en is daarmee de boosdoener van de Oekraïne-crisis.

    De laatste weken gebruiken Chinese diplomaten dit als waarschuwend verhaal voor de situatie in Azië. Tijdens een forum op 19 maart stelde de Chinese vice-minister van buitenlandse zaken Lè Yùchéng (乐玉成):

    Going against the trend to pursue the Indo-Pacific strategy, provoke trouble, put together closed and exclusive small circles or groups, and get the region off course toward fragmentation and bloc-based division is as dangerous as the NATO strategy of eastward expansion in Europe. If allowed to go on unchecked, it would bring unimaginable consequences, and ultimately push the Asia-Pacific over the edge of an abyss.

    Vice Foreign Minister Le Yucheng Attends and Addresses the Fourth International Forum on Security and Strategy

    Le is de mogelijke opvolger van huidig minister van buitenlandse zaken Wáng Yì (王毅). Die herhaalde de bovengenoemde logica in een telefoongesprek met zijn Vietnamese collega een week geleden:

    Wang Yi said, the Ukraine issue has once again made Asian countries realize that maintaining peace and stability is precious and indulging in bloc confrontation will lead to endless risks. The United States tries to create regional tension and incite antagonism and confrontation by pushing ahead with the “Indo-Pacific Strategy”. Such moves will seriously damage the hard-won peace and development in the region and seriously erode the ASEAN-centered regional cooperation architecture. We can’t let the Cold War mentality resurge in the region and the tragedy of Ukraine be repeated around us.

    Wang Yi Speaks with Vietnamese Foreign Minister Bui Thanh Son on the Phone

    Met andere woorden, Xi Jinping verheft het principe op basis waarvan Rusland een invloedssfeer claimt tot iets wat mondiaal moet worden ingevoerd. Tegelijkertijd maken zijn diplomaten duidelijk dat Amerikaanse activiteiten in de Chinese regio net zo schadelijk zijn als de vermeende Amerikaanse misdaden tegen het principe in Europa op basis waarvan het Ruslands oorlog goed praat.

    NAVO-uitbreiding om Oost-Europa tegen Moskous imperialisme te beschermen, zo stelt Peking, liet Rusland geen keus om een brutale invasieoorlog vol oorlogsmisdaden en potentiële genocidale intentie te beginnen. Daarnaast telt Peking dat de pogingen van Amerika (en Australië, India, Japan, Taiwan en het Verenigd Koninkrijk) om Chinese imperialistische neigingen in de Indo-Pacific in te dammen „net zo gevaarlijk” zijn als NAVO-uitbreiding. Maak je borst maar nat.

  • China’s aanval op de VS maakt duidelijk dat het niet meer zal buigen

    Het gesteggel over wie precies haar tegenhanger is, maakte al duidelijk dat het bezoek van de Amerikaanse onderminister van buitenlandse zaken Wendy Sherman aan China niet soepel zou verlopen. Nu lijkt het dat Peking de bijeenkomst aan heeft gegrepen om een harde boodschap over te brengen. De campagne om Amerika aan te wijzen als mogelijke oorsprong van de coronaviruspandemie komt daar nog bovenop. Hoewel we de afgelopen jaren al in een continue stroomversnelling zitten – die nog steeds versnelt – is dit schakelpunt de moeite waard om uit te lichten. China ziet Amerika als vijand. In dit stuk ga ik de lijstjes met eisen bij langs.

    (more…)
  • Waarom Japan steeds meer om Taiwan geeft

    Voorafgaand aan de geplande ontmoeting tussen de Amerikaanse president Joe Biden en de Japanese minister-president Suga Yoshihide (菅 義偉) volgende week horen we enkele berichten dat Tokio zich publiekelijk meer aansluit bij Washingtons steeds openlijkere steun voor Taiwan. In dit stuk geef ik een kort overzicht over het Japanese geopolitieke belang bij de voortdurende onafhankelijkheid van de eilandstaat van China.

    AP bericht vandaag dat premier Suga afgelopen zondag op tv zei dat Japan met de Verenigde Staten samen moet werken en ‘use deterrence to create an environment where Taiwan and China can find a peaceful solution’. De Japanse zakenkrant Nikkei Asia ontdekte op 30 maart al dat de geplande gezamenlijke verklaring van Biden en Suga voor het eerst sinds 1969 Taiwan zal noemen.

    De Japanse defensie is volgens de grondwet beperkt tot zelfverdediging. Daarnaast probeert Tokio ook altijd goede betrekkingen te onderhouden met de onvermijdelijke grote buurman China. Het Japanese ministerie van buitenlandse zaken heeft een invloedrijke factie die voor begrip tonen naar Peking is – de zogeheten Chinaschool, analoog aan de Russlandversteher in Duitsland. Japan verbrak al in 1972 de banden met de Republiek China op Taiwan om de Volksrepubliek China te erkennen en was tegen sancties na de bloedige 4 juni 1989.

    Maar zulke toegefelijkheid naar China toe kwam grotendeels vanwege harde geopolitieke berekening. Beleidsmakers in Tokio komen nu echter tot steeds hardere conclusies over de dreiging van China. Japan probeert de laatste jaren duidelijker tegengewicht te vinden voor Pekings groeiende macht. Een recente overeenkomst met Indonesië is daar slechts één voorbeeld van.

    Taiwan is van groot geopolitiek belang voor de regio. De strategische positie van het eiland was één van de redenen waarom Japan het in 1895 tot kolonie maakte. Onder Amerikaanse invloed kijken steeds meer landen naar de regio door de lens van de ‘Indo-Pacific’. Taiwan is de spil hierin. Als China de controle krijgt over dit eiland, dan zitten Japan en beide Korea’s opgesloten in noordoost Azië, is de Eerste Eilandketen doorbroken, en ligt de weg naar de Zuid-Chinese Zee helemaal open.

    De recente Chinese vliegbewegingen rond Taiwan en door de Japanese eilandengroep Okinawa maken duidelijk dat Peking ook het belang ziet van deze archipel. Taiwan is dichterbij deze eilanden dan bij het Chinese vasteland. Een van de grootste Amerikaanse militaire buitenlandse aanwezigheden in de wereld is op Okinawa en de verwachte rol van deze bases bij een Amerikaanse verdediging van Taiwan is zo essentieel, dat het Volksbevrijdingsleger alle redenen heeft voor een ‘first strike’. Een aanval op Japans grondgebied zou wel automatisch Tokio mee de oorlog in sleuren.

    De alliantie met de VS is de belangrijkste steunpilaar van het Japanese veiligheidsbeleid vanaf 1945. De geloofwaardigheid van de Amerikaanse verdediging van de regio is essentieel. Als Taiwan valt, dan zullen veel Amerikaanse bondgenoten vraagtekens zetten bij de vaardigheid van het Pentagon om hen te beschermen tegen China. Bovendien zou Chinese controle over Taiwan ook een grote materiële verzwakking zijn van de Amerikaanse mogelijkheid om in noordoost Azië in te grijpen.

    Daarnaast hebben Japan en Taiwan veel gedeelde waarden en voor de regio zeldzaam vriendelijke banden. Tokio zal deze gelijkgestemde macht willen behouden. Bovendien zullen supporters voor Taiwan in het publiek en in de politiek eisen dat Japan ingrijpt als China probeert Taiwan te annexeren.

    Los van de politieke redenen zou het verlies Japan opsluiten met de beide Korea’s. Controle over de wateren rondom Taiwan geeft Peking ongekende macht over de stroom goederen en grondstoffen die daar allemaal langs moeten. Noord-Korea is al de enige officiële bondgenoot van China. De betrekkingen tussen Japan en Zuid-Korea blijven moeilijk en onder president Moon Jae-in (文在寅/문재인) probeert Seoel Peking te vriend te houden voor haar vredesproject op het Koreaanse Schiereiland. Tokio zou alleen staan.

    Dit levert direct gevaar op voor de Japanse territoriale integriteit. De strategische belangrijke eilandengroep Okinawa (沖縄諸島) was vroeger onafhankelijk als het Koninkrijk Ryukyu (琉球国) en had vazalbetrekkingen met zowel Japan en China. Er is grote ontevredenheid op de eilanden met de Amerikaanse legerbases en een onafhankelijkheidsbeweging die ook heimelijk steun zou ontvangen van China. Sommige Chinese nationalisten gebruiken de historische banden om Okinawa te claimen als Chinees grondgebied.

    Mogelijk struikelblok in de betrekkingen tussen Taiwan en Japan zijn de Senkaku-eilanden (尖閣諸島). Deze worden niet alleen door China geclaimd als onderdeel van de ‘provincie’ Taiwan onder de naam Diaoyu-eilanden (钓鱼岛), maar ook door Taiwan als de Diaoyutai-eilandengroep (釣魚臺列嶼). De huidige Taiwanese oppositie, de Chinese Nationalistische Partij (KMT), vraagt graag aandacht voor het verzaken van de DPP-regering in het verdedigen van het heilige grondgebied van de ‘Republiek China’ in dit territoriaal conflict. Ook mag voedsel uit de buurt van de door de aardbeving van 2011 getroffen kerncentrale Fukushima Daichii (福島第一原子力発電所) nog altijd niet geïmporteerd worden, een gevoelig punt voor Japan.

    De verbetering van de betrekkingen tussen Japan en Taiwan begon al onder de vorige minister-president, Abe Shinzō (安倍 晋三). Het lijkt erop dat premier Suga dit voort zet. Maar de Japanese toenadering tot Taiwan is afhankelijk van de geopolitieke berekeningen over China. Als die veranderen, dan zou Tokio weer voorzichtiger kunnen worden. Daarnaast zou de KMT weer aan de macht kunnen komen in Taiwan. Als het buitenlandbeleid van KMT-president Ma Ying-jeou (馬英九 2008–16) herhaald wordt, dan zou zo’n regering alle betrekkingen die niet met China zijn weer in de ijskast zetten.

    Maar gezien het klaarblijkelijk rotsvast vertrouwen in Peking dat China’s tijd is gekomen, en de geleidelijk voortschrijdende ‘normalisering’ van Japan en Taiwan verwacht ik dat we de komende jaren alleen maar een verscherping zullen zien van de tegenstellingen in de regio. Voor Tokio zal Taipei alleen maar belangrijker worden.

  • Betekenis Amerikaanse afschaffing van beperkingen contact met Taiwan

    Tijdens de chaotische en schokkende laatste dagen van de regering Trump lanceert een van de grootste cheerleaders van het trumpisme een nieuwe uitdaging voor China. Minister van buitenlandse zaken Michael Pompeo kondigde het einde van de zelfopgelegde beperkingen voor de contacten tussen de Verenigde Staten en Taiwan aan. Hoewel het ‘China boos’-frame te vaak gebruikt wordt bij nieuws over Taiwan, is het hier wel degelijk van toepassing. Het zou door Peking als een serieuze uitdaging beschouwd kunnen worden. Ook is het volgens mij bewust bedoelt door Pompeo als stok om China mee te slaan, net als zijn aankondiging na de arrestaties in Hong Kong dat de Amerikaanse vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties, Kelly Craft, van 13 t/m 15 januari een bezoek gaat brengen aan Taipei.

    Twitter-draadje met de relevantie nieuwsberichten en analyse’s.

    Toen de Verenigde Staten per 1979 de Volksrepubliek China als het ‘echte’ China erkenden, betekende dit het einde van de formele diplomatieke betrekkingen met Taiwan – formeel de Republiek China. Zowel Peking als Taipei staan beide op ‘Één China’, hoewel dat in het Taiwanese geval al jaren vooral voor de vorm is. Om China gerust te stellen, stelde Washington beperkingen in op de contacten tussen Amerikaanse en Taiwanese overheidsmedewerkers en het gebruik van nationale symbolen van de Republiek China. Deze regels zijn verschillende keren aangepast, voor het laatst in 2015 nadat de Chinese ambassade klaagde over een vlagceremonie bij de residentie van de Taiwanese vertegenwoordiger in Amerika. Dit zijn de regels die nu worden afgeschaft.

    Onderdeel van stapsgewijze verandering

    Of de praktische gevolgen groot zullen zijn, is nog maar te bezien. Er zullen misschien iets meer Taiwanese vlaggen en uniformen in de VS te zien zijn. Diplomaten zouden elkaar nu kunnen treffen in Amerikaanse overheidsgebouwen. Overheidsmedewerkers mogen straks hun diplomatieke paspoorten tonen bij de grenscontrole in Taipei. Amerikaanse ambtenaren zullen misschien wat minder huiverig zijn voor contact met hun Taiwanese tegenhangers. Maar in de praktijk waren de regels al versoepeld. Bovendien blijft het een uiterst gevoelig dossier.

    Contact tussen Amerikaanse en Taiwanese ambtenaren en militairen is al routine. Dat ze nu niet meer een conferentiezaaltje in een hotel af hoeven te huren scheelt vooral geld en huichelarij. Beroepsdiplomaten die geplaatst zijn bij de ‘onofficiële’ Amerikaanse vertegenwoordiging in Taiwan hoeven al een tijdje niet meer formeel ontslag te nemen bij het State Department.

    Bij Taiwan speelt er echter meer mee dan de juridische en reglementaire ruimte. Een eerdere wet die bezoeken van Amerikaanse marineschepen aan Taiwanese havens autoriseert is tot nog toe ook niet serieus gebruikt. Pompeo’s aankondiging is een nuttige stap in verdere normalisering van de relatie met Taiwan. Maar ik verwacht geen schokkende wijzigingen. Het is en blijft een gevoelig onderwerp. Hoewel Taiwan blij is met de wijzingen, heeft de regering daar ook geen belang bij een harde Chinese reactie.

    Chinese reactie

    Want zelfs al had Pompeo het niet zo duidelijk als uitdaging van China gepresenteerd, dan was Peking alsnog boos geworden. Het is nog wachten op de definitieve reactie. Xinhua klaagt al wel over de ‘laatste waanzin’ (最后疯狂 zuìhòu fēngkuáng) van ‘de slechtste Secretary of State in de geschiedenis’ in een artikel dat vooral Amerika waarschuwt. Het stuk op de website van de Taiwan Affairs Office van de Chinese regering citeert een eerdere uitspraak van de woordvoerder van het ministerie van buitenlandse zaken die de vertrekkende Trump-regering ervan beschuldigt nog zoveel mogelijk schade aan de bilaterale relatie te willen doen.

    In zulke gevallen claimt Peking ook altijd dat de desbetreffende Taiwan-vriendelijke maatregel een schending is van internationale normen en het Één-China-Principe. Dit is onjuist. De resolutie no. 2758 van de Algemene Vergadering van de VN stelde in 1971 slechts dat de zetel van China toekomt aan de Volksrepubliek China in plaats van de ‘vertegenwoordigers van Chiang Kai-shek’. Elk land dat formele betrekkingen heeft met de Volksrepubliek heeft een eigen Één-China-Beleid, de uitkomst van onderhandelingen tussen Pekings Één-China-Principe en de belangen van het land.

    In veel gevallen komt Taiwan niet expliciet voor in het Beleid van een land. De erkenning dat er één China is, kan prima zonder het doen van een uitspraak over de status van Taiwan. Natuurlijk is dit gevoelig voor Peking, dus in de praktijk zijn er alsnog beperkingen op wat men met Taipei kan doen. Echter, de Amerikaanse wijziging brengt de status van Taiwan dichter in de buurt van de empirische werkelijkheid: dat Taiwan een niet-erkend maar onafhankelijk land is. Door de poot stijf te houden op dit gebied draagt Washington bij aan het tegengaan van Pekings pogingen om sluipenderwijs ieders Één-China-Beleid nader te brengen tot haar eigen Één-China-Principe.

    Amerikaanse politiek

    Dan is er ook nog de vraag van de timing. Hij zou een invulling zijn van de Taiwan Assurance Act Sec. 7(1), met brede steun van Democraten en Republikeinen aangenomen. Een tweede persoon bevestigt de claim van David Stilwell in FT dat de VS al een jaar bezig was met een herziening. Maar deze wijziging door een compleet in diskrediet geraakte lakei van Trump heeft door de huidige politieke context in de VS toch een nare bijsmaak gekregen. Enkele commentatoren maken zich zorgen of er wel overleg is geweest binnen de Amerikaanse bureaucratie en met Taiwan. Vanwege de precaire situatie is het wel degelijk van belang dat er enige consideratie is van de Chinese gevoeligheden, hoe onsmakelijk dat ook moge zijn. Maar, zoals Chinakenner Bill Bishop opmerkte, het zou ook een gift aan Biden kunnen zijn. De wijziging is nu al gemaakt. Pompeo’s opvolger hoeft hem slechts niet terug te draaien om te kunnen profiteren van de nieuw geschapen beleidsruimte.

    Als dit op een tactvolle manier gaat en er duidelijke nieuwe regels komen om de boel in goede banen te leiden, dan zal deze wijziging goed nieuws blijken. Maar waar Taiwan echt belang aan heeft, is om door de Verenigde Staten (en door Europa!) op zijn eigen merites beoordeeld te worden. Als Amerikaanse steun voor Taiwan slechts dient als tactiek tegen China, dan biedt dat geen solide basis voor de veiligheid van het land. Taiwans verdediging kan niet afhangen van voortdurende vijandigheid jegens Peking in Washington. Ook is het belangrijk om de eigen nationale identiteit van Taiwan te erkennen. Als Pompeo de Koude-Oorlogterm ‘Free China’ van stal haalt, dan laat hij zien daar niks van te begrijpen.

    Voor de Chinese reactie op deze maatregel an sich maak ik me niet zo heel erg zorgen. Peking wil graag een reset met Biden. We zullen dit jaar sowieso meer geweld tegen Taiwan uit Peking zien. Chong Ja Ian merkt terecht op dat China al veel druk uitoefent en niet nog veel meer kan doen zonder escalatie te riskeren. De spanning bouwt zich al een tijdje op. De trend laat zien dat China haar suppressie van Taiwan toch al zou proberen verder te intensiveren. De reactie op het bezoek van Kelly Craft komende woensdag zal meer duidelijkheid bieden.

    Bovendien bestaat de Chinese Communistische Partij in 2021 honderd jaar. Dat vereist ook enkele symbolische winst op de lange weg naar de Chinese Droom van de Grootse Herrijzenis van het Chinese Volk, die per 2049 bereikt moet worden. Tot die Droom behoort ook de annexatie van (“hereniging met”) Taiwan. Temidden van de hybride oorlogsvoering die Taipei de komende jaren te wachten staat, is het dan niet verkeerd als de interactie met de VS ietsje makkelijker kan.

    Bijgewerkt: 2020/01/11

  • Chinese staatstelevisie zendt opnieuw gedwongen bekentenissen uit, in campagne tegen Taiwan

    De spanning tussen China en Taiwan loopt al een tijdje op. Deze week is Peking een nieuwe campagne begonnen om de psychologische druk op te voeren, genaamd ‘Donderslag 2020’ (迅雷2020, xùnléi 2020). Er zijn al drie gedwongen ‘bekentenissen’ uitgezonden op de staatstelevisie CCTV. In deze video’s zeggen eerder vastgenomen Taiwanezen dat ze spionnen waren voor Taipei en dat ze heel veel spijt hebben van hun verraad aan het ‘vaderland’. Dit is niet de eerste keer dat China op deze manier de mensenrechten schendt van burgers uit landen waar Peking ruzie mee heeft.

    Gedwongen bekentenissen uitgezonden op televisie zijn niet nieuw in China. Het komt bijvoorbeeld ook voor bij partijkaders die zijn aangehouden voor corruptie. Problemen komen er wanneer Chinese media dit ook in het westen doet, waar men dit soort vernedering van verdachten als schending van de mensenrechten ziet. De internationale propaganda-arm van CCTV, CGTN, heeft zijn hoofdkantoor in Londen. Nadat ze een gedwongen bekentenis van de privéonderzoeker Peter Humphrey hadden uitgezonden, kregen ze een boete van Britse mediawaakhond Ofcom. Er loopt ook nog een klacht over een gedwongen bekentenis van Zweedse mensenrechtenactivist Peter Dahlin. CGTN overweegt inmiddels om naar Brussel te verhuizen. De Hongkongse krant SCMP, eigendom van Jack Ma’s Alibaba, kwam ook in opspraak nadat ze meehielpen bij het uitzenden van een gedwongen bekentenis van de boekenverkoper Gui Minhai, ook een Zweedse staatsburger.

    Maar China gaat soms nog veel verder. Zo probeerde Peking een voortvluchtig partijlid te pakken te krijgen door zijn Amerikaanse kinderen het uitreizen te verhinderen. In een ander geval werden twee ouders die nog een 16-jarig kind hadden in de VS vastgezet in een hotel om de van corruptie beschuldigde vader van één van hen te overtuigen zich over te geven. Inmiddels is het al vergeten, maar begin deze eeuw waren er een paar geruchtmakende zaken in China waarbij buitenlandse zakenmensen van Chinese komaf tot lange gevangenisstraffen werden veroordeeld in wat waarschijnlijk hoofdzakelijk zakelijke conflicten waren.

    Gijzelneming en arbitraire detentie is voor China niet alleen een manier om binnenlandse problemen op te lossen, maar ook een hulpmiddel om diplomatieke druk uit te oefenen. Nadat de Canadese justitie, in reactie op een Amerikaans uitleveringsverzoek, de CFO van Huawei Mèng Wǎnzhōu (孟晚舟) arresteerde, verdwenen twee Canadezen in het Chinese systeem. Voormalig diplomaat en Crisis Group-medewerker Michael Kovrig en organisator van dialogen met Noord-Korea Michael Spavor werden later formeel gearresteerd op verdenking van het schaden van de Chinese staatsveiligheid. Ze zitten nog steeds vast. Hoewel Peking elke aantijging boos afwijst, is het wel duidelijk aan de manier waarop staatsmedia en woordvoerders beide zaken tegelijk noemen dat hun situatie afhankelijk is van de uitkomst van de uitleveringszaak tegen Meng. Het is ook nog altijd niet duidelijk waarom de Chinees-Australische nieuwslezeres Cheng Lei vast zit, hoewel de verslechterende relatie tussen China en Australië misschien wel een rol speelt.

    De Taiwanese gevallen deze week moet je ook zo zien. Het eerste slachtoffer, Morrison Lee Meng-chu (李孟居 Lǐ Mèngjū) verdween in Shenzhen tijdens de demonstraties in Hong Kong. Zijn ‘spionage’ bestond uit deelname aan en steun voor de protesten, en het nemen van foto’s van de opbouw van troepen van de Gewapende Volkspolitie (PAP) net over de grens. Het tweede slachtoffer, Cheng Yu-chin (鄭宇欽 Zhèng Yǔqīn), was een gesjeesde promovendus die in Praag het Belt and Road Initiative (BRI) van Xi Jinping aanprees. Volgens CCTV was hij echter een academicus, een voormalig parlementair assistant van iemand van de Taiwanese regeringspartij, en had hij contact met de Taiwanese vertegenwoordiger in Tsjechië Lee Yun-peng (李雲鵬 Lǐ Yúnpéng). Op zich is dat niet vreemd voor een Taiwanees, maar volgens Taipei bestaat Lee Yun-peng helemaal niet, was hij geen academicus, en ook geen parlementaire assistent. De meeste recente gedwongen bekentenis betrof verrassend genoeg twee pro-Peking academici, namelijk Tony Shih Cheng-ping (施正屏 Shī Zhèngpíng), and Tsai Chin-shu (蔡金樹 Cài Jīnshù). Deze twee zijn voor ‘hereniging’ met China, maar dat heeft ze niet gered. De nationalistische tabloid Global Times gebruikte de gelegenheid juist als waarschuwing dat Taipei zulke overtuiging als dekmantel gebruikt.

    Natuurlijk vindt er spionage plaats tussen Taiwan en China. Alleen is het nogal ongebruikelijk om zo openbaar zulke daders aan te wijzen. De foto’s die Lee Meng-chu in Shenzhen zou hebben gemaakt kunnen nooit veel meer hebben getoond dan wat er in die periode al in de westerse pers verscheen. De andere drie – Cheng Yu-chin, Shih Cheng-ping, en Tsai Chin-shu – hielden zich tot hun arrestatie ogenschijnlijk met pro-China activiteiten bezig. Je kunt natuurlijk nooit zeker weten of er niet nog meer achter zit dat Peking liever niet openbaar maakt. Echter, in mijn optiek is deze exercitie vooral weer een poging om politieke signalen af te geven. In de eerste plaats helpt het Peking om de Taiwanese regering als gevaar en tegenstander af te schilderen tegenover de eigen bevolking. Daarnaast is het een methode om Taiwan bang te maken en Pekings boosheid over de recente ontwikkelingen te signaleren. Als Taipei zich weer ‘goed’ gedraagt, dan stopt dit. De manier waarop China dat signaleert, is echter contraproductief. De meeste Taiwanezen, die al kritisch waren op China, zien hun negatieve gevoelens slechts bevestigd. De groep die nog op en neer ging over de Straat van Taiwan zal daarentegen een stuk banger zijn geworden voor het gevaar van willekeurige detentie.

    Het is belangrijk dat buitenlanders in China zich bewust zijn van het risico dat ze altijd lopen. Mocht er een ruzie uitbreken tussen jouw land en China, dan ziet Peking je al snel als vertegenwoordiger van je land en loop je het risico om gegijzeld te worden als onderdeel van de diplomatieke strijd.